Operation Manual

Table Of Contents
233
WERKEN MET ACROBAT 9 PRO EXTENDED
Formulieren
Een nieuwe parameterset voor streepjescodes maken
1 Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van streepjescodeveld op het tabblad Opties en klik vervolgens op
Streepjescodeparameters beheren.
2 Selecteer de bestaande parameterset die u wilt gebruiken als de basis van de nieuwe set en klik op Nieuw.
3 Typ een naam in het vak Naam en een beschrijving in het vak Beschrijving.
4 Selecteer opties voor Symbolen, X-afmeting, Y/X-verhouding en Foutcorrectieniveau en klik op OK.
De nieuw gedefinieerde parameterset wordt weergeven in de lijst in het dialoogvenster Streepjescodeparameters
beheren. Alle knoppen aan de rechterkant van het dialoogvenster worden beschikbaar. De nieuwe definitie wordt ook
weergegeven in het menu Decoderingsvoorwaarde op het tabblad Opties van het dialoogvenster Eigenschappen van
streepjescodeveld.
Een set met aangepaste streepjescodeparameters bewerken of verwijderen
1 Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van streepjescodeveld op het tabblad Opties en klik vervolgens op
Streepjescodeparameters beheren.
2 Selecteer een aangepaste parameterset in de lijst.
3 Voer de gewenste handeling uit:
Klik op Bewerken, wijzig de instellingen en klik vervolgens op OK.
Klik op Verwijderen. Bevestig de verwijdering in het bericht dat verschijnt door op OK te klikken.
Een set met aangepaste streepjescodeparameters exporteren of importeren
1 Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van streepjescodeveld op het tabblad Opties en klik vervolgens op
Streepjescodeparameters beheren.
2 Voer de gewenste handeling uit:
Selecteer een set met streepjescodeparameters in de lijst en klik op Exporteren. Selecteer een locatie en een
bestandsnaam voor het bestand, met de extensie .bps.
Klik op Importeren en selecteer het BPS-bestand dat u wilt importeren.
Standaardinstellingen voor formuliereigenschappen opnieuw definiëren
Nadat u de eigenschappen van een bepaald type formulierveld hebt gewijzigd, kunt u deze als standaard instellen voor
dat type. U kunt bijvoorbeeld een selectievakje maken, de eigenschappen ervan instellen en die eigenschappen
vervolgens opslaan als de standaardwaarden.
1 Kies zo nodig Formulieren > Velden toevoegen of bewerken om de formulierbewerkingsmodus in te schakelen.
2 Klik met de rechtermuisknop op het formulierveld waarvan u eigenschappen hebt gewijzigd. Kies vervolgens
Huidige eigenschappen gebruiken als nieuwe standaardwaarden.
Opmerking: Als u de standaardeigenschappen wijzigt, veranderen de instellingen van bestaande formuliervelden van dat
type niet. De nieuwe standaardinstellingen zijn alleen van toepassing op nieuwe velden die u maakt.