Operation Manual

ADOBE ACROBAT 8 STANDARD
Handboek
64
3 Klik op de knop Eigenschappen (of gebruik Voorkeuren) om de instellingen van Adobe PDF-printer in te stellen. (In
bepaalde toepassingen is het mogelijk dat u eerst in het dialoogvenster Afdrukken op Setup of Instellingen moet klikken
om een lijst met printers te openen. Vervolgens kunt u dan op Eigenschappen of Voorkeuren klikken.)
4 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK.
Opmerking: de PDF wordt standaard opgeslagen in de map die voor de printerpoort is opgegeven. De standaardlocatie is Mijn
documenten. De bestandsnaam en het doel worden bepaald door de instelling Vragen om Adobe PDF-bestandsnaam op het
tabblad Adobe PDF-instellingen van het dialoogvenster Eigenschappen.
Een PDF maken met de opdracht Afdrukken (Mac OS)
1 Open in de ontwerptoepassing het bestand dat u naar een PDF wilt converteren en kies Bestand > Afdrukken.
2 Kies Adobe PDF 8.0 in het menu met printers.
3 Kies PDF-opties in het pop-upmenu onder het menu Instellingen (de standaardinstelling is mogelijk Aantal en pagina's).
4 Kies voor Adobe PDF-instellingen een van de standaardinstellingen of pas de instellingen aan met Distiller. Alle door u
gedefinieerde aangepaste instellingen worden weergegeven.
Voor de meeste gebruikers zijn de standaardinstellingen voor Adobe PDF-conversie toereikend.
5 Geef op of het PDF-bestand moet worden geopend nadat het PDF-bestand is gemaakt.
6 Klik op Afdrukken.
7 Selecteer een naam en locatie voor de PDF en klik op Opslaan.
Opmerking: de PDF wordt standaard met dezelfde bestandsnaam, maar met de extensie .pdf opgeslagen.
Voorkeurinstellingen voor Adobe PDF-printer (Windows)
Voorkeursinstellingen voor afdrukken gelden voor alle toepassingen waarvoor de Adobe PDF-printer wordt gebruikt,
tenzij u de instellingen in een ontwerptoepassing wijzigt met behulp van het menu Pagina-instelling, Document-instelling
of Afdrukken.
Opmerking: Het dialoogvenster waarin u afdrukvoorkeuren kunt instellen, heet Voorkeursinstellingen, Standaardinstellingen
of Eigenschappen voor document. Dit hangt af van de wijze waarop u het dialoogvenster opent.
De afdrukvoorkeuren aanpassen:
Klik op de knop Start en kies Instellingen > Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-
printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Kies Bestand > Afdrukken in een ontwerptoepassing zoals Adobe InDesign. Selecteer Adobe PDF als printer en klik op
de knop Eigenschappen (of Voorkeuren). (In bepaalde toepassingen is het mogelijk dat u eerst in het dialoogvenster
Afdrukken op Setup of Instellingen moet klikken om de lijst met printers te openen. Vervolgens kunt u dan op
Eigenschappen of Voorkeuren klikken om de Adobe PDF-instellingen aan te passen.)
PDF-specifieke opties worden weergegeven op het tabblad Adobe PDF-instellingen. De tabbladen Papier/Kwaliteit en
Indeling bevatten de gebruikelijke opties voor de papierbron, printerinkt, afdrukstand en het aantal pagina's per vel.
Opmerking: afdrukvoorkeuren verschillen van printereigenschappen. Tot de voorkeuren behoren opties die specifiek zijn voor
Adobe PDF en het conversieproces. Het dialoogvenster Eigenschappen bevat tabbladen met opties die beschikbaar zijn voor elk
type printer.
Adobe PDF-instellingen van vertoning Selecteer een vooraf gedefinieerde set opties in het menu Standaardinstellingen of
klik op Bewerken om de instellingen in het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen te bekijken of te wijzigen.
Adobe PDF-beveiliging Als u de PDF wilt beveiligen, kiest u een van de volgende opties of klikt u op Bewerken om de
beveiligingsinstellingen weer te geven of te wijzigen.
Beveiliging bij elke taak opnieuw bevestigen Als u deze optie selecteert, wordt elke keer dat u een PDF maakt met
Adobe PDF-printer, het dialoogvenster Adobe PDF - Beveiliging geopend. Geef in het dialoogvenster de gewenste
instellingen op.