Operation Manual
ADOBE ACROBAT 8 STANDARD
Handboek
283
De weergave van het 3D-model wijzigen
A. Standaardweergave B. Rendermethode Draadframe C. Gekleurde belichting D. Andere achtergrondkleur
❖ Met de elementen van de 3D-werkbalk kunt u de volgende wijzigingen aanbrengen:
• Als u de renderstijl wilt wijzigen, kiest u een optie in het pop-upmenu Rendermethode model .
• Als u een orthografische projectie wilt zien, klikt u op de knop Orthografische projectie gebruiken . Met een
orthografische projectie verwijdert u een dimensie. De hoogte-/breedteverhouding tussen objecten blijft behouden, maar
het 3D-model krijgt een minder realistische weergave. Klik opnieuw op de knop om perspectiefprojectie te gebruiken.
• Als u de belichting wilt in- of uitschakelen of wijzigen, kiest u een optie in het pop-upmenu Extra belichting
inschakelen .
• Als u de achtergrondkleur wilt wijzigen, klikt u op de pijl naast de staal Achtergrondkleur en kiest u een kleur.
Opmerking: opties voor rendermethode model, belichtingsschema's en achtergrondkleuren zijn ook beschikbaar als u met de
rechtermuisknop op het 3D-model klikt of erop klikt terwijl u Control ingedrukt houdt. Rendermethoden model worden ook
weergegeven in het menu Opties van de Modelstructuur.
Zie ook
“Voorbeelden van rendermethoden model” op pagina 281
Modelstructuur - overzicht
De Modelstructuur wordt weergegeven in het navigatiegebied, links van het werkgebied. U kunt de Modelstructuur ook
openen door te klikken op de knop Modelstructuur in-/uitschakelen op de 3D-werkbalk. Of klik met de
rechtermuisknop op het 3D-model of klik erop terwijl u Control ingedrukt houdt, en kies Modelstructuur tonen.
Opmerking: als u de Modelstructuur wilt gebruiken, hebt u versie 7.0.7 of hoger van Acrobat of Adobe Reader nodig.
Gebruikers met lagere versies kunnen werken met 3D-modellen, maar niet met de Modelstructuur.
De Modelstructuur bestaat uit drie deelvensters. Elk deelvenster bevat een specifiek type informatie of
besturingselementen.
Deelvenster Structuur In het bovenste deelvenster wordt de structuur van het 3D-object weergegeven. Een 3D-object dat
een auto voorstelt, kan bijvoorbeeld aparte groepen objecten hebben (knooppunten genaamd) voor het chassis, de motor en
de wielen. In dit deelvenster kunt u door de hiërarchie lopen en verschillende onderdelen selecteren, isoleren en verbergen.
PMI (Product Manufacturing Information) wordt weergegeven als groep elementen op hetzelfde hiërarchische niveau als
het bijbehorende object of de bijbehorende verzameling.
Het deelvenster Weergave In het middelste deelvenster worden de gedefinieerde weergaven getoond. U kunt weergaven
uitbreiden en bewerken. Nadat u bijvoorbeeld een onderdeel hebt geïsoleerd en geroteerd, kunt u die weergave opslaan.
Nadat u andere transformaties hebt uitgevoerd, kunt u op de opgeslagen weergave klikken en het 3D-model opnieuw in
deze weergave bekijken. Zie “3D-weergaven instellen” op pagina 289.
AB
CD