Operation Manual

ADOBE ACROBAT 8 STANDARD
Handboek
21
Als u andere objecteigenschappen wilt wijzigen dan de eigenschappen die op de werkbalk Eigenschappen worden
weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het object of klikt u erop terwijl u Control ingedrukt houdt en kiest u
Eigenschappen.
Het navigatiegebied tonen en verbergen
Het navigatiegebied is een gedeelte van het werkgebied waarin u verschillende navigatievensters kunt weergeven. Deze
vensters fungeren in het algemeen als een inhoudsopgave met items waarop u kunt klikken om naar een bepaalde plaats in
het document te gaan. Het venster Pagina's bevat bijvoorbeeld miniaturen van elke pagina. Als u op een miniatuur klikt,
wordt de bijbehorende pagina in het document geopend.
Als u een PDF opent, is het navigatiegebied standaard gesloten. Met de knoppen aan de linkerkant van het werkgebied, zoals
de knop Pagina's en de knop Bladwijzers kunt u de verschillende vensters echter snel openen. Als u Acrobat hebt
gestart maar geen PDF hebt geopend, is het navigatiegebied niet beschikbaar.
1 Als u het navigatiegebied wilt openen, voert u een van de volgende handelingen uit:
Klik op een willekeurige vensterknop aan de linkerkant van het werkgebied om het betreffende venster in het
navigatiegebied te openen.
Kies Beeld > Navigatievensters > Navigatiegebied tonen.
2 Als u het navigatiegebied wilt sluiten, voert u een van de volgende handelingen uit:
Klik op de knop van het venster dat momenteel in het navigatiegebied is geopend.
Kies Beeld > Navigatievensters > Navigatiegebied verbergen.
Opmerking: de maker van de PDF kan de inhoud van bepaalde navigatievensters bepalen en deze leeg maken.
Navigatievensters aanpassen
U kunt navigatievensters net als werkbalken in het navigatiegebied dokken of ze zwevend in het werkgebied weergeven.
Vensters die u niet nodig hebt, kunt u verbergen of sluiten en vensters die u nodig hebt, kunt u openen. Verder kunt u de
breedte van het navigatiegebied aanpassen.
Het weergavegebied voor navigatievensters wijzigen
Als u de breedte van het navigatievenster wilt wijzigen, sleept u met de rechterrand ervan.
Als u een zwevend venster wilt samenvouwen zonder het te sluiten, klikt u op de tabnaam boven in het venster. Klik
nogmaals op de tabnaam om het venster weer in de volledige grootte weer te geven.
De stand van een gedokt navigatievenster wijzigen
Sommige navigatievensters, zoals Bladwijzers, worden in een kolom aan de linkerkant van het werkgebied weergegeven.
Andere vensters, zoals Opmerkingen, worden horizontaal onder in het documentvenster weergegeven. U kunt elk
navigatievenster verticaal of horizontaal weergeven door de bijbehorende knop (die aan de linkerkant van het werkgebied
wordt weergegeven) te verslepen.
Als u het venster verticaal wilt weergeven, sleept u de knop naar de bovenkant van het navigatiegebied, bij de knoppen
van de andere verticale vensters.
Alsuhetvensterhorizontaalwiltweergeven,sleeptudeknopnaardeonderkantvanhetnavigatiegebied,bijdeknoppen
van andere horizontale vensters.
In beide gevallen wordt het hele gebied met de vensterknoppen gemarkeerd met een grijs kader. Als u de muisknop loslaat
voordat het gebied gemarkeerd is, wordt het tabblad zwevend weergegeven. Probeer het in dat geval opnieuw door het
venster met de tab naar het bovenste of onderste gedeelte van het knoppengebied te slepen.