Operation Manual
ADOBE ACROBAT 8 STANDARD
Handboek
98
PDF-compatibiliteitsniveaus
Wanneer u PDF-bestanden maakt, moet u beslissen welke PDF-versie u wilt gebruiken. U kunt de PDF-versie veranderen
door over te schakelen op een andere voorinstelling of door een compatibiliteitsoptie te kiezen wanneer u het bestand
opslaat als PDF of een PDF-voorinstelling bewerkt.
In het algemeen moet u de meest recente versie (in dit geval versie 1.7) gebruiken, tenzij er specifieke behoefte is aan
achterwaartse compatibiliteit 1.7). De nieuwste versie bevat alle nieuwste mogelijkheden en functies. Als u echter
documenten maakt die op grote schaal worden verspreid, kunt u wellicht beter Acrobat 5 (PDF 1.4) of Acrobat 6 (PDF 1.5)
kiezen, zodat alle gebruikers het document kunnen bekijken en afdrukken.
In de volgende tabel worden enkele functies vergeleken van PDF-bestanden die met uiteenlopende
compatibiliteitsinstellingen zijn gemaakt.
Aangepaste PDF-instellingen delen
U kunt uw eigen definities van voorinstellingen voor Adobe PDF opslaan en hergebruiken. U kunt ook een eigen
voorinstelling delen door een kopie van het resulterende bestand naar andere gebruikers te sturen. Die kunnen dat
vervolgens toevoegen aan de Distiller-toepassingen die op hun computer zijn geïnstalleerd.
Acrobat 4.0 (PDF 1.3) Acrobat 5.0 (PDF 1.4) Acrobat 6.0 (PDF 1.5) Acrobat 7.0 (PDF 1.6) en
Acrobat 8 (PDF 1.7)
PDF-bestanden kunnen
worden geopend in Acrobat
3.0 en Acrobat Reader 3.0 en
hoger.
PDF-bestanden kunnen
worden geopend in Acrobat
3.0 en Acrobat Reader 3.0 en
hoger. Functies die specifiek
zijn voor latere versies
kunnen echter verloren gaan
of niet zichtbaar zijn.
De meeste PDF-bestanden
kunnen worden geopend in
Acrobat 4.0 en Acrobat
Reader 4.0 en hoger. Functies
die specifiek zijn voor latere
versies kunnen echter
verloren gaan of niet
zichtbaar zijn.
De meeste PDF-bestanden
kunnen worden geopend in
Acrobat 4.0 en Acrobat
Reader 4.0 en hoger. Functies
die specifiek zijn voor latere
versies kunnen echter
verloren gaan of niet
zichtbaar zijn.
Het bestand mag geen
illustraties bevatten waarin
gebruik wordt gemaakt van
live transparantie-effecten.
Transparantie moet worden
afgevlakt voorafgaand aan
de conversie naar PDF 1.3.
Gebruik van live
transparantie in illustraties
wordt ondersteund. Met de
Acrobat Distiller-functie
wordt transparantie
afgevlakt.
Gebruik van live
transparantie in illustraties
wordt ondersteund. Met de
Acrobat Distiller-functie
wordt transparantie
afgevlakt.
Gebruik van live
transparantie in illustraties
wordt ondersteund. Met de
Acrobat Distiller-functie
wordt transparantie
afgevlakt.
Lagen worden niet
ondersteund.
Lagen worden niet
ondersteund.
Lagen blijven behouden
wanneer PDF-bestanden
worden gemaakt in
toepassingen die het
genereren van gelaagde
PDF-documenten
ondersteunen, zoals
Illustrator CS en hoger of
InDesign CS en hoger.
Lagen blijven behouden
wanneer PDF-bestanden
worden gemaakt in
toepassingen die het
genereren van gelaagde
PDF-documenten
ondersteunen, zoals
Illustrator CS en hoger of
InDesign CS en hoger.
DeviceN-kleurruimte met 8
kleuren wordt ondersteund.
DeviceN-kleurruimte met 8
kleuren wordt ondersteund.
DeviceN-kleurruimte met 31
kleuren wordt ondersteund.
DeviceN-kleurruimte met 31
kleuren wordt ondersteund.
Multi-byte fonts kunnen
worden ingesloten. Distiller
converteert de fonts bij het
insluiten.
Multi-byte fonts kunnen
worden ingesloten.
Multi-byte fonts kunnen
worden ingesloten.
Multi-byte fonts kunnen
worden ingesloten.
40 bits RC4-beveiliging wordt
ondersteund.
128 bits RC4-beveiliging
wordt ondersteund.
128 bits RC4-beveiliging
wordt ondersteund.
128 bits RC4 en128 bits AES
(Advanced Encryption
Standard) beveiliging wordt
ondersteund.