Operation Manual
ADOBE ACROBAT 8 STANDARD
Handboek
96
Vloeiende lijnen naar krommen converteren Hiermee vermindert u het aantal bewerkpunten dat wordt gebruikt om
curven op te bouwen in CAD-tekeningen. Hierdoor wordt het PDF-bestand kleiner en wordt rendering op het scherm
sneller uitgevoerd.
Level 2 copypage-semantiek behouden Gebruikt de copypage-operator die is gedefinieerd in PostScript Level 2, in plaats
van de copypage-operator die is gedefinieerd in Language Level 3 PostScript. Als u voor een PostScript-bestand deze optie
selecteert, wordt de pagina gekopieerd door een copypage-operator. Als de optie niet is geselecteerd, wordt de equivalent
van een showpage-bewerking uitgevoerd. De grafische status wordt echter niet opnieuw geïnitialiseerd.
Overdrukinstellingen behouden Hiermee behoudt u alle eventuele overdrukinstellingen in bestanden die naar PDF
worden geconverteerd. Overdrukinstellingen maken kleuren via verschillende inktlagen.
De standaardinstelling voor overdrukken is niet-nul overdrukken Hiermee voorkomt u dat objecten met overdruk en
CMYK-waarden van nul de onderliggende CMYK-objecten uitnemen.
Adobe PDF-instellingen opslaan in PDF-bestand Hiermee sluit u het instellingenbestand (.joboptions) waarmee de PDF is
gemaakt als bijlage in. (Als u het instellingenbestand wilt bekijken, kiest u Beeld > Navigatievensters > Bijlagen in Acrobat.)
Oorspronkelijke JPEG-afbeeldingen waar mogelijk opslaan Hiermee verwerkt u gecomprimeerde JPEG-afbeeldingen
(afbeeldingen die al zijn gecomprimeerd via DCT-codering) zonder ze opnieuw te comprimeren. Als u deze optie niet
selecteert, verbetert u de prestaties, omdat er alleen sprake is van decomprimeren, niet van opnieuw comprimeren.
Draagbaar opdrachtetiket in PDF-bestand opslaan Hiermee behoudt u een PostScript-opdrachtticket in een PDF.
Opdrachttickets beschrijven het PostScript-bestand en kunnen later in een werkstroom of voor het afdrukken van de PDF
worden gebruikt.
Prologue.ps en Epilogue.ps gebruiken Hiermee wordt er bij elke taak een proloog- en een epiloogbestand verzonden. Met
deze bestanden kunt u aangepaste PostScript-code toevoegen die u wilt laten uitvoeren aan het begin of einde van elke
PostScript-taak die wordt geconverteerd.
Voorbeelden van Prologue.ps- en Epilogue.ps-bestanden vindt u in (Windows) /Documents and Settings/All
Users/Application Data/Adobe/Adobe PDF/Distiller/Data, (Vista) /Users/All Users/Adobe/Adobe PDF/Distiller/Data, of
(Mac OS)/Library/Application Support/Adobe/Adobe PDF/Distiller/Data.
In Windows Verkenner is de map Application Data standaard verborgen. U kunt deze zichtbaar maken als u Extra >
Mapoptieskiest,kliktophettabbladWeergaveendeoptieVerborgenbestandenenmappenweergeveninschakelt.Ukunt
ook het pad typen in het tekstvak Adres.
Opmerking: Distiller verwerkt alleen proloog- en epiloogbestanden als beide bestanden aanwezig zijn en zich op de juiste
locatie bevinden. De twee bestanden moeten samen worden gebruikt
DSC-opmerkingen verwerken Hiermee wordt DSC-informatie uit een PostScript-bestand bewaard.
• DSC-waarschuwingen opslaan in logboek Hiermee worden tijdens de verwerking waarschuwingsberichten
weergegeven voor problematische DSC-opmerkingen. Deze berichten worden toegevoegd aan een logbestand.
• EPS-informatie uit DSC behouden Hiermee wordt informatie voor een EPS-bestand behouden, zoals de brontoepassing
en de datum waarop het bestand is gemaakt.
• OPI-opmerkingen behouden Hiermee wordt informatie behouden die nodig is voor het vervangen van FPO-
afbeeldingen (For Placement Only) of FPO-opmerkingen door afbeeldingen met een hoge resolutie op servers die OPI-
versies (Open Prepress Interface) 1.3 en 2.0 ondersteunen. Meer informatie hierover vindt u op de Adobe-webpagina OPI
2.0 specification (alleen in het Engels).
• Documentinformatie uit DSC behouden Hiermee worden documenteigenschappen, zoals titel en aanmaakdatum en -
tijd in de PDF bewaard.
• Paginagrootte wijzigen en illustraties voor EPS-bestanden centreren Hiermee wordt een EPS-afbeelding gecentreerd
en de paginagrootte aangepast aan de afbeelding. Als u deze optie niet selecteert, wordt de grootte van de pagina gewijzigd
en wordt er gecentreerd op basis van de linkerbovenhoek van het object links boven en de rechteronderhoek van het object
rechts onder op de pagina. Deze optie is alleen van toepassing op taken die bestaan uit één EPS-bestand.