Installation Instructions

ACV International
39
7.7 Ombouw naar ander gassoort
Bij plaatsing
van het toestel op de Belgische markt.
Werkzaamheden aan gasvoerende delen mogen uitsluitend door de
fabrikant uitgevoerd worden.
Als op het toestel een ander gassoort wordt aangesloten dan dient
hiervoor de fabrikant toestemming te verlenen. Neem hiervoor contact op
met ACV International.
N.B. Ombouw bij categorie I2E(S)B is niet toegestaan indien het toestel
op de Belgische markt wordt geinstalleerd.
7.8 Gas-/luchtregeling
De gas-/luchtregeling is in de fabriek ingesteld en behoeft in principe geen aanpassingen.
De afstelling kan gecontroleerd worden door het CO
2
percentage in de verbrandingsgassen te
meten Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de meetnippel welke zich op de
rookgasadapter bevindt.
Bij een eventuele ontregeling of vervanging van het gasblok moet de regeling gecontroleerd
worden en indien nodig door de fabrikant worden ingesteld volgens onderstaande tabel.
Tabel 1a : Alleen geldig voor Belgie (*).
Model
Insert nr.
Gascategorie
Aardgas H
H / E
G20
20 mbar
Aardgas L (*)
2L
G25
25 mbar
Propaan
3P
G31
30 & 50 mBar
Gasdoseerschijf (A)
Kompakt HRE eco 18 Solo 406 600 600 480
Kompakt HRE eco 30 Solo
en 40 Solo
362 655 655 525
Tabel 1b : Geldig voor alle overige landen.
Modèle :
Insert nr..
Gascategorie
Aardgas H
H / E
G20
20 mbar
Aardgas H
H / E
G20
20 mbar
Aardgas H
H / E
G20
20 mbar
Gasdoseerschijf (A)
Kompakt HRE eco 18 Solo 406 600 650 480
Kompakt HRE eco 30 Solo
et 40 Solo
362 655 720 525
Belangrijk.
Controle van de gas/luchtregeling dient met geopende mantel plaats te
vinden.
De meting dient uitgevoerd te worden op basis van O
2
, d.w.z. de
rookgasanalyzer dient voorzien te zijn van een O
2
sensor. Het is
toegestaan de gemeten O
2
meetwaarde in de rookgasanalyzer om te
zetten naar een CO
2
meetwaarde.
De afwijking van de rookgasanalyzer mag maximaal +/- 0.3% zijn (op
basis van O
2
).
Een betrouwbare controle en afstelling is alleen gewaarborgd indien er
geen extreme onderdruk in de rookgasaansluiting t.o.v. de
opstellingsruimte aanwezig is. Denk hierbij aan bijvoorbeeld natuurlijke
trek (wind).
Een afwijking bij hooglast kan niet door het afstellen van het gasblok
gecorrigeerd worden. Het toestel dient in dat geval nauwgezet op
gasdichtheid en juistheid van toegepaste componenten (met name de
gasdoseerring en de ventilator inclusief venturi) gecontroleerd te worden.
Bij vervanging van onderdelen en/of ombouw naar een ander gassoort
dient altijd de juiste werking van de gasluchtregeling gecontroleerd te
worden.