Installation Instructions
ACV International 28
5.7.6 Luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met
gemeenschappelijk afvoersysteem
Toestelcategorie: C83
Een luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met een gemeenschappelijk
afvoersysteem is toegestaan.
VOORZICHTIG
De luchttoevoer in de gevel moet voorzien worden van een
ACV inlaatrooster (A).
De minimale doorlaat van het gemeenschappelijk afvoersysteem
Diameter afvoer HRE eco
Aantal toestellen 18 Solo 30 Solo
2 110 130
3 130 150
4 150 180
5 180 200
6 200 220
7 220 230
8 230 250
9 240 270
10 260 280
11 270 290
12 280 300
BELANGRIJK
.Voor toepassing van het toestel HRE eco 40 Solo in
combinatie met een C83 gezamenlijk rookgasafvoerkanaal
kunt u contact op nemen met de leverancier.
Toegestane leidinglengte
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding (samen) tussen toestel en
gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer en luchttoevoerleiding:
Kompak HRE eco 18 Solo 100 meter
Kompak HRE eco 30 Solo 80 meter
erbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen
Gemeenschappelijke verbrandingsgasafvoer
De uitmonding van de verbrandingsgasafvoer kan op een willekeurige plaats in het
schuine dakvlak gemaakt worden, mits de uitmonding in het dakvlak dezelfde
oriëntatie heeft als de luchttoevoer in de gevel. Bij een platdak moet de uitmonding
van de verbrandingsgasafvoer in het “vrije” uitmondingsgebied gemaakt worden.
Breng een condensafvoer aan.
VOORZICHTIG
Het gemeenschappelijk afvoersysteem moet voorzien worden
van een trekkende afvoerkap(B).
Als het gemeenschappelijk afvoersysteem in de buitenlucht
wordt gesitueerd, moet de afvoerleiding dubbelwandig of
geïsoleerd uitgevoerd worden.
Opmerking
Het gemeenschappelijk afvoersysteem is in combinatie met het toestel gekeurd.