Installation Instructions

ACV International 18
C13
C13
C33
C33
C33
5.6 Leidinglengten
Naarmate de weerstand van de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen toeneemt zal
het vermogen van het toestel afnemen. De maximale toegestane vermogens afname
bedraagt 5%.
De weerstand van de luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer is afhankelijk van de
lengte, de diameter en alle componenten van het leidingsysteem. Per toestelcategorie
is de totale toegestane leidinglengte aangegeven van de luchttoevoer en de
verbrandingsgasafvoer.
5.6.1 Toegestane leidinglengte bij toepassing van concentrisch
rookgasafvoersysteem
Concentrisch 60/100
C13 C33
Kompakt HRE eco 18 Solo 10 m 11 m
Kompakt HRE eco 30 Solo 10 m 10 m
Concentrisch 80/125
C13 C33 C93
Kompakt HRE eco 18 Solo 29 m 29 m Zie §. 5.7.8
Kompakt HRE eco 30 Solo 29 m 29 m Zie §. 5.7.8
Vervangende lengten
Bocht 90° R/D=1 2 m
Bocht 45° R/D=1 1 m
Knie 90° R/D=0,5 4 m
Knie 45° R/D=0,5 2 m
Montage algemeen:
Voor alle uitmondingen geldt de onderstaande montage:
1. Schuif de verbrandingsgasafvoerleiding in de adapter van het toestel.
2. Schuif de concentrische afvoerleidingen in elkaar.
Vanaf het toestel moet iedere pijp in de voorgaande geschoven worden.
3. Monteer een niet verticale verbrandingsgasafvoerleiding op afschot naar het
toestel (min. 5 mm/m).
Monteer felsnaden naar boven gericht in een horizontaal gedeelte.
4. Bij toepassing van een concentrische muurdoorvoer moet deze exact
horizontaal gemonteerd worden.