Operation Manual
NL
5
NL
664Y6000•B
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Legende:
1. Hoofdschakelaar aan/uit van de ketel - om de ketel te starten en stilt te leggen.
2. Zomer-winterschakelaar - om de verwarmingscirculatie pomp aan en uit te schakelen.
3. Energiekeuzeschakelaar - om de verwarmingscirculatiepomp en brander uit/in te schakelen en om een
weerstand van 2,4 kW te activeren/uit te schakelen om aan de behoeften inzake sanitair warm water te voldoen.
4. Controlelampje elektrische weerstand - brandt wanneer de elektrische weerstand geactiveerd is.
5. Thermometer SWW - geeft de temperatuur van het sanitair warm water weer.
6. Regelthermostaat van de sanitaire temperatuur - In sanitaire modus kan de temperatuur van
het warm water ingesteld worden tussen 60 en 80°C
7. Thermo-manometer -geeft de temperatuur van de ketel en de druk in de primaire kring aan.
8. Regelthermostaat van de verwarmingstemperatuur - om de temperatuur van de ketel tussen
60 en 90°C in te stellen. Er wordt aangeraden om deze thermostaat 10 °C hoger in te stellen dan
de instelwaarde van de thermostaat voor het sanitair warm water.
9. Voorgeknipt voor klok (optioneel) - Met de optionele klok kan de warmwatervoorziening
worden in- of uitgeschakeld in functie van tijd (24-uurscyclus). Door het drukken van de witte
staaes (een staae = 15 min. activatie) kan men de klok met dagprogramma instellen.
VOORSCHRIFTEN VOOR DE GEBRUIKER
Belangrijke instructies voor de veiligheid
• Bewaar geen ontvlambare of corrosieve producten zoals verven, oplosmiddelen, zouten,
chloorhoudende producten of andere reinigingsproducten in de nabijheid van het toestel.
• Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan ervaring of kennis, tenzij
ze zijn begeleid door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid, toezicht
houdt of die voorafgaande instructies geeft voor het gebruik van het toestel.
REGELMATIGE CONTROLES
Belangrijke instructies voor een correcte werking van de installatie
• Controleer regelmatig of de waterdruk in het systeem ten minste 1 bar is (koud).
• Indien het noodzakelijk is om het systeem te vullen om de aanbevolen minimale waterdruk
te handhaven, voeg koud water enkel toe in kleine hoeveelheden. Toevoegen van een
grote hoeveelheid koud water in een hete ketel kan leiden tot permanente beschadiging
van het toestel.
• Als de ketel vaak naar vergrendeling overschakelt, verwittig uw installateur.
• Indien het noodzakelijk is om het systeem vaak te vullen, verwittig uw installateur.
• Controleer het onderste gedeelte van de ketel regelmatig op de afwezigheid van
water. Bij aanwezigheid van water dient u uw installateur te verwittigen.
1
2
3
4
65 7 89