Operation Manual

4. Beperk de aanwezigheid van carbonaten in het water
- Het vulwater moet worden verzacht als de hardheid hoger is dan 20° fH (11,2° dH).
- Controleer regelmatig de hardheid van het water en noteer de waarden in het
onderhoudsverslag.
- Tabel waterhardheid:
Waterhardheid °fH °dH mmolCa(HCO3)2 / l
Zeer zacht 0 - 7 0 - 3,9 0 - 0,7
Zacht 7 - 15 3,9 - 8,4 0,7 - 1,5
Matig hard 15 - 25 8,4 - 14 1,5 - 2,5
Hard 25 - 42 14 - 23,5 2,5 - 4,2
Zeer hard > 42 > 23.5 > 4,2
5. Controleer de waterkarakteristieken
- Naast zuurstof en hardheid, moeten ook nog andere parameters van het water worden
gecontroleerd.
- Behandel het water als de gemeten parameterwaarden buiten de limieten vallen.
Zuurtegraad 6,6 < pH < 8,5
Geleidbaarheid < 400 S/cm (bij 25°C)
Chloriden < 125 mg/l
Ijzer < 0,5 mg/l
Koper < 0,1 mg/l
NL
19
NLInstallatIe
664Y6000•B