Operation Manual
Copyright © Acronis, Inc., 2000-2010 101
Klik op Activeren.
Let op!
Acronis Startup Recovery Manager overschrijft de Master Boot Record (MBR) met zijn eigen
opstartcode wanneer u het activeert. Als u bootmanagers van andere softwareleveranciers hebt
geïnstalleerd, dient u die weer te activeren nadat u Startup Recovery Manager hebt ingeschakeld. Als
u Linux-loaders zoals LiLo of GRUB gebruikt, kunt u die het beste in de opstartrecord van een
opstartpartitie voor Linux installeren in plaats van in een MBR voordat u Startup Recovery Manager
activeert.
Als er zich een ernstige fout voordoet, schakelt u de computer in of start u deze opnieuw op en drukt
u op F11 op het moment dat het bericht 'Druk op F11 om Acronis Startup Recovery Manager te
starten' verschijnt. Hiermee start u de stand-alone versie van Acronis True Image Home 2011, die
enigszins afwijkt van de volledige versie van het programma. Blader naar een back-up die een image
van de systeempartitie bevat en zet het systeem terug.
De stationsletters die in de stand-alone versie van Acronis True Image Home 2011 worden weergegeven,
kunnen afwijken van de stationsletters die in Windows worden gebruikt. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat schijf
D: in de stand-alone versie van Acronis True Image Home 2011 overeenkomt met schijf E: in Windows.
Informatie over de grootte van de verschillende partities, het bestandssysteem, de opslagcapaciteit en de
fabrikant van de harde schijven en de modelnummers kan nuttig bij het identificeren van de juiste schijven en
partities.
U kunt Acronis Startup Recovery Manager niet gebruiken terwijl de Try & Decide-modus is ingeschakeld als u
deze voorziening eerder hebt geactiveerd. Als u de computer opnieuw opstart in de Try-modus, kunt u Acronis
Startup Recovery Manager weer gebruiken.
4.11 Herstellen van dynamische/GPT-schijven en -
volumes
1) U kunt dynamische volumes naar de volgende locaties terugzetten op de lokale harde schijf met
Acronis True Image Home 2011:
naar hun oorspronkelijke locatie (naar hetzelfde dynamische volume);
naar een andere dynamische schijf of een ander dynamisch volume;
naar de niet-toegewezen ruimte van een groep dynamische schijven;
naar een standaardschijf.
Als u een dynamisch volume naar een niet-toegewezen ruimte van de dynamische groep terugzet,
wordt het desbetreffende volume als dynamisch volume teruggezet, en niet als standaardvolume.










