Operation Manual

18
Nederlands...
Image-I (Beeld-I)
Brightness (Helderheid)
Past de helderheid van het beeld aan.
Druk op om het beeld donkerder te maken.
Druk op om het beeld lichter te maken.
Contrast
Met het contrast beheert u de graad van het verschil tussen de
lichtste en donkerste delen van de afbeelding. Het aanpassen van
het contrast wijzigt de waarden voor zwart en wit in de
afbeelding.
Druk op om het contrast te verminderen.
Druk op om het contrast te vermeerderen.
Color Temp. (Kleurtemperatuur)
Past de kleurtemperatuur aan. Bij een hogere temperatuur ziet het
beeld er koeler uit; bij een lagere temperatuur ziet het beeld er
warmer uit.
Color (Kleur)
Past de rode, groene en blauwe kleurwaarden aan.
Keystone (Trapeziumcorrectie)
Past de beeldvervorming aan die werd veroorzaakt door het
kantelen van de projector (±16 graden).
White Segment (Witbalans)
Gebruik het witsegment om het piekniveau van de witbalans voor
de DMD-chip in te stellen . 0 staat voor een minimaal witniveau, en
10 staat voor een maximaal witniveau. Indien u een sterker beeld
wilt, pas deze instelling dan aan naar het maximum. Voor een
vloeiender en natuurlijker beeld, past u deze instelling aan naar het
minimum.
Computer-/ Videomodus
Besturingselementen