Operation Manual

38
Belangrijk: Als de telefoon in de Vliegtuigmodus staat, wordt de optie om Bluetooth in te
schakelen uitgeschakeld. Zie "De smartphone in de Vliegtuigmodus schakelen" op
pagina 37 voor instructies over het in- of uitschakelen van Vliegtuigmodus.
Bluetooth-instellingen aanpassen
U kunt Bluetooth gebruiken om gegevens uit te wisselen tussen de smartphone en
andere mobiele toestellen.
Bluetooth-verbindingen
Voor alle Bluetooth-instellingen opent u het menu Toepassingen en tikt u op
Instellingen > Draadloos en netwerken > Bluetooth-instellingen. Hier schakelt u
Bluetooth in of uit, stelt u een toestelnaam en zichtbaarheid in. Tik op Scannen
naar apparaten om beschikbare apparaten te zoeken.
Maak verbinding met een apparaat door op het apparaat in de lijst met beschikbare
apparaten te tikken. Eventueel wordt u gevraagd een pincode in te voeren op beide
apparaten om de verbinding tot stand te brengen.
Gedeeld internet
Tetheren via usb
Als u de mobiele internetverbinding wilt delen met een computer, sluit u de telefoon
op de pc aan met de bijgesloten usb-kabel.
1. Steek de usb-synckabel in de micro-usb-aansluiting van de smartphone.
2. Steek de usb-clientstekker in een beschikbare usb-poort op de computer.
3. Tik op Instellingen > Draadloze en netwerk > Tethering en draagbaar
hotspot en tik vervolgens op Usb-tethering.
Wi-Fi hotspot
U kunt de smartphone als draagbaar Wi-Fi hotspot gebruiken, zodat u de mobiele
internetverbinding met maximaal 8 clients kunt delen.
1. Tik op Instellingen > Draadloze en netwerkinstellingen > Tethering en
draagbaar hotspot > Draagbare Wi-Fi hotspotinstellingen.
2. Tik op Wi-Fi hotspot configureren.
3. Stel de Netwerk SSID in en stel de beveiliging in op Open of WPA2 PSK. Tik op
Opslaan als u klaar bent.
Opmerking: Als de smartphone als een Wi-Fi hotspot dient, kunt u de toepassingen van
de telefoon niet gebruiken om internetverbinding te maken via de Wi-Fi-verbinding.
Netwerkinstellingen telefoon
Tik op Mobiele netwerken om de netwerkinstelling aan te passen. U kunt de
gegevensverbinding in- of uitschakelen tijdens roamen, de verbinding beperken tot
alleen 2G-netwerken, een netwerkaanbieder opgeven en toegangspunten
aangeven.