Operation Manual
35
Nederlands
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
• Druk op om het beeld donkerder te maken.
• Druk op om het beeld helderder te maken.
Contrast
Beheert het verschil tussen de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld. Als u het contrast aanpast wordt
de hoeveelheid zwart en wit in het beeld gewijzigd.
• Druk op voor minder contrast.
• Druk op voor meer contrast.
Verzadiging
Past een videobeeld aan van zwart-wit naar volledig
verzadigde kleuren.
• Druk op om de hoeveelheid kleur in het beeld te
verlagen.
• Druk op om de hoeveelheid kleur in het beeld te
verhogen.
Tint
Past de kleurbalans van rood en groen aan.
• Druk op om de hoeveelheid groen in het beeld te
verhogen.
• Druk op om de hoeveelheid rood in het beeld te
verhogen.
Kleurtemperatuur
Past de kleurtemperatuur aan. Bij een hogere
kleurtemperatuur ziet het scherm er koeler uit, bij een
lagere temperatuur ziet het er warmer uit.
Dynamic Black
als dit is ingeschakeld, past de projector het energiegebruik
van de lamp dynamisch aan volgens de helderheid van het
geprojecteerde beeld. Bij het projecteren van donkere
beelden, vermindert het energieverbruik en verbetert het
contrast van het beeld.
Gamma
Heeft effect op de voorstelling van een donkere scène. Met
een hogere gammawaarde ziet een donkere scène er
helderder uit.