Operation Manual

NE-25
Gebruiksaanwijzing >>
Belichtingcompensatie/Tegenlichtcorrectie
Foto´s kunnen worden genomen terwijl de gehele scène bewust helderder of
donkerder is gemaakt. Deze instellingen worden gebruikt wanneer een geschikte
helderheid (belichting) niet op andere wijze kan worden verkregen, als het
verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond (het contrast)
groot is, of als het onderwerp dat u wilt fotograferen erg klein in beeld is.
Belichting kan worden ingesteld in 0,3 EV eenheden.
1. Draai de modusschakelaar naar [ ] en
stel de modusdraaischijf in op [P], [Tv],
[Av] en druk op de knop.
Elke druk op de knop laat de
de instelling zien in de volgorde van
[Blank], [ ] Tegenlichtcorrectie en
[ ] Belichtingcompensatie.
2. Stel de belichtingswaarde in via de S/
T knoppen.
Druk op de S knop om de waarde te verhogen.
Druk op de T knop om de waarde te verlagen.
Het instellingsbereik van de belichtingcompensatie is als volgt:
-2,0, -1,7, -1,3, -1,0, -0,7, -0,3, 0, +0,3, +0,7, +1,0, +1.3, +1,7, +2,0.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de foto. Hoe lager de waarde, hoe
donkerder de foto. De ingestelde waarde wordt getoond op het scherm.
Effectieve onderwerpen en ingestelde waarden
+ (positieve) compensatie
* Drukwerk met zwarte tekst op witachtig papier.
* Tegenlicht
* Heldere scènes of sterk reflecterend licht zoals skipistes.
* Als de lucht een groot gebied inneemt op het scherm.
- (negatieve) compensatie
* Mensen die worden belicht door een spotlight, vooral tegen een donkere achtergrond.
* Drukwerk met witte tekst op zwartachtig papier.
* Zwak reflecterende onderwerpen zoals groenblijvende bomen of donkere bladeren.
Tegenlichtcorrectie (+1,3 EV, fixed)
* Als de achtergrond licht is en het onderwerp donker.
* Als het onderwerp (mensen) een lichtbron in de rug hebben, zoals de zon.
De tegenlichtcorrectie-instelling kan worden ingesteld in de [ ], [P],
[Tv], [Av], [ ], [ ] en [ ] modi.