Operation Manual
152
8.1 Bevestiging van een waarschuwing
of foutmelding
Alsueenvandevolgendewaarschuwingenoffoutmeldingen
heeftbevestigd:
W1:AMPULBNALEEG
E1:AMPULLEEG
W2:BATT.BNALEEG
E2:BATTERLEEG
W5:REST.LOOPTD
E5:EINDELOOPTD,
wordthetsymboolvoordebetreffendewaarschuwingof
foutmeldingalsherinneringindedisplayweergaveRUNofSTOP
weergegeven.
Symboolvoorbnalege
batter
Symboolvoorbnalege
ampul
Symboolvoorde
resterendelooptd
Symboolvande
toetsblokkering
Balleoverigewaarschuwingenenfoutmeldingenwordtde
waarschuwendeinformatievandedisplayverwderd,maarblft
opgeslageninhetalarmoverzichtenhetgeheugenvande
gebeurtenissen.
Als er een waarschuwing of foutmelding wordt gegeven:
Drukop j fomdeakoestischesignalenendetrilsignalenuit
teschakelen.Decodevandewaarschuwingoffoutmelding
wordtechternogsteedsopdedisplayweergegeven.
Zodrauderedenvandewaarschuwingoffoutmeldingheeft j
begrepen,bevestigtuditdoornogmaalsopftedrukken.
Onderneemdeeventueelnoodzakelkeacties. j
Alsertegelkertdmeerdaneenwaarschuwingen/of j
foutmeldingwordtgegeven,moetuvoorelkewaarschuwingof
foutmeldingtweemaalopfdrukkenomdezetebevestigen
enuitteschakelen.
Zetnaeenwaarschuwingoffoutmeldinguwpompteruginde j
RUNmodus,indienditvantoepassingis.
Opmerking Als u uw pomp in combinatie met de meter
gebruikt, kunt u een binnengekomen waarschuwing
of foutmelding ook met de meter (tdelk) uitscha-
kelen en bevestigen. Raadpleeg de gebruikersinfor-
matie van de meter voor meer informatie.