ACCU-CHEK Spirit Combo INSULINEPOMP ® De insulinepomp d Menu-toets a Omhoog-toets f OK-toets s Omlaag-toets Gebruiksaanwijzing Ampulcompartiment met ampul Adapter Lueraansluiting van de infusieset
Overzicht van het gebruikersmenu UITGEBREID jj Druk op d om in voorwaartse richting (vooruit) te gaan jj Druk gelijktijdig op d + a om in achterwaartse richting (terug) te gaan jj Druk op f om te selecteren of op te slaan jj Druk op a om omhoog te gaan (te verhogen) jj Druk op s om omlaag te gaan (te verlagen) BRP Overzicht van de gebruikersmenu’s STANDAARD en PERSOONLIJK In het gebruikersmenu PERSOONLIJK beschikbare menu’s kunnen met behulp van (apart verkrijgbare) Accu-Chek PC-software worden geselectee
Onderdelen van de pomp en accessoires Batterijsleutel Deksel van het batterijcompartiment Batterij Infraroodvenster (naast de deksel van het batterij compartiment) Adapter Ampulcompartiment Ampul Aandrijfstang Eindplaat Zuiger in de ampul
Geachte Accu-Chek Spirit Combo-insulinepompgebruiker, Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor u, als pompgebruiker, en voor medische beroepsbeoefenaren. De gebruiksaanwijzing bevat alle noodzakelijke informatie voor een veilig en efficiënt gebruik van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp. Onafhankelijk van uw ervaring met de pomptherapie, adviseren wij u om dit document zorgvuldig door te lezen, voordat u met de insulinepomptherapie begint.
Meer over deze gebruiksaanwijzing Om een veilig en gemakkelijk gebruik van uw nieuwe Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp te waarborgen, vereist sommige informatie in deze gebruiksaanwijzing uw bijzondere aandacht. Deze informatie wordt weergegeven als ”Waarschuwing”, als aanwijzing ”Let op!” of als “Opmerking”. jj Een ”Waarschuwing” geeft informatie over de gevaren voor uw gezondheid. Het negeren van deze informatie zou in sommige gevallen zelfs kunnen leiden tot levensbedreigende situaties.
1 Kennismaking met uw nieuwe systeem 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Overzicht Display en geluid Toetsen en toetscombinaties Accessoires en materialen voor eenmalig gebruik Kit voor noodgevallen Algemene veiligheidsinformatie 2 Om te beginnen 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.
6 Gebruik van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in combinatie met de bloedglucosemeter 133 9 Problemen oplossen 9.1 Therapiegerelateerde onderwerpen Bloedglucosemeter Bluetooth ® in- en uitschakelen Uw pomp koppelen aan de bloedglucosemeter Oplossen van problemen met de Bluetooth ® verbinding 133 135 136 7 Verzorging en onderhoud 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.
1 1 Kennismaking met uw nieuwe systeem 1.1 Overzicht Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp beschikt over veel nuttige functies, die bijdragen aan het waarborgen van een veilige en efficiënte pomptherapie. Opmerking In deze gebruiksaanwijzing wordt met de term ”meter” altijd de Accu-Chek Aviva Combo-bloedglucosemeter bedoeld.
STANDAARD Dit is een basis menu – ontworpen voor eenvoud en gemak. UITGEBREID Dit menu helpt u om uw behandeling aan te passen aan een groter aantal situaties. PERSOONLIJK Het menu PERSOONLIJK maakt het u mogelijk om uw pomp nauwkeurig aan te passen aan uw persoonlijke behoeften en niveau van vaardigheden. Zie hoofdstuk 5 Afstemmen van de pomp op uw persoon. Vijf basale profielen U kunt kiezen uit vijf basale profielen, afhankelijk van uw verschillende dagelijkse routines.
1 Herinneringen Net als bij waarschuwingen en fouten kan uw pomp ook bij herinneringen signalen afgeven. Hierbij werkt de pomp als een elektronische wekker. Keuze van batterijen Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp kan van stroom worden voorzien door batterijen voor eenmalig gebruik of door oplaadbare batterijen. (Als u besluit om oplaadbare batterijen te gebruiken, moet u een door de fabrikant van de batterijen aanbevolen oplaadapparaat gebruiken.
1.2.1 Achtergrondverlichting 1.2.2 Draaien van de displayweergave De achtergrondverlichting helpt u bij het aflezen van de informatie in slecht verlichte omgevingen. Als de pomp zich in de RUN- of STOP-modus bevindt of als u zich door de menu’s verplaatst, kunt u de achtergrondverlichting inschakelen door op a te drukken. De displayweergave van uw pomp kan 180 graden worden gedraaid. Zie paragraaf 5.6.4 Oriëntatie van de displayweergave.
1 1.2.3 Displayweergaven De door uw pomp weergegeven beeldschermen hebben betrekking op een van de volgende modi: jj RUN, STOP en Quick info jj Informatie jj Functie jj Instellen De informatie-, functie- en insteldisplayweergaven zijn toegankelijk vanuit de gebruikersmenu’s. Zie paragraaf 5.2 Selectie van een gebruikersmenu.
Op de displayweergave RUN wordt ook informatie over herinneringen (zoals ”ampul bijna leeg”) en speciale functies (zoals toetsblokkering – geblokkeerd of gedeblokkeerd) in de vorm van symbolen weergegeven. (Zie Appendix F: Symbolen). Op de displayweergave STOP wordt ook informatie over herinneringen (zoals ”batterij bijna leeg”) en speciale functies (zoals toetsblokkering – geblokkeerd of gedeblokkeerd) in de vorm van symbolen weergegeven.
1 Door weer op f te drukken komt u in de functie BOLUSGEGEVENS. U kunt de laatste 30 bolussen bekijken door op a of s te drukken. U kunt de displayweergave Quick Info verlaten door weer op f te drukken of door gedurende 20 seconden op geen enkele toets te drukken. Informatie-, functie- en insteldisplayweergaven U kunt toegang tot deze displayweergaven krijgen, als u de pomp instelt, een functie uitvoert, een instelling wijzigt of informatie opslaat of overdraagt.
Opmerking U kunt ook in achterwaartse richting door de menustructuur gaan – of terugkeren naar menu’s, die u heeft overgeslagen – door gelijktijdig op de toetsen d en a te drukken. Als u zich echter in een functiedisplayweergave bevindt, heeft het gelijktijdig indrukken van deze toetsen tot gevolg, dat u een niveau omhoog gaat zonder de huidige wijzigingen op te slaan. 1.2.
1 Om de STOP-waarschuwing uit te schakelen, moet u gedurende drie seconden op a of s drukken. U hoort vervolgens een akoestisch signaal, waardoor wordt bevestigd, dat de STOPwaarschuwing is uitgeschakeld. Als u te kort op de toets drukt, wordt de STOP-waarschuwing niet uitgeschakeld. Opmerking Voor uw veiligheid kan het geluidsvolume van de STOP-waarschuwing niet worden gewijzigd. Dit is onafhankelijk van het ingestelde volume van het akoestische signaal. 1.
De volgende tabel geeft de toetsen en hun functies weer. 16 Toets Naam Functie Toets Naam Functie d Menu jj Om u door menu’s, functie- en informatiedisplayweergaven te verplaatsen. s Omlaag f OK jj Een menu selecteren. jj Wijzigingen opslaan en functie- en informatiedisplayweergaven verlaten. jj De displayweergave Quick info bekijken. a Omhoog jj In voorwaartse richting door de informatiedisplayweergaven verplaatsen. jj Een instelling verhogen. jj De achtergrondverlichting inschakelen.
1 1.3.1 Combinatie van toetsen Door gelijktijdig op twee toetsen te drukken, kunnen er extra functies worden verkregen. In de volgende tabel wordt met een plus-symbool (+) aangegeven, dat beide toetsen op hetzelfde tijdstip moeten worden ingedrukt. Combinatie Functie d+a jj Verlaten van menu’s, functie- en informatiedisplayweergaven, zonder wijzigingen op te slaan. jj Brengt u naar een voorafgaand menu. d+s jj Toetsen deblokkeren.
1.3.2 Bladeren (scrollen) 1.3.3 Toetsen blokkeren Om hoger of lagere waarden in te voeren, moet de a resp. s toets soms meerdere malen worden ingedrukt, voordat de gewenste waarde wordt weergegeven, waarbij het getal door het indrukken van de toets telkens een klein beetje verandert. Om de waarde sneller te laten veranderen, kunt u de toets echter ook ingedrukt houden (scroll-functie).
1 1.4 Accessoires en materialen voor eenmalig gebruik Hoogwaardige steriele materialen voor eenmalig gebruik en accessoires vormen een belangrijk onderdeel van het Accu-Chek Spirit Combo-insulinepompsysteem en zorgen ervoor, dat een veilige insuline pomptherapie kan worden gewaarborgd. Volg met betrekking tot het gebruik van deze producten de aanwijzingen van uw behandelteam – evenals de bij het product gevoegde schriftelijke instructies – altijd zorgvuldig op.
1.4.2 Adapter Opmerking Het is uitermate belangrijk, dat de adapter ten minste één maal per twee maanden wordt vervangen. U moet de adapter eveneens vervangen als de afdichtringen versleten of afwezig zijn of als de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. ventilatieopeningen handgreep 1.4.
1 c Let op! Het gebruik van andere dan de aanbevolen batterijen kan de gebruiksduur van de batterijen aanzienlijk verkorten. Tevens bestaat de kans dat dergelijke batterijen lekken waardoor de contactpunten in uw pomp corroderen. Het is daarom mogelijk, dat de garantie komt te vervallen, als u andere dan de door Accu-Chek geleverde of aanbevolen batterijen gebruikt. Batterijsleutel U kunt de deksel van het batterijcompartiment met de batterijsleutel vastdraaien en losdraaien.
1.5 Kit voor noodgevallen Het is aan te raden om voor noodgevallen altijd accessoires en materialen voor eenmalig gebruik bij u te hebben. Hierdoor kunt u deze onderdelen vervangen als dit nodig mocht zijn.
1 1.6 Algemene veiligheidsinformatie w Waarschuwing Zorg er altijd voor, dat u uw persoonlijke instellingen nauwkeurig invoert om onjuiste toediening van insuline te voorkomen. Dit zou er namelijk toe kunnen leiden, dat er te veel of te weinig insuline wordt toegediend. Te veel insuline kan leiden tot ernstige hypoglykemie. Te weinig insuline kan leiden tot een levensbedreigende keto-acidose. w c Let OP! Als u de insulinepomp heeft laten vallen, moet u deze onmiddellijk op beschadigingen controleren.
24
2 2 Om te beginnen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe u uw pomp moet voorbereiden en met de insulinepomptherapie moet beginnen. 2.1 Voordat u begint Voor een succesvolle insulinepomptherapie wordt u geadviseerd regelmatig uw bloedglucosespiegel controleren. Daarom adviseren wij u om uw bloedglucosewaarden regelmatig te meten zoals voorgeschreven door uw behandelaar, met een Accu-Chek bloedglucosemeter.
Procedure voor het plaatsen en vervangen van de batterij 1. 2. Verwijder de infusieset of koppel deze af van de infusieplaats om elk risico van een onbedoelde insulinetoediening uit te sluiten. Druk op d om naar de displayweergave STOP DE POMP te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Uw pomp bevindt zich nu in de STOP-modus en de toediening van insuline stopt. 3. 4. Verwijder de deksel van het batterijcompartiment.
2 5. 6. Plaats de deksel op de positieve pool en druk de batterij zachtjes naar beneden, terwijl u de deksel rechtsom draait om het compartiment gedeeltelijk af te sluiten. Gebruik de batterijsleutel om de deksel van het batterijcompartiment goed vast te draaien. U kunt controleren of de deksel van het batterijcompartiment correct is gesloten door te kijken of deze in een lijn ligt met de behuizing van de pomp. Niet te strak aandraaien.
c Let op! Om te voorkomen, dat er water binnendringt in de behuizing van de insulinepomp, is het noodzakelijk de batterij alleen in een droge omgeving vervangen. Let erop, dat de afdichtring van de deksel van het batterijcompartiment niet versleten is of ontbreekt en dat de batterij correct is geplaatst. Opmerking Als uw pomp zich, voordat de batterij werd verwijderd, in de RUN-modus bevond, zal de foutmelding E8: STROOMUITVAL worden weergegeven, als de nieuwe batterij is geplaatst.
2 2.3 Opstartprocedure De opstartprocedure van de insulinepomp wordt uitgevoerd, zodra u een batterij plaatst of de ampul vervangt. Tijdens deze procedure voert uw pomp een serie interne testen uit. Als u … Dan … alleen de ampul vervangt begint de opstartprocedure op de displayweergave FUNCTIETEST. w Als u … Dan … de batterij vervangt wordt de volledige opstartprocedure uitgevoerd.
4. w De displayweergave GELUIDSTEST verschijnt en uw insulinepomp geeft een pieptoon af. Luister goed naar de pieptonen. w 30 Waarschuwing Als u de trillingen niet kunt voelen, wordt u niet op tijd geïnformeerd over wijzigingen aan de pomp om actie te kunnen ondernemen. Als u de trillingen niet kunt voelen, stop met het gebruik van de insulinepomp en neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
2 8. 9. 10. De display wordt zwart. Controleer of de display helemaal zwart is. Als uw pomp tijdens de opstartprocedure een waarschuwing of fout vaststelt, wordt bij het betreffende punt een bijbehorende foutmelding of waarschuwing gegeven. Zie paragraaf 8.3 Lijst van foutmeldingen. Druk na de functietest op a of s om het door u geplaatste type batterij te selecteren. 11. Het einde van de opstartprocedure wordt aangegeven door een akoestisch signaal en de pomp geeft de displayweergave STOP weer.
2.4 Instellen van tijd en datum Het is uitermate belangrijk om de tijd en datum correct in te stellen, omdat de basale doseringen en de informatie in overzichten op basis van de in de pomp ingestelde tijd en datum worden opgeslagen. Als u door verschillende tijdzones reist, vergeet dan niet de tijd en de datum correct in te stellen. U kunt voor de tijdweergave kiezen uit de Amerikaanse of de Europese / militaire tijdweergave.
2 Procedure voor het instellen van de tijd en de datum 1. 2. 3. Druk op d om naar de displayweergave INSTELLINGEN TIJD EN DATUM te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Druk op d om naar de displayweergave MINUTEN te gaan. De displayweergave UREN wordt weergegeven. Druk op a of s om de uren in te stellen. Druk op a of s om naar de displayweergave MINUTEN te gaan. 4. 5. 6. Druk op d om naar de displayweergave JAAR te gaan. Druk op d om naar de displayweergave MAAND te gaan.
7. Druk op d om naar de displayweergave TIJDWEERGAVE te gaan. Druk op a of s om de tijdweergave in te stellen. 34 8. Druk op d om naar de displayweergave DATUMWEERGAVE te gaan. Druk op a of s om de datumweergave in te stellen. Druk op f om deze instellingen op te slaan en af te sluiten.
2 2.5 Uw basale profiel Stel uw persoonlijke instellingen op uw Accu-Chek Spirit Combo in voordat u met de insulinepomptherapie begint. Uw behandelaar kan u uitleggen, hoe u de insulinepomp moet in gebruik neemt. 2.5.1 Instellen van uw basale profiel Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp geeft elke 3 minuten insuline af, in 20 gelijke doses per uur en 24 uur per dag.
U dient uw basale profiel te controleren: jj Als er instellingen van uw pomp zijn gewijzigd. jj Na het plaatsen van een nieuwe batterij. jj Na bevestiging van de foutmelding E7: ELEKTRON. FOUT. Opmerking De toediening van insuline wordt niet gestopt of onderbroken tijdens het instellen van de basale dosering. Procedure voor het instellen van uw basale profiel 36 1. 2. 3. Druk op d om naar de displayweergave BASAAL PROFIEL INSTELLEN 1 (2, 3, 4 of 5 dienovereenkomstig) te gaan.
2 4. Druk op a of s of scroll om de door uw behandelaar voorgeschreven basale dosering voor deze tijdsperiode in te stellen. Opmerking De grootte van de stappen, waarmee de instelling wordt uitgevoerd, hangt af van de ingestelde basale dosering: 0.01 U van 0.05 U tot 1.00 U, 0.05 U van 1.00 U tot 10.0 U en 0.1 U van 10.0 U tot 50.0 U 6. 7. Gebruik d en a of s om de basale doseringen voor de overige tijdsperiodes van een uur in te stellen.
Een basale dosering voor een tijdsperiode van een uur kopiëren Als een basale dosering voor meerdere tijdsperiodes (van een uur) in een reeks hetzelfde is, kunt u tijd sparen door deze basale dosering naar een of meer tijdsperiodes te kopiëren. 3. Druk op d om naar de tijdsperiode te gaan van de basale dosering, die u wilt kopiëren. 38 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave BASAAL PROFIEL INSTELLEN 1 (2, 3, 4 of 5 dienovereenkomstig) te gaan. Druk op f om deze te selecteren. 4. 5.
2 6. Druk op f om de instellingen te bevestigen. Controleer de nieuwe totale basale dosering per dag (TOT. BASALE DOS.). Druk op f om deze instellingen op te slaan en af te sluiten. Opmerking Bij het instellen van uw basale dosering zijn er bij iedere stap de volgende mogelijkheden om af te sluiten. Als u … Dan … de wijzigingen wilt opslaan jj druk op f en controleer de nieuwe totale basale dosering per dag. jj druk nogmaals op f .
Een basaal profiel selecteren 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave SELECTIE BASAAL PROFIEL te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Als u meer dan een basaal profiel heeft ingesteld (menu UITGEBREID of PERSOONLIJK), kunt u het gewenste profiel selecteren. De displayweergave KIES PROFIEL wordt weergegeven voor het actuele basale profiel. 3. Druk op a of s om een basaal profiel te selecteren.
2 Opmerking Als u uw gebruikersmenu bijvoorbeeld van UITGEBREID in STANDAARD wijzigt, is het mogelijk, dat uw huidige basale profiel niet wordt weergegeven. Als een door u gewenst nummer van het basale profiel niet wordt weergegeven: jj selecteer het gebruikersmenu UITGEBREID of jj ken aan het basale profiel een beschikbaar profielnummer toe. Als een verhoging of verlaging van de tijdelijke basale dosering wordt uitgevoerd, blijft deze actief, zelfs als u het basale profiel op uw pomp wijzigt.
2.6 De ampul, adapter en infusieset aansluitent Controleer voordat u de ampul, adapter of infusieset vervangt, of uw pomp goed functioneert. Zie paragraaf 7.1.1 Checklist. Als de zuiger van de ampul en de aandrijfstang niet goed op elkaar zijn aangesloten en u de insulinepomp op een hogere plaats draagt dan de infusieplaats, kan er ongecontroleerd insuline uit de ampul of de infusieset lopen.
2 Procedure voor het aansluiten van de ampul, adapter en infusieset 1. 2. 3. Verwijder het beschermingskapje van de ampul. (Raak hierbij de punt van de ampul niet aan.) Druk de adapter zo ver mogelijk op de punt van de ampul. Maak een nieuwe Accu-Chek-infusieset klaar voor gebruik en volg hierbij de bijgevoegde aanwijzingen voor gebruik zorgvuldig op. 4. Houd de adapter vast en draai de lueraansluiting van de infusieset met de hand rechtsom vast in de adapter. Niet te strak aandraaien.
2.7 De ampul plaatsen Zorg ervoor, dat u de volgende materialen bij de hand heeft: jj Een gevuld Accu-Chek Spirit-ampulsysteem (3,15 mL) met een hierop geplaatste Accu-Chek Spirit Combo-insulinepompadapter jj Een nieuwe Accu-Chek-infusieset w Waarschuwing Gebruik de insulinepomp uitsluitend voor de toediening van kortwerkende humane insuline of snelwerkende insulineanalogen met een concentratie U100. Procedure voor het plaatsen van de ampul 1. 2.
2 4. Verwijder de ampul (indien noodzakelijk) door de adapter voorzichtig los te draaien. Trek de ampul pas uit het ampulcompartiment, als deze volledig losgedraaid is. 7. De aandrijfstang wordt nu teruggezet. De aandrijfstang niet aanraken of op enige andere wijze het terugzetten van de aandrijfstang verstoren, omdat dit tot beschadiging van uw pomp zou kunnen leiden. 5. 6. Druk op d om naar de displayweergave AMPUL VERVANGEN te gaan.
9. 10. zie stap 10 Houd uw pomp verticaal. Houd de nieuwe, volle ampul met de aangesloten adapter en infusieset naar boven gericht en houd deze evenwijdig aan en dicht tegen het ampulcompartiment. zie stap 11 Zorg er hierbij voor, dat de bovenkant van het schroefdraad van de adapter op één lijn ligt met de bovenkant van het ampulcompartiment. 11. 12.
2 13. Houd uw insulinepomp verticaal (de adapter moet hierbij omhoog wijzen). Plaats de ampul in het ampul compartiment. 14. Het is hierbij niet nodig om druk uit te oefenen. Draai de adapter niet te hard vast, omdat het anders moeilijk wordt om de ampul, de adapter en de zuiger van de ampul te verwijderen en omdat dit schade aan uw pomp aan kan richten. Draai (niet duwen) de adapter rechtsom vast, totdat deze correct is aangesloten op het ampulcompartiment. 15. 16. 17.
18. 19. Zie paragraaf 2.8 De infusieset vullen. Begin bij stap 4 van de Procedure voor het vullen van de infusieset. Druk, nadat de ampul correct is geplaatst, op f . Uw pomp voert nu een functietest uit. Zie paragraaf 2.3 Opstartprocedure 48 Als de procedure van de functietest is afgesloten, verschijnt de displayweergave INFUSIESET VULLEN.
2 2.8 De infusieset vullen w Waarschuwing Vul nooit een infusieset, die nog met uw lichaam is verbonden, aangezien u hierbij het risico loopt van een ongecontroleerde toediening van insuline in uw lichaam. Volg de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte infusieset altijd zorgvuldig op. w Waarschuwing De aanwezigheid van luchtbellen in de ampul en de infusieset kan leiden tot de infusie van lucht in plaats van insuline.
Procedure voor het vullen van de infusieset 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave STOP DE POMP te gaan. Op de pomp verschijnt de displayweergave STOP en de toediening van insuline stopt. Druk op f om deze te selecteren. 50 4. 5. Druk op d om naar de displayweergave INFUSIESET VULLEN te gaan. Zorg ervoor, dat uw infusieset is afgekoppeld. Druk op f deze te selecteren. Er wordt een vulwaarde (vulvolume) van 25 eenheden insuline op de display weergegeven.
2 7. De infusieset is correct gevuld, als er geen luchtbellen zichtbaar zijn in het slangetje en er een druppel insuline uit de naald is gekomen. Als de vulprocedure is voltooid, keert uw pomp terug naar de modus STOP. Op de display wordt een doorlopende telling weergegeven. Uw pomp stopt na 25 eenheden met vullen. U kunt de vulprocedure op ieder willekeurig moment stoppen door op f te drukken.
2.9 De infusieset aanbrengen Volg de instructies van uw behandelaar en de instructies in de gebruiksaanwijzing van de infusieset die u gebruikt, altijd zorgvuldig op. Vervang uw infusieset regelmatig en overschrijdt niet de termijn, die door de fabrikant wordt aanbevolen. 2.9.1 De infusieplaats voorbereiden Infusieplaats kiezen Uw behandelaar zal u advies geven bij de keuze van geschikte infusieplaatsen en de planning van een rotatieschema voor de infusieplaatsen.
2 2.9.2 Inbrengen van de naald 1. 2. Zorg ervoor, dat uw pomp (met ampul, adapter en infusieset) correct is aangesloten en correct met uw persoonlijke instellingen is ingesteld. Zorg ervoor, dat uw pomp zich in de STOP-modus bevindt. 3. 4. 5. Was uw handen grondig. Ontsmet de infusieplaats en laat deze volledig drogen. Breng de naald van uw Accu-Chek-infusieset conform de gebruiksaanwijzing in.
Opmerking Als u een infusieset met een zachte canule gebruikt, dient u, nadat u de inbrengnaald (geleidingsnaald) heeft verwijderd, eerst een bolus toedienen om de lucht in de canulebehuizing te vervangen; volg hierbij de instructies in de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte infusieset op. Als u dit achterwege laat, kan er mogelijk te weinig insuline worden toegediend. Zie paragraaf 4.2 Instellen van een standaardbolus.
2 2.10 Insulinetoediening starten Procedure voor het starten van de insulinetoediening 1. 2. 3. Als uw pomp zich in de STOP-modus bevindt. Druk op d om naar de displayweergave START DE POMP te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Uw pomp geeft nu de displayweergave RUN weer. De toediening van insuline begint binnen 3 minuten.
2.11 Insulinetoediening stoppen Voor uw eigen veiligheid dient u bepaalde functies en acties alleen uit te voeren, als de pomp zich in de STOP-modus bevindt. Deze functies en acties omvatten: jj het vervangen van de ampul jj het aansluiten en afkoppelen van de adapter en / of infusieset jj het vullen van de infusieset jj gegevensoverdracht c Let op! Als uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp zich in de STOP-modus bevindt, wordt er geen insuline afgegeven aan uw lichaam.
2 2.12 Algemene veiligheidsinformatie STOP-waarschuwing De STOP-waarschuwing wordt gegeven, als uw pomp van de RUN-modus naar de STOP-modus overschakelt of als er een batterij wordt geplaatst. De pomp geeft twee korte pieptonen af en trilt één maal per minuut. Hierdoor wordt u gewaarschuwd, dat de insulineafgifte is onderbroken. Om de STOP-waarschuwing uit te schakelen, moet u gedurende drie seconden op a of s drukken.
w Waarschuwing ontroleer voordat u uw nieuwe insulinepomp gebruikt altijd C uw persoonlijke instellingen om onjuiste toediening van insuline te voorkomen. Noteer uw persoonlijke instellingen van uw huidige insulinepomp en zorg ervoor, dat deze correct in uw nieuwe Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden ingesteld. Onjuiste instelling van uw pomp kan leiden tot onjuiste toediening van insuline. Gebruik de pomp niet, als u uw persoonlijke instellingen niet kent.
2 Opmerking Uw pomp kan geen lekkage van de infusieset detecteren. Als u vaststelt, dat er insulinelekkage optreedt, terwijl alle onderdelen toch correct zijn aangesloten, moet u het lekkende onderdeel onmiddellijk vervangen. Omdat de toediening van insuline onderbroken is geweest, wordt u geadviseerd uw bloedglucosespiegel controleren en de benodigde actie, conform de aanwijzingen van uw arts of gezondheidszorgteam, ondernemen.
60
3 3 Gebruik van uw pomp in het dagelijkse leven Dit hoofdstuk geeft belangrijke richtlijnen voor het dagelijkse, veilige gebruik van uw pomp. 3.1.1 Wanneer u uw pomp niet moet dragen Elektromagnetische velden en gevaarlijke gebieden 3.1 Het dragen van uw pomp Om beschadiging te voorkomen, bevestig uw pomp stevig op uw lichaam of aan uw kleding. U kunt hiervoor een van onze speciale draagsystemen gebruiken, die het mogelijk maken om uw pomp onder uw kleren te dragen.
Uw pomp is getest conform de voorschriften m.b.t. elektromagnetische storingen en voldoet hieraan. Beveiligingssystemen op vliegvelden en bewakingsapparatuur ter voorkoming van diefstal, zoals in warenhuizen, dienen normaal gesproken geen invloed te hebben op de werking van uw pomp. Omdat er zo veel apparaten zijn, die elektromagnetische straling afgeven, zoals mobiele telefoons, kan invloed van dit soort apparaten op uw pomp niet worden uitgesloten.
3 3.1.3 Met uw pomp op reis Vraag uw behandelteam of u bijzondere maatregelen moet nemen, voordat u op reis gaat. Neem extra benodigdheden voor bloedglucosemetingen en de insulinepomp mee. Wij raden u aan van te voren uit te zoeken waar tijdens uw reis de benodigde materialen verkrijgbaar zijn. Als u door verschillende tijdzones reist, vergeet dan niet de tijd en de datum correct in te stellen w Waarschuwing Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp is niet getest op hoogtes boven 3.
3.2 Onderbreking van de insulinepomptherapie Vraag uw behandelteam wanneer en hoe lang uw insulinepomptherapie mag worden onderbroken. Meet uw bloedglucosewaarden regelmatig tijdens onderbreking van de insulinetoediening. Gebruik een insulinespuitje of -pen om insuline te injecteren en volg hierbij de aanwijzingen van uw behandelteam zorgvuldig op.
3 3.2.1 Korte onderbrekingen 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave STOP DE POMP te gaan. Druk op f om uw pomp in de STOPmodus te zetten. Hervatten van de insulinetoediening 1. Sluit uw infusieset weer aan of breng opnieuw een infusieset aan en zet uw pomp in de RUN-modus. 3. Verwijder de naald of koppel bij gebruik van een afkoppelbare infusieset de slang af van de naald / canule en gebruik de met de infusieset geleverde beschermkappen.
3.2.2 Lange onderbrekingen 1. 2. Voer de volgende procedure uit, als de pomptherapie langer dan een dag moet worden onderbroken: Zet uw pomp in de STOP-modus. Verwijder de ampul, adapter en infusieset. 66 3. 4. Plaats de adapter weer terug in de behuizing. Verwijder de batterij en schroef de deksel van het batterijcompartiment weer vast. Bewaar uw insulinepomp op een juiste wijze. Zie paragraaf 7.6 Bewaren van uw pomp.
3 3.3 Uw insulinepomp en water c Let op! Voordat uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp met water in contact komt, dient u deze af te koppelen en af te doen. Controleer dagelijks of de insulinepomp geen scheurtjes, barsten of andere beschadigingen vertoont en of de deksel van het batterijcompartiment en de adapter correct op de behuizing aansluiten. Anders zouden water, stof, insuline of andere vreemde stoffen in de pomp binnen kunnen dringen en tot een slechte werking kunnen leiden. 3.3.
Wat u moet doen na contact met water Zet uw pomp in de STOP-modus, koppel de pomp af van uw lichaam en controleer de pomp. Gebruik een zachte doek om de buitenkant van de pomp af te drogen en controleer het batterij- en ampulcompartiment op binnendringen van water. Als het batterij- of ampulcompartiment nat is, moet u de pomp ondersteboven houden om het water weg te laten lopen en de pomp vervolgens laten drogen. Gebruik geen warme lucht, zoals b.v.
3 3.4 De infusieset vervangen Als u de infusieset vervangt, houd dan rekening met het volgende: jj Infusiesets zijn steriele producten, die uitsluitend zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. De steriliteit van een ongeopende verpakking is gegarandeerd tot de aangegeven vervaldatum. Gebruik geen steriele producten, waarvan de verpakking beschadigd is. jj Draai de infusieset goed vast op de adapter om lekkage van insuline te voorkomen. Draai de lueraansluiting van de infusieset zo ver mogelijk vast.
Procedure voor het vervangen van de infusieset Zorg ervoor, dat u de volgende materialen bij de hand heeft: jj Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp jj Een nieuwe Accu-Chek-infusieset 1. 2. Zorg ervoor, dat uw pomp zich in de STOP-modus bevindt. Was uw handen grondig. 3. Koppel de slang af van de naald/canule. 70 4. 5. Verwijder de infusieset van de adapter en gooi deze op de juiste wijze met het afval weg.
3 6. 7. 8. Verwijder de gebruikte naald / canule en gooi deze op de juiste wijze met het afval weg. Maak zorgvuldig een nieuwe Accu-Chekinfusieset klaar voor gebruik. Draai de Accu-Chek-infusieset rechtsom in de adapter. Draai de lueraansluiting voorzichtig aan met de hand. 9. 10. 11. Vul de infusieset conform de aanwijzingen in paragraaf 2.8 De infusieset vullen. Bereid de infusieplaats voor en breng een nieuwe infusieset in conform de aanwijzingen in paragraaf 2.9 De infusieset aanbrengen.
Opmerking Als u een infusieset met een zachte canule gebruikt, moet u, nadat u de inbrengnaald (geleidingsnaald) heeft verwijderd, eerst een bolus toedienen om de lucht in de canulebehuizing te vervangen; volg hierbij de instructies in de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte infusieset op. Als u dit achterwege laat, kan er mogelijk een onjuiste hoeveelheid insuline worden toegediend. Zie paragraaf 4.2 Instellen van een standaardbolus.
3 3.5 De ampul en infusieset vervangen Zorg ervoor, dat u de volgende materialen bij de hand heeft: jj Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp jj Een nieuwe Accu-Chek-infusieset jj Een gevuld Accu-Chek Spirit-ampulsysteem (3,15 mL) jj Een nieuwe adapter (deze moet ten minste elke twee maanden worden vervangen) Procedure voor het vervangen van de ampul en de infusieset 1. 2. 3. Was uw handen grondig. Verwijder de toevoerset (slang) van de naald/canule.
4. 5. Houd uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp met de adapter naar beneden gericht. Draai de adapter los uit de behuizing van de pomp om de adapter en ampul van de pomp te verwijderen. 6. Verwijder de toevoerset (slanggedeelte) van de adapter en gooi deze op de juiste wijze met het afval weg. 74 Opmerking Als u de adapter uit de behuizing van de pomp trekt zonder deze volledig los te hebben gedraaid, kan het voorkomen, dat de zuiger van de ampul aan de aandrijfstang bevestigd blijft.
3 8. 9. 10. Houd de adapter tegen het licht en controleer of u slijtage of vuil ziet (dit geldt vooral voor de afdichtingen aan de binnen- en buitenkant van de adapter). Als dit nodig is, kunt u de adapter met water schoonmaken en vervolgens goed afdrogen. Vervang de adapter onmiddellijk als er sprake is van slijtage of vervuiling. Plaats een nieuwe ampul en breng een nieuwe infusieset aan. Zie paragraaf 2.7 De ampul plaatsen.
3.6 Algemene veiligheidsinformatie w Waarschuwing Zorg ervoor, dat u altijd een reservevoorraad steriele producten en accessoires (infusieset, insulineampul, batterijen), een insulinepen /-spuitje en insuline bij u heeft. Zonder insuline kan er bij diabetes mellitus keto-acidose ontstaan, waardoor behandeling en opname in het ziekenhuis nodig kan zijn. c Let op! Stel uw insulinepomp niet bloot aan direct zonlicht. Voorkom, dat de insuline en de pomp oververhit raken.
4 4 Bolussen en tijdelijke basale doseringen 4.1 Informatie over bolussen Een bolus is de hoeveelheid insuline, die ter aanvulling op de basale dosering wordt toegediend om de inname van voedsel te compenseren en hoge bloedglucosewaarden te corrigeren. Het bolustype en de bolushoeveelheid worden bepaald aan de hand van de richtlijnen van uw behandelteam, uw bloedglucosespiegel, uw voedselinname, uw gezondheidstoestand en het niveau van uw activiteiten.
4.2 Instellen van een standaardbolus Er zijn twee manieren om een standaardbolus in te stellen: Snelle bolus Door middel van a en s op uw insulinepomp, waarbij de bolusstappen door de gebruiker kunnen worden ingesteld. Door middel van het standaard bolusmenu Door middel van d en f om in het menu te komen en vervolgens a en s om de hoeveelheid in te stellen. De bolushoeveelheid is per toediening beperkt tot 50 eenheden U100-insuline.
4 4.2.1 Een Snelle bolus instellen Bij de volgende procedure wordt alleen gebruik gemaakt van de toetsen a en s. U kunt met een van beide toetsen starten. De aanbevolen stappen worden hieronder aangegeven door de eerste toets, die zonder ronde haakjes wordt weergegeven, zoals a. De alternatieve stap kunt u uitvoeren door op de toets tussen haakjes te drukken, zoals ( s ).
4. 5. De totale bolushoeveelheid wordt vijf seconden, nadat u voor de laatste keer op a (s ) heeft gedrukt, door uw pomp bevestigd in de vorm van één pieptoon en één trilsignaal voor iedere ingestelde bolusstap. w Het standaardbolussymbool knippert 5 seconden op de display (de startvertraging voor de bolustoediening). Waarschuwing De in uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp ingestelde bolusstap bepaalt door middel van de toetsen a en s van uw insulinepomp de hoeveelheid Snelle bolus.
4 4.2.2 Een Snelle bolus annuleren Tijdens het instellen (de bolushoeveelheid knippert): Druk op de s of atoets, die u heeft gebruikt om in de optie voor het instellen van de Snelle bolus te komen. Hierdoor wordt de bolushoeveelheid teruggezet naar 0,0 eenheden. U hoort een melodie. Als er geen nieuwe bolus is ingesteld, keert uw pomp terug naar de displayweergave RUN en geeft na vijf seconden driemaal een pieptoon en een trilsignaal af. Er wordt geen bolus toegediend.
4.2.3 Een standaardbolus m.b.v. het standaardbolusmenu instellen Onafhankelijk van de ingestelde bolusstappen zijn de bolusstappen van de door het menu gestuurde instelling van de standaardbolus vast ingesteld op 0,1 eenheid. U kunt deze bolus in de displayweergave STANDAARD BOLUS instellen door de toets a of s ingedrukt te houden (scrollen) tot de gewenste bolushoeveelheid wordt weergegeven. 82 1. Druk op d om naar de displayweergave STANDAARD BOLUS te gaan 2. 3. 4. Druk op f om deze te selecteren.
4 Na deze startvertraging voor de bolustoediening geeft uw pomp driemaal een pieptoon en een trilsignaal af en begint vervolgens met de toediening van de totale, ingestelde bolushoeveelheid. Op de display wordt het terugtellen van de resterende bolushoeveelheid weergegeven. 4.2.
Bij annulering tijdens de startvertraging en tijdens de bolustoediening wordt de waarschuwing W8: BOLUS GEANNUL. gegeven. Druk tweemaal op f om de waarschuwing (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Zie hoofdstuk 8. Opmerking Controleer of de annulering gewenst is en stel, indien noodzakelijk, een nieuwe bolus in. 4.3 Instellen van een vertraagde bolus Met de optie Vertraagde bolus kunt u instellen, dat een bolus over een bepaalde tijdsperiode wordt toegediend.
4 Tip: U kunt een standaardbolus of een Snelle bolus aan een reeds gestarte vertraagde bolus toevoegen. Als u de standaardbolus annuleert, wordt de toediening van de vertraagde bolus voortgezet. Tijdens de toediening van een vertraagde bolus, kunt u echter geen tweede vertraagde bolus of een multiwave-bolus instellen. Als u dit probeert, ontvangt u de foutmelding: ”Momenteel andere bolus actief”.
4. 5. Tip: Druk op d om tussen het instellen van de bolushoeveelheid en van de bolusduur te wisselen. Druk op d om naar de displayweergave BOLUSDUUR te gaan Druk op a om de bolusduur te verhogen of op s om deze te verlagen. Opmerking Als er tegelijk met de vertraagde bolus een tijdelijke basale dosering actief is, worden de resterende tijd en hoeveelheid van de bolus en de waarde van de verhoogde of verlaagde basale dosering per tijdsperiode van één uur op de displayweergave RUN weergegeven.
4 4.3.1 Een vertraagde bolus annuleren Tijdens het instellen (de bolushoeveelheid of bolusduur knippert): U kunt of: j wachten tot uw pomp terugkeert naar de schermweergave RUN. j gelijktijdig op d en a drukken om de functiedisplayweergave te verlaten. j de bolushoeveelheid instellen op 0,0 eenheden en op f drukken. . Er wordt geen bolus toegediend. Tijdens de bolustoediening j A ls de toediening van de vertraagde bolus al is gestart, kunt u dit annuleren door uw pomp in de STOP-modus te zetten.
Opmerking A ls er tegelijkertijd een tijdelijke basale dosering actief is, wordt deze ook geannuleerd als u uw pomp in de STOP-modus zet. De waarschuwing W8: BOLUS GEANNUL. en de waarschuwing W6: TBD GEANNULEERD worden weergegeven. Druk tweemaal op f om de eerste waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen. Vervolgens verschijnt de tweede waarschuwing op de display. Druk tweemaal op f om de tweede waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen.
4 4.4 Instellen van een multiwave-bolus De optie multiwave-bolus is beschikbaar in het gebruikersmenu UITGEBREID. Dit bolustype is ontwikkeld om de insulineafgifte van het lichaam beter na te bootsen en combineert een directe bolustoediening gevolgd door een vertraagde bolustoediening. Deze optie kan zinvol zijn bij maaltijden met zowel snel als langzaam werkende koolhydraten. De duur van de bolustoediening kan over een periode van maximaal 12 uren in tijdsintervallen van 15 minuten worden ingesteld.
Procedure voor het instellen van een multiwave-bolus 90 1. 2. 3. Druk op d om naar de displayweergave MULTIWAVE BOLUS te gaan. Druk op f om deze te selecteren. De displayweergave BOLUSHOEVEELHEID verschijnt. Druk op a om de totale bolushoeveelheid te verhogen of op s om deze te verlagen. Opmerking De eerste keer, dat u op a drukt, worden de bolusduur van de laatste multiwavebolus en een standaard ingestelde directe bolushoeveelheid weergegeven.
4 6. 7. Controleer op de displayweergaven of de ingestelde waarden voor de totale bolus, de directe bolus en de duur van de vertraagde bolus kloppen. Druk op f om de bolushoeveelheid en de bolusduur te bevestigen. Het multi wave-bolussymbool knippert 5 seconden op de display (de startvertraging voor de bolustoediening). Tip: Druk op d om achtereenvolgens tussen het instellen van de totale BOLUSHOEVEELHEID, DIRECTE BOLUS en BOLUSDUUR te wisselen. 8.
4.4.1 Een multiwave-bolus annuleren Tijdens het instellen (de bolushoeveelheid knippert): Er zijn drie manieren om een multiwave-bolus tijdens het instellen te annuleren: j Gedurende 20 seconden geen toets indrukken. De pomp keert terug naar de displayweergave RUN. j Naar het multiwave-bolusmenu gaan door gelijktijdig op d + a te drukken. j De bolushoeveelheid instellen op 0,0 eenheden en op f drukken. Er wordt geen bolus toegediend.
4 Opmerking Als er tegelijkertijd een tijdelijke basale dosering actief is, wordt deze ook geannuleerd als u uw pomp in de STOP-modus zet. De waarschuwing W8: BOLUS GEANNUL. en de waarschuwing W6: TBD GEANNULEERD worden weergegeven. Druk tweemaal op f om de eerste waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen. Vervolgens verschijnt de tweede waarschuwing op de display. Druk tweemaal op f om de tweede waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen.
Opmerking Als een verhoging of verlaging van de tijdelijke basale dosering wordt uitgevoerd, blijft deze actief, zelfs als u het basale profiel heeft gewijzigd. U kunt een tijdelijke basale dosering uitsluitend instellen, als uw pomp zich in de RUN-modus bevindt. Procedure voor het instellen van een tijdelijke basale dosering 94 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave TIJDELIJKE BASALE DOSERING (TBD) te gaan. Druk op f om deze te selecteren. De displayweergave TBD-PERCENTAGE verschijnt.
4 3. Druk op a om de basale dosering te verhogen of op s om deze te verlagen. 4. Tip: Als u de tijdelijke basale dosering verhoogt (of verlaagt), wordt de duur van de vorige verhoogde (of verlaagde) tijdelijke basale dosering weergegeven. Als u de pomp echter voor het eerst gebruikt, verschijnt er een standaard ingestelde waarde. Druk op d om naar de displayweergave TBD-DUUR te gaan Druk op a of s om de tijdsduur te corrigeren en in te stellen. 5.
Opmerking Tijdens de toediening van de tijdelijke basale dosering, worden het verhoogde of verlaagde percentage, de verhoogde of verlaagde basale dosering per tijdsperiode van één uur (basale dosering plus TBD-percentage) en de resterende duur op de displayweergave RUN weergegeven. Een naar boven wijzende pijl geeft een tijdelijke verhoging van de basale dosering aan, terwijl een naar beneden wijzende pijl op een tijdelijke verlaging van de basale dosering wijst.
4 4.5.1 Een tijdelijke basale dosering annuleren Tijdens het instellen: Er zijn drie manieren om een tijdelijke basale dosering tijdens het instellen te annuleren: j Gedurende 20 seconden geen toets indrukken. De pomp keert terug naar de displayweergave RUN. j Naar de displayweergave tijdelijke basale dosering (TBD) gaan door gelijktijdig op a + d te drukken. j Het TBD-percentage instellen op 100 %. Druk op f om deze instelling op te slaan en af te sluiten.
4.6 Algemene veiligheidsinformatie Opmerking Als er tegelijkertijd een vertraagde bolus of een multiwave-bolus actief is, wordt deze ook geannuleerd als u uw pomp in de STOP-modus zet. De waarschuwing W8: BOLUS GEANNUL. en de waarschuwing W6: TBD GEANNULEERD worden weergegeven. Druk tweemaal op f om de eerste waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen. Vervolgens verschijnt de tweede waarschuwing op de display. Druk tweemaal op f om de tweede waarschuwing te bevestigen en uit te schakelen.
5 5 Afstemmen van de pomp op uw persoon In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe u de beschikbare menuopties kunt gebruiken en u uw pomp op het niveau van uw persoonlijke ervaring met de insulinepomptherapie af kunt stemmen. 5.1 Inleiding U kunt de menuopties en de bijbehorende displayweergaven oproepen door middel van de vier toetsen op de pomp en door gecombineerd gebruik hiervan.
STANDAARD 100 Dit menu biedt u alle basisfuncties, die u nodig heeft voor een succesvolle pomptherapie. Als u nog geen ervaring met de pomptherapie heeft, adviseren wij u om met dit menu te beginnen. Als u meer ervaring heeft, kunt u naar het gebruikersmenu UITGEBREID gaan. UITGEBREID Dit menu biedt u het volledige scala van functies van de Accu-Chek Spirit Comboinsulinepomp. Het bevat alle functies van het gebruikersmenu STANDAARD, plus een groot aantal extra functies voor de meer ervaren gebruiker.
5 5.2 Selectie van een gebruikersmenu Opmerking Voor aanwijzingen voor de selectie van het meest geschikte gebruikersmenu, zie paragraaf 5.1.1 Gebruikersmenu’s. Als u toch nog niet zeker weet, welk menu u moet kiezen, bespreek dit met uw behandelaar. Procedure voor het selecteren van een gebruikersmenu 1. 2. 3. Druk op d om naar de displayweergave MENU-INSTELLINGEN te gaan. De displayweergave SEL.GEBR.MENU wordt weergegeven. Druk op f om de instellingen te bevestigen. Druk op f om deze te selecteren.
4. 5. … als er in het geselecteerde gebruikersmenu geen voorafgaand basaal profiel beschikbaar is, verschijnen er streepjes. Druk op a of s om, indien noodzakelijk, een basaal profiel te selecteren. Controleer het (nieuwe) basale profiel en de bijbehorende totale hoeveelheid insuline per dag. Druk op f om deze instellingen op te slaan en af te sluiten. Het nieuwe gebruikersmenu en het basale profiel zijn onmiddellijk actief.
5 5.3 Gebruikersmenu STANDAARD Hieronder is een lijst weergegeven van de menuopties uit het gebruikersmenu STANDAARD.
Zoals hieronder aangegeven zijn sommige functies reeds elders in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Voor de beschrijving van de overige functies volg de lijst. SNELLE BOLUS jj Zie paragraaf 4.2.1 Een Snelle bolus instellen. STANDAARD BOLUS jj Zie paragraaf 4.2 Instellen van een standaardbolus. INSTELLINGEN TIJD EN DATUM jj Zie paragraaf 2.4 Instellen van tijd en datum. BASAAL PROFIEL INSTELLEN jj Zie paragraaf 2.5.1. Instellen van uw basale profiel. AMPUL VERVANGEN jj Zie paragraaf 2.7 De ampul plaatsen.
5 5.4 Uw pompgegevens bekijken In het geheugen van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden alle gebeurtenissen opgeslagen (d.w.z. waarschuwingen en foutmeldingen, instelhandelingen en bestanden van de insulinetoediening) met een maximum van 4.500 gebeurtenissen. Deze gegevens hebben betrekking op ongeveer de laatste negentig dagen van gebruik en zijn met behulp van Accu-Cheksoftwareproducten toegankelijk op een computer.
5.4.1 Uw bolusoverzicht bekijken Op de displayweergave BOLUSGEGEVENS kunt u maximaal de laatste 30 bolustoedieningen bekijken, te beginnen met het meest recent ingevoerde gegeven.
5 5.4.2 Het overzicht van foutmeldingen en waarschuwingen bekijken In het menu met alarmgegevens kunt u maximaal de laatste 30 waarschuwingen en foutmeldingen bekijken, beginnend met het meest recent ingevoerde gegeven.
5.4.3 Het overzicht van de per dag toegediende hoeveelheid insuline bekijken In dit overzicht kunt u de per dag toegediende hoeveelheid insuline (van middernacht tot middernacht; basale dosering plus bolussen) van maximaal de laatste 30 dagen bekijken, te beginnen met het laatste ingevoerde gegeven.
5 5.4.4 Het overzicht van de tijdelijke basale doseringen bekijken Deze optie biedt u de mogelijkheid om maximaal de laatste 30 verhogingen of verlagingen van de tijdelijke basale dosering (TBD) te bekijken, te beginnen met het meest recent ingevoerde gegeven.
5.4.5 De resterende looptijd bekijken De functie resterende looptijd wordt uitsluitend op een back-up pomp of leenpomp weergegeven. Uw back-up pomp is uitsluitend voor gebruik in noodgevallen ter beschikking gesteld. De looptijd ervan is ingesteld op 180 dagen. Als u de back-up pomp of leenpomp voor het eerst in gebruik neemt, begint de timer met het terugtellen van het aantal nog resterende dagen. Voordat de looptijd verstrijkt, wordt u hierop door waarschuwingsmelding W5: REST. LOOPTIJD of W9: WAARSCH.
5 5.5 O verdracht van uw gegevens naar een computer Door middel van de ingebouwde infrarood-interface aan de zijkant van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp kunt u gegevens overdragen tussen uw pomp en een computer. In het geheugen van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden alle gebeurtenissen opgeslagen (d.w.z. waarschuwingen en foutmeldingen, instelhandelingen en bestanden van de insulinetoediening) met een maximum van in totaal 4.500 gebeurtenissen.
4. Als de gegevensoverdracht is voltooid, drukt u op f om naar de displayweergave STOP terug te keren. 112 Voorzie uw pomp indien nodig van een ampul, een adapter en een nieuwe infusieset en zet de pomp in de RUN-modus. Opmerking Als de displayweergave GEGEVENSOVERDRACHT is geselecteerd, keert uw pomp 15 minuten na de laatste gegevensoverdracht terug naar de STOPmodus. Om de procedure tijdens de gegevensoverdracht te beëindigen, drukt u tweemaal gelijktijdig op d en a.
5 5.6 Instellingen van de pomp 5.6.1 Toetsblokkering in- of uitschakelen Deze instellingen hebben betrekking op een praktisch gebruik van de pomp. Voor instellingen met betrekking tot uw therapie, zie paragraaf 5.10 Therapie-instellingen verderop in dit hoofdstuk. De functie Toetsblokkering maakt het mogelijk om de vier toetsen van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp te blokkeren.
Procedure voor het uitschakelen van de toetsblokkering Als u op een willekeurige toets drukt indien er geen informatie op het display zichtbaar is geeft het symbool van de toetsblokkering aan, dat de toetsen zijn geblokkeerd. Opmerking De toetsblokkering blijft tijdens de snelle bolustoediening van een standaard bolus of multiwave-bolus uitgeschakeld. 1. 2. pieptonen als u op de toetsen drukt en drie seconden later nogmaals om te bevestigen, dat de toetsblokkering is uitgeschakeld.
5 5.6.2 G eluidsniveau van het akoestische signaal aanpassen Om de bediening makkelijker te maken, b.v. voor blinde of slechtziende gebruikers, geeft uw pomp onder verschillende bedieningssituaties verschillende akoestische signalen af. Voor meer informatie over de betekenis van de geluidspatronen, zie de Appendix E ”Akoestische signalen en melodieën”. U kunt het geluidsniveau van de akoestische signalen aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur.
5.6.3 Alarmsignalen instellen Alleen akoestische signalen Op de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp kunt u selecteren, hoe u door de pomp gewaarschuwd wilt worden, als er een waarschuwing of foutmelding wordt gegeven. U heeft drie mogelijkheden: Alleen trilsignalen Akoestische- en trilsignalen Voor uw veiligheid geeft uw pomp pieptonen af, als u na één minuut niet op het trilsignaal heeft gereageerd. Procedure voor het instellen van de alarmsignalen 116 1. 2.
5 5.6.4 Oriëntatie van de displayweergave De displayweergave van uw pomp kan 180 ° worden gedraaid, waardoor deze, afhankelijk van de manier waarop u uw pomp draagt, makkelijker kan worden bekeken. Opmerking Als u de oriëntatie van de displayweergave 180 ° draait, worden de functies van de toetsen a or s ook omgedraaid. De functies van de toetsen d en f blijven hetzelfde, welke oriëntatie van de displayweergave u ook kiest. Procedure voor het instellen van de oriëntatie van de displayweergave 1. 2. 3.
5.6.5 Het contrast van de display instellen U kunt het contrast van de display van uw pomp aan uw eigen voorkeuren aanpassen. Procedure voor het instellen van het contrast van de displayweergave 118 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave POMPINSTELLINGEN te gaan. Druk op d om naar de displayweergave DISPLAY CONTRAST te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Druk op a of s om de gewenste contrastintensiteit te selecteren. Druk op f om deze instelling op te slaan en af te sluiten.
5 5.6.6 De taal selecteren De informatie op uw pomp kan in verschillende talen worden weergegeven. U kunt de taal van uw voorkeur selecteren. Procedure voor het instellen van de taal 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave POMPINSTELLINGEN te gaan. Druk op d om naar de displayweergave TAAL te gaan. Druk op f om deze te selecteren. Druk op a of s om een taal te selecteren. Druk op f om deze instelling op te slaan en af te sluiten.
5.7 Gebruikersmenu UITGEBREID Hieronder is een lijst weergegeven van extra menuopties, die beschikbaar zijn in het gebruikersmenu UITGEBREID.
5 5.8 Basale profielen Opmerking Het gebruikersmenu UITGEBREID bevat alle opties van het gebruikersmenu STANDAARD. Zoals hieronder aangegeven worden sommige functies elders in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Voor de beschrijving in dit hoofdstuk van de overige functies volg de lijst. Multiwave-bolus Zie paragraaf 4.4 Instellen van een multiwave-bolus.
Procedure voor het instellen van aanvullende basale profielen 1. 2. Zie paragraaf 2.5.1. Instellen van uw basale profiel. Druk op d om naar de displayweergave BASAAL PROFIEL INSTELLEN (2, 3, 4, 5) te gaan, die u wilt instellen. De basale doseringen voor tijdsperiodes van één uur worden voor ieder aanvullend basaal profiel op dezelfde manier ingesteld als bij basaal profiel 1. Druk op f om deze te selecteren.
5 5.8.2 Een basaal profiel selecteren 1. 2. Druk op d om naar de displayweergave SELECTIE BASAAL PROFIEL te gaan. Druk op a of s om een basaal profiel te selecteren. Het geselecteerde basale profiel en de bijbehorende totale hoeveelheid insuline per dag worden weergegeven. Procedure voor het selecteren van een basaal profiel Druk op f om deze te selecteren. Druk op f om deze te selecteren. Het nieuwe basale profiel is onmiddellijk actief.
5.9 Een herinnering instellen U kunt zowel enkelvoudige als meervoudige herinneringen op uw pomp instellen. Meervoudige herinneringen worden iedere dag op een ingesteld tijdstip herhaald. U kunt deze functie gebruiken om u er bijvoorbeeld aan te herinneren, wanneer u uw bloedglucose moet meten. Procedure voor het instellen van enkelvoudige of meervoudige herinneringen 124 1. 2. 3. Druk op d om naar de displayweergave INSTELLINGEN HERINNERING te gaan. Druk op f om deze te selecteren.
5 4. Druk op d om naar de displayweergave UREN te gaan. Druk op a of s om de uren in te stellen. 5. Druk op d om naar de displayweergave MINUTEN te gaan. Druk op a of s om de minuten in te stellen. Druk op f om deze instellingen op te slaan en af te sluiten. De herinnering uitschakelen Als het akoestische signaal van de herinnering klinkt, wordt de displayweergave HERINNERING weergegeven.
5.10 Therapie-instellingen Deze instellingen hebben betrekking op het gebruik van de pomp voor therapeutische doeleinden. Voor instellingen met betrekking tot het praktische gebruik van de pomp, zie Instellingen van de pomp, eerder in dit hoofdstuk. uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden aangepast. De pomp is oorspronkelijk ingesteld op 0,5 eenheden per toetsdruk, maar kan worden gewijzigd in 0,1 / 0,2 / 0,5 / 1,0 of 2,0 eenheden. w 5.10.
5 5.10.2 Aanpassen van de vulhoeveelheid De hoeveelheid insuline, die nodig is om een infusieset volledig te vullen, is afhankelijk van de lengte van het slanggedeelte van de infusieset. Hoe korter het slanggedeelte van de set, hoe minder insuline u nodig heeft om de infusieset te vullen. De vulhoeveelheid is in de fabriek ingesteld op 25 eenheden U100-insuline.
5.10.3 Basale profielen blokkeren U kunt uw basale doseringen voor tijdsperiodes van een uur op uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp naar behoefte aanpassen. Hierna kunt u uw basale profielen blokkeren als extra bescherming tegen het per ongeluk wijzigen van de basale dosering tijdens normaal gebruik. Als de blokkering van de basale dosering is ingesteld op AAN, is het instellen van de basale profielen 1, 2, 3, 4 en 5 geblokkeerd. Als u probeert om een basale dosering in te stellen, terwijl BLOKK. BAS.
5 5.10.4 Automatisch uitschakelen Automatisch uitschakelen is een veiligheidsfunctie, die de insulinetoediening stopt en een foutmelding E3: AUTOMATISCH UIT weergeeft, als er binnen een ingestelde tijdsperiode in de RUN-modus niet op een toets wordt gedrukt. Deze functie kan hetzij op UIT worden ingesteld of in stappen van 1 uur voor een periode van maximaal 24 uren worden ingesteld. In de fabriek is de functie op UIT ingesteld. Bespreek het gebruik van de automatische uitschakelfunctie met uw behandelteam.
5.11 Gebruikersmenu PERSOONLIJK Het gebruikersmenu PERSOONLIJK is ontwikkeld om uw pomp aan te passen aan uw speciale behoeften en voorkeuren. Het stelt u of uw gezondheidszorgverlener in staat om displayweergaven weer te geven of te verbergen en de individuele RUN gebruikersmenu’s hierdoor op uw persoon af te stemmen.
5 Opmerking Als standaardinstelling bevat het gebruikersmenu PERSOONLIJK alle beschikbare functies, met uitzondering van: jj Multiwave-bolus jj Basale profielen 3, 4 en 5 Om het gebruikersmenu PERSOONLIJK te wijzigen, kunt u of uw behandelteam gebruik maken van Accu-Chek-PC-configuratiesoftware.
132
6 6 Gebruik van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in combinatie met de bloedglucosemeter In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in combinatie met de bloedglucosemeter werkt en hoe deze twee apparaten door middel van de Bluetooth® draadloze technologie aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Opmerking In deze gebruiksaanwijzing wordt met de term “meter” altijd de Accu-Chek Aviva Combo-bloedglucosemeter bedoeld.
6.1.1 Taken, die op de pomp zelf moeten worden uitgevoerd De volgende taken kunnen niet op afstand met de meter worden uitgevoerd: jj De ampul vervangen jj De infusieset vullen jj Gegevensoverdracht jj Bluetooth® instellingen jj Display-instellingen Alle andere op de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp beschikbare functies kunnen met de meter worden uitgevoerd. Voordat u uw pomp in combinatie met de meter gebruikt, lees de met dit product geleverde documentatie (gebruiksaanwijzing) zorgvuldig door.
6 6.2 Bluetooth ® in- en uitschakelen w Waarschuwing Voordat u aan boord van een vliegtuig gaat, dient u ervoor zorgen, dat Bluetooth ® op beide apparaten is uitgeschakeld, omdat het signaal van uw pomp of meter de elektronische systemen van het vliegtuig zou kunnen storen.
6.3 Uw pomp koppellen aan de meter Als u de meter tezamen met de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp heeft aangeschaft, zijn de twee apparaten reeds gekoppeld. Indien nodig, kunt u de Accu-Chek Spirit Combo insulinepomp koppelen met de Accu-Chek Aviva Combo bloedglucosemeter. Leg beide apparaten op een vlakke ondergrond (bijvoorbeeld een tafel) zodat de displays van beide apparaten duidelijk zichtbaar zijn.
6 Opmerking Als Bluetooth ® is uitgeschakeld, kunt u niet in het menu Apparaat gekoppeld komen. 4. Pompdisplay Koppelen met pomp Als op de display van de pomp wordt aangegeven, dat er voor een koppeling geen apparaat beschikbaar is, zet de meter in de koppel-modus door * ingedrukt te houden en gelijktijdig op + te drukken. Om te koppelen: zet meter uit, druk op de achtergrondverl.toets en de Aan-toets. Geen koppeling Meterdisplay 5. 6.
7. 8. Pompdisplay Koppelen met pomp Voer de op de pompdisplay weergegeven PIN in De meter start de koppelingsprocedure en geeft een 10-cijferige code weer. Voer deze code in op de display van de meter door middel van x en z en vervolgens =. Bevestig de volledige code met . . Koppelen met pomp Koppeling voltooid van PUMP12345678 METER12345678 Meter uitzetten Meterdisplay Als de koppeling is voltooid, moet u op * drukken om de meter uit te zetten. 1 Annuleer Meterdisplay 138 9. 10.
6 6.4 Oplossen van problemen met de Bluetooth ® verbinding Als er problemen zijn met de Buetooth verbinding of na het verschijnen van de waarschuwing W10: BLUETOOTH DEFECT, herhaal de in paragraaf 6.3 Uw pomp koppelen aan de meter beschreven koppelingsprocedure. Omdat er slechts één meter tegelijkertijd aan uw pomp kan worden gekoppeld, dient u de koppeling verwijderen, voordat u een koppeling van uw pomp met een andere meter tot stand kunt brengen. 1. 2. 3.
4. Druk op d om naar de displayweergave APPARAAT VERW. te gaan. Druk eenmaal op f om de koppeling te verwijderen en een tweede maal om dit te bevestigen. Herhaal vervolgens de koppelingsprocedure beschreven in paragraaf 6.3 Uw pomp koppelen aan de meter. Als de koppeling nog steeds niet tot stand is gebracht, kunt u contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie de binnenzijde van de omslag achterin de handleiding). 140 6.4.
6 6.4.2 Gebruik in een vliegtuig w Waarschuwing Voordat u aan boord van een vliegtuig gaat, moet u ervoor zorgen, dat Bluetooth ® op beide apparaten is uitgeschakeld, omdat het signaal van uw pomp of meter de elektronische systemen van het vliegtuig zou kunnen storen.
142
7 7 Verzorging en onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe u uw pomp kunt verzorgen en op een juiste wijze kunt onderhouden. Garantie Roche Diagnostics garandeert de werking van uw pomp conform de opgegeven specificaties alleen als alle revisiewerkzaamheden aan uw pomp zijn uitgevoerd en/of geautoriseerd door Roche Diagnostics. c Let op! Voer geen revisiewerkzaamheden of reparaties uit aan uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp.
7.1.1 Checklist Controleer uw pomp dagelijks en let erop dat: jj de behuizing van de pomp, de display en de ampul geen scheurtjes of barsten vertonen en er op de display geen onvolledige of abnormale letters / symbolen worden weergegeven. jj u de ampul zorgvuldig inspecteert. Controleer of de daadwerkelijk in de ampul aanwezige hoeveelheid insuline overeenkomt met de volgens de displayweergave Quick Info beschikbare hoeveelheid.
7 7.2 Schade aan uw pomp 7.2.1 Wat u moet doen, als u uw pomp heeft laten vallen Als de pomp gevallen is, kan niet alleen de behuizing beschadigd zijn, maar ook de afdichting, die de pomp tegen water beschermt. Wees daarom voorzichtig en laat uw pomp niet vallen! Gebruik het speciaal voor uw pomp ontwikkelde draagsysteem, dat helpt voorkomen, dat uw pomp op de grond valt.
7.3 Uw insulinepomp en water c Let op! Controleer uw pomp onmiddellijk als deze is gevallen. Gebruik uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp niet, als er scheurtjes, barsten of andere beschadigingen zichtbaar zijn. Anders zouden water, stof, insuline of andere vreemde stoffen in de pomp binnen kunnen dringen en tot een slechte werking kunnen leiden.
7 7.3.1 Onbedoeld contact met water Als uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp de fabriek verlaat, is deze waterdicht conform IPX8. Tijdens het gebruik kunnen er echter haarscheurtjes optreden. Hierdoor kunnen wij slechts bescherming tegen kortstondig, onbedoeld contact met water garanderen, zoals: jj Regen jj Opspattend water tijdens het fietsen, het joggen of trektochten jj Per ongeluk onderdompelen in de gootsteen, een waskom of het bad.
7.4 Reparatie van uw pomp c Let op! Voer zelf geen revisiewerkzaamheden of reparaties aan uw insulinepomp uit. Gebruik ook geen smeermiddellen voor het pompmechanisme. Voor vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie de binnenzijde van de omslag achterin de handleiding).
7 7.5 Onderhoud van uw pomp 7.5.1 Reiniging van uw pomp 7.5.2 Batterijen U kunt uw pomp het beste schoonmaken, als u de ampul vervangt. Gebruik een zachte doek om de buitenkant van de pomp schoon te maken. Als dit noodzakelijk is, kunt u een met water bevochtigde, schone katoenen doek of zelfs een met zeepwater bevochtigde doek gebruiken.
7.6 Bewaren van uw insulinepomp c Let op! Als u de insulinepomp langere tijd niet gebruikt, dient het apparaat op de juiste manier te worden bewaard om eventuele functioneringsproblemen later te voorkomen. Voor het bewaren van uw pomp, dient u deze in de STOP-modus zetten en vervolgens: jj De batterij verwijderen om de gebruiksduur te verlengen jj De ampul verwijderen jj De deksel van het batterijcompartiment en de adapter plaatsen. jj Uw pomp in zijn verpakking bewaren.
8 8 Waarschuwingen en foutmeldingen Een veiligheidssysteem registreert en controleert de werking van uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp. Dit veiligheidssysteem voert elke dag meer dan 9 miljoen veiligheidscontroles uit. Als het systeem een wijziging van de normale status van de pomp vaststelt, geeft het een waarschuwing of foutmelding. De oorzaak van een waarschuwing of foutmelding wordt door akoestische signalen, trilsignalen en meldingen op de display weergegeven.
8.1 B evestiging van een waarschuwing of foutmelding Als u een van de volgende waarschuwingen of foutmeldingen heeft bevestigd: W1: AMPUL BIJNA LEEG E1: AMPUL LEEG W2: BATT. BIJNA LEEG E2: BATTERIJ LEEG W5: REST. LOOPTIJD E5: EINDE LOOPTIJD, wordt het symbool voor de betreffende waarschuwing of foutmelding als herinnering in de displayweergave RUN of STOP weergegeven.
8 8.2 Lijst van waarschuwingen w Waarschuwing Nadat er een waarschuwing is gegeven, kan uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in de STOP-modus zijn gezet en kan de toediening van insuline zijn onderbroken. Om de toediening van insuline voort te zetten, moet u onmiddellijk handelen volgens de aanwijzingen, die bij elke foutmeldingscode worden gegeven of moet u uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in de RUN-modus zetten.
Waarschuwing W2: BATT. BIJNA LEEG De batterij is bijna leeg. Wees erop voorbereid, dat de batterij zo spoedig mogelijk moet worden vervangen. Het ”batterij bijna leeg” symbool wordt, tot u de batterij vervangt, als herinnering op de displayweergave RUN of STOP weergegeven. jj Druk tweemaal op f om de waarschuwing (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. jj Vervang de batterij zo spoedig mogelijk.
8 Waarschuwing W4: ACCU-CHEK BELLEN De pomp loopt tegen het einde van zijn gebruiksduur. Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics zie de binnenzijde van de omslag achterin de handleiding. jj Druk tweemaal op f om de waarschuwing (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Waarschuwing W5: REST. LOOPTIJD De looptijd van uw back-up pomp vervalt binnenkort. Als de waarschuwing W5: REST.
jj Ga naar de displayweergave REST. LOOPTIJD. De tot de looptijd van de pomp is verstreken nog resterende dagen worden weergegeven. Waarschuwing W6: TBD GEANNULEERD (tijdelijke basale dosering geannuleerd) Een tijdelijke verhoging of verlaging van de basale dosering is geannuleerd. jj Druk tweemaal op f om de waarschuwing (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Wanneer de REST. LOOPTIJD op nul komt te staan, wordt de pomp in de STOP-modus gezet en kan niet langer gebruikt worden.
8 Waarschuwing W7: TBD EINDE (tijdelijke basale dosering beëindigd) Een tijdelijke basale dosering is beëindigd. De oorspronkelijke basale dosering (100 %) wordt automatisch hervat zodra deze waarschuwing is weergegeven. Waarschuwing W8: BOLUS GEANNUL. Er is een bolus tijdens de startvertraging of na de start van de toediening geannuleerd. jj Druk tweemaal op f om de waarschuwing (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen.
Waarschuwing W9: WAARSCH LOOPTIJD De pomp loopt tegen het einde van zijn looptijd. Controleer in het menu MIJN GEGEVENS in de displayweergave REST. LOOPTIJD de resterende looptijd. Zorg voor vervanging van de pomp binnen de aangegeven looptijd. Waarschuwing W10: BLUETOOTH DEFECT U moet de koppelingsprocedure voor de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp en de meter herhalen. Zie paragraaf 6.3 Uw pomp koppelen aan de meter.
8 8.3 Lijst van foutmeldingen w Waarschuwing Na het optreden van een fout wordt uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in de STOP-modus gezet en wordt de toediening van insuline onderbroken. Om de toediening van insuline voort te zetten, moet u onmiddellijk handelen volgens de aanwijzingen, die bij elke foutmelding worden gegeven. Foutmelding E1: AMPUL LEEG De insulineampul is leeg. U moet de ampul onmiddellijk vervangen.
jj Druk tweemaal op f om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Foutmelding E3: AUTOMATISCH UIT Automatisch uitschakelen is een veiligheidsfunctie, die de insulinetoediening stopt en een foutmelding E3: AUTOMATISCH UIT weergeeft, als er binnen een ingestelde tijdsperiode in de RUN-modus niet op een toets wordt gedrukt. jj Druk tweemaal op f om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. jj Vervang de batterij. jj Zet uw pomp in de RUN-modus.
8 Foutmelding E4: VERSTOPPING w Waarschuwing Als de foutmelding E4: VERSTOPPING wordt weergegeven, moet u onmiddellijk uw bloedglucosespiegel controleren en dit twee uren later nogmaals herhalen, omdat de insulinetoediening onderbroken is geweest. Als uw bloedglucosespiegel te hoog is, moet u overeenkomstig de aanwijzingen van uw de benodigde actie ondernemen. Er is geen insuline toegediend.
Hoewel dit zelden voorkomt, kan de ampul zelf ook de oorzaak van de verstopping zijn. Als de foutmelding E4:VERSTOPPING opnieuw wordt gegeven, moet u de ampul vervangen. Volg de hieronder weergegeven stappen op: jj Druk tweemaal op f om de foutmelding uit te schakelen en te bevestigen. jj Koppel de infusieset af of verwijder deze van de infusieplaats. jj Vervang de ampul en vul de infusieset, zoals beschreven in hoofdstuk 2.
8 Foutmelding E5: EINDE LOOPTIJD De resterende looptijd staat op nul. De pomp wordt in de STOP-modus gezet en kan niet langer worden gebruikt. De foutmelding E5: EINDE LOOPTIJD wordt weergegeven op de display. Voordat deze foutmelding verschijnt, zal waarschuwing W5: REST. LOOPTIJD u eraan herinneren, dat u uw pomp binnenkort moet vervangen. Ga, indien noodzakelijk, over op het door uw arts of gezondheidszorgteam opgestelde alternatieve behandelplan Opmerking De waarschuwing W5: REST.
Foutmelding E6: MECHANISCHE FOUT Er is tijdens een routinematige, automatische controle van het systeem een mechanische fout ontdekt en de toediening van insuline is gestopt. jj Druk tweemaal op f om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. jj Verwijder de infusieset of koppel deze af van de infusieplaats. jj Verwijder de ampul, adapter, infusieset en batterij van uw insulinepomp. Plaats een nieuwe batterij.
8 jj Verwijder de infusieset of koppel deze af van de infusieplaats. jj Plaats de batterij weer terug in de pomp (zie paragraaf 2.2 Plaatsen van de batterij). jj Vul de infusieset. jj Sluit de infusieset weer aan op de infusieplaats. jj Zet uw pomp in de RUN-modus. Controleer na foutmelding E7: ELEKTRON. FOUT altijd uw instellingen, zoals b.v. basaal profiel, tijd en datum.
Foutmelding E9: EINDE LOOPTIJD De resterende looptijd staat op nul. De pomp wordt in de STOP-modus gezet en kan niet langer worden gebruikt. De foutmelding E9: EINDE LOOPTIJD wordt weergegeven op de display. Voordat deze foutmelding verschijnt, zal waarschuwing W9: WAARSCH LOOPTIJD u eraan herinneren, dat u uw pomp binnenkort moet vervangen. Ga, indien noodzakelijk, over op het door uw behandelteam opgestelde alternatieve behandelplan.
8 jj Vul de infusieset. jj Sluit de infusieset weer aan op de infusieplaats. jj Zet uw pomp in de RUN-modus. jj Als foutmelding E10: AMPULFOUT wordt weergegeven tijdens het terugzetten van de aandrijfstang, moet u een nieuwe batterij in de pomp plaatsen en de procedure herhalen. Foutmelding E11: SET NIET GEVULD De ampul is vervangen, maar de infusieset is niet gevuld. De foutmelding wordt op de display weergegeven, als u probeert uw pomp in de RUN-modus te zetten. Zie paragrafen 3.
Foutmelding E12: OVERDR. ONDERBR. c jj Druk tweemaal op f om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. Let op! Als de infrarood-gegevensoverdracht tussen uw pomp en een compatibel apparaat wordt onderbroken, kan de configuratie onvolledig zijn en wordt foutmelding E12: OVERDR. ONDERBR. op de display weergegeven. U kunt uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp pas in de RUN-modus zetten, als de gegevensoverdracht met succes is afgesloten.
8 Foutmelding E13: TAALFOUT De instelling van de taal moet worden gecontroleerd. jj Druk tweemaal op f om de foutmelding (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. jj Volg de stappen in paragraaf 5.6 Instellingen van de pomp op om de taal te wijzigen. jj Zet uw pomp in de RUN-modus.
8.4 Lijst van herinneringen Herinnering R1: HERINNERING Er is een herinnering op de pomp ingesteld. jj Druk tweemaal op f om de herinnering (tijdelijk) uit te schakelen en te bevestigen. jj Zet uw pomp, indien noodzakelijk, in de RUN-modus. Opmerking Als u de weergave van de herinnering heeft ingesteld op ELKE DAG, wordt dezelfde herinnering elke 24 uren weergegeven. Als u niet wilt, dat het alarm iedere dag op hetzelfde tijdstip afgaat, moet u de functie HERINNERING uitschakelen. Zie paragraaf 5.
9 9 Oplossen van problemen In dit hoofdstuk worden problemen beschreven, die zich tijdens het gebruik van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp voor kunnen doen. Sommige problemen, die een waarschuwing of foutmelding veroorzaken, zijn reeds beschreven in hoofdstuk 8. Opmerking De oplossingen, die in dit hoofdstuk worden aangedragen, stellen u in het algemeen in staat om het probleem op te lossen en uw pomptherapie voort te zetten.
9.1 Therapiegerelateerde onderwerpen Er zijn veel factoren – zoals het gebruik van alcohol, medicijnen, verminderde activiteit, ziekte en stress – die van invloed kunnen zijn op uw bloedglucosespiegel. Neem contact op met uw behandelteam voor advies over het omgaan met deze of andere therapiegerelateerde onderwerpen. 172 Probleem Aanbevolen actie Afzonderlijke tekens, cijfers of symbolen op de display worden onvolledig of zelfs helemaal niet weergegeven.
9 Probleem Aanbevolen actie Onjuiste toediening van insuline vanwege een onjuist ingestelde basale dosering. Controleer alle wijzigingen, die u in de instellingen van uw basale dosering heeft aangebracht om er zeker van te zijn, dat u het correcte basale profiel gebruikt. Er bevinden zich luchtbellen in de ampul en/of infusieset. Controleer uw bloedglucosespiegel. In de ampul: Koppel de slang af van de naald / canule en vul de slang opnieuw.
174 Probleem Aanbevolen actie De infusieset is afgekoppeld of losgeschoten. Controleer uw bloedglucosespiegel. Controleer of alle aansluitingen goed vast zitten. Controleer de aansluitingen op lekkage van insuline. Vervang de infusieset en kies een andere infusieplaats. Er bevindt zich een lek in het systeem. Controleer uw bloedglucosespiegel. Controleer op alle aansluitpunten en op de huid of er insuline lekt. Vervang de infusieset, wijzig de infusieplaats en vervang de ampul en de adapter.
A Appendix A: Technische gegevens Algemene technische gegevens Maximale afmetingen (zonder adapter) Circa 82,5 × 56 × 21 mm Gewicht jj een lege insulinepomp: circa 80 g jj insulinepomp inclusief batterij, volle kunststofampul en infusieset: circa 110 g Behuizing van de pomp Tegen schokken, krassen en geneesmiddelen bestendige kunststof, met afgeronde hoeken Temperatuurbereiken* Tijdens gebruik: + 5 tot + 40 °C Opgeslagen in transportverpakking: + 5 tot + 45 °C Tijdens transport: – 20 tot + 50 °C Luc
Algemene technische gegevens Luchtdruk van de barometer Tijdens gebruik of opgeslagen in transportverpakking: 70 tot 106 kPA (700 tot 1.060 mbar) (de pomp is niet geschikt voor hoogtes boven 3.000 meter boven zeeniveau). Tijdens transport: 50 tot 106 kPa (500 tot 1.060 mbar) 176 Stroomvoorziening Eén 1,5 Volt AA Alkaline (LR6) of Lithium (FR6) batterij of één 1,2 Volt oplaadbare NiMH AA (HR6) batterij. De batterijen dienen een minimum capaciteit van 2.500 mAh te hebben.
A Algemene technische gegevens Toediening 1 / 20 van de basale dosering van de actuele tijdsperiode van één uur met intervallen van 3 minuten. Basale dosering Min. 0,05 eenheden / uur, max. 50 eenheden / uur. Er zijn 24 basale doseringen voor tijdsperiodes van één uur, die in stappen van 0,01 U (tot 1,00 U / h), 0,05 U (tot 10,0 U / h) en 0,1 U (tot 50,0 U / h) kunnen worden aangepast. Bolus De maximale bolushoeveelheid per toediening bedraagt 50 eenheden insuline.
Algemene technische gegevens Maximum tijd voor foutmelding E4: VERSTOPPING** Kunststofampullen: jj bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 eenheden / uur: ≤ 2 uren jj bij een minimum basale dosering van 0,05 eenheden / uur: ≤ 24 uren Aventis Insuman Infusat-glazen patronen***: jj bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 eenheden / uur: ≤ 8 uren jj bij een minimum basale dosering van 0,05 eenheden / uur: ≤ 120 uren Maximum volume voor foutmelding E4: Kunststofampullen: ≤ 1,5 U eenheden.
A Algemene technische gegevens Infusiesets Accu-Chek-infusiesets met een lueraansluiting. Accu-Chek infusiesets bevatten geen pvc of latex. Gegevensoverdracht Infrarood-interface Veiligheidssysteem Waarschuwingssysteem, akoestische signalen, informatie op de display, trilsignalen, twee microprocessors. De insulinepomp wordt aangestuurd door twee microprocessors. Het beveiligingsconcept houdt in dat één processor (de toezichthoudende processor) de andere (de hoofdprocessor) controleert.
Technische normen Tabel 201: Elektromagnetische emissie Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissie De Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De klant of de gebruiker van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
A Tabel 202: Elektrostatische ontlading en magnetische velden bij netfrequentie (alle apparaten) Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid De Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De klant of de gebruiker van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Norm storings(on) gevoeligheidstest IEC 60601testniveau * Niveau van overeenstemming Korte spanningsverlaging, korte onderbrekingen en spanningsfluctuatie op elektrische leidingen < 5 % UT (0,5 cyclus) 40 % UT (5 cycli) 70 % UT (25 cycli) < 5 % UT gedurende 5s Niet van toepassing Elektromagnetische omgeving – richtlijnen IEC 61000-4-11 Opmerking UT is de wisselstroom van het elektriciteitsnet voor toepassing van het testniveau.
A Tabel 203: Storings(on)gevoeligheid voor elektromagnetische velden (levensfunctieondersteunende apparatuur) Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid De Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De klant of de gebruiker van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de pomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid Hierbij is P het maximale uitgangsvermogen van het zendapparaat in Watt (W) volgens de fabrikant van het zendapparaat en de aanbevolen afstand in meters (m). De veldsterkten van vaste RF-zendapparatuur, bepaald in een onderzoek naar elektromagnetische locaties, a) dienen lager te zijn dan het niveau van overeenstemming voor ieder frequentiebereik.
A Tabel 205: Aanbevolen afstanden (levensfunctieondersteunende apparatuur) Aanbevolen afstand tussen draagbare- en mobiele RF-communicatieapparatuur en de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp. De Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin uitgezonden RF-storingen kunnen worden beheerst.
Opmerking Bij 80 MHz en 800 MHz is de afstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing. Opmerking Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door de absorptie en reflectie door structuren, objecten en mensen.
A Nauwkeurigheid van de stroomsnelheid bij gebruik van Accu-Chek-kunststof ampullen (3,15 mL) en het Accu-Chek Spirit-ampulsysteem (3,15 mL) Trompetcurve uitgezet aan de hand van gegevens verkregen na afloop van de stabilisatieperiode De trompetcurve geeft de nauwkeurigheid van de toedieningsnelheid gedurende de waarnemingsperiode aan. percentage van de fout in de stroomsnelheid. (%) minimum van de gemeten variatie maximum van de gemeten variatie algeheel percentage van de fout 20 15 10 3.
Opstartgrafiek gedurende de stabilisatieperiode Bolus Voor U100-insuline is de maximale afwijking voor een maximum bolus ≤ ± 5 % en de maximale afwijking voor een minimum bolus ≤ ± 30 %**. De opstartgrafiek toont wijzigingen in de stroomsnelheid gedurende de stabilisatieperiode. gemeten stroomsnelheid streefwaarde van de stroomsnelheid 0.012 stroomsnelheid (mL/uur) 0.010 0.008 0.006 0.004 0.002 0.
B Appendix B: Configuratie van de parameters Representatief, op de pomp beschikbaar bereik en standaard instellingen van de parameters Basale dosering Basale dosering voor een tijdsperiode van één uur + max. TBD 62,5 U / h (basale dosering voor een tijdsperiode van één uur in combinatie met een tijdelijke basale dosering, max.
190 Representatief, op de pomp beschikbaar bereik en standaard instellingen van de parameters Maximaal bereik van de parameters, in te stellen met de Accu-Chek PC-configuratiesoftware Bolus Bolushoeveelheid per toegediende bolus 25,0 U max. hoeveelheid: 0 – 50,0 U bolusstappen voor Snelle bolus bolusstappen voor standaardbolus bolusduur (vertraagde bolus, multiwave-bolus) stappen van de bolusduur 0,5 U 0,1 U max. 12 uren 15 min 0,1 / 0,2 / 0,5 / 1,0 of 2,0 U Vulvolume 25,0 U max.
B Representatief, op de pomp beschikbaar bereik en standaard instellingen van de parameters Type batterij AA (LR6) ALKALINE-, AA (FR6) LITHIUM- of oplaadbare AA (HR6) NiMH-batterij Toetsblokkering aan of uit Automatisch uit aan (1 – 24 uren) of uit (0 uur) Herinneringen aan of uit wanneer aan: eenmalig of elke dag weergegeven Tijdweergave Europees (24 h) of Amerikaans (12 h, am / pm) Datumweergave Europees (dd.mm.
Appendix C: Steriele producten en accessoires Ampullen Accu-Chek-infusiesets Naam Opmerkingen Naam Opmerkingen Accu-Chek Spirit-ampulsysteem (3,15 mL) Accu-Chek-kunststof ampul (3,15 mL) Kunststofampullen zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Gebruik de ampullen niet nogmaals! Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de insuline, die u gebruikt, voor meer informatie over de toegestane bereiken van de bewaar- en gebruikstempera turen.
C Accessoires Naam Opmerkingen Naam Opmerkingen Adapter Vervang uw adapter elke twee maanden. Draagsystemen Roche Diagnostics biedt een ruim assortiment draagsystemen, die passen bij verschillende levensstijlen. Accu-ChekPC-configuratiesoftware Vraag bij de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics naar de beschikbaarheid van geschikte software voor het instellen van de pomp.
Appendix D: Afkortingen 194 Afkorting Betekenis Afkorting Betekenis ca. Circa, ongeveer NiMH BD Basale dosering Nikkelmetaalhydride (toegepast bij oplaadbare batterijen) BP Basaal profiel rel. Relatief h Uur / uren sec. Seconden IEC Internationale Elektrotechnische Commissie TBD Tijdelijke basale dosering U Zie I.U. incl. Inclusief, ingesloten, met inbegrip van U/h IR Infrarood Aantal internationale eenheden insuline, dat per uur wordt toegediend I.U.
E Appendix E: Akoestische signalen en melodieën Akoestische signalen Alle functies van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden ondersteund door akoestische signalen. De akoestische signalen worden weergegeven in de vorm van pieptonen.
Akoestisch signaal Functie BASISSTATUS RUN (TOETSEN GEDEBLOKKEERD) Frequentie: 2.789 Hz ±5 % Duur: korte toon, korte pauze, korte toon, korte pauze, korte toon. BASISSTATUS RUN (TOETSEN GEBLOKKEERD) Frequentie: 2.763 Hz ±5 % Duur: korte toon, korte pauze, korte toon, korte pauze, korte toon. BASISSTATUS STOP (TOETSEN GEDEBLOKKEERD) Frequentie: 2.789 Hz ±5 % Duur: Lange toon, korte pauze, lange toon, korte pauze, lange toon. 196 BASISSTATUS STOP (TOETSEN GEBLOKKEERD) Frequentie: 2.
E Akoestisch signaal + + Functie 50 U < INHOUD AMPUL <= 100 U Frequentie: f1 = 2.090 Hz ±5 %, f2 = 2.486 Hz ±5 %, f3 = 2.789 Hz ±5 % Duur: korte toon f1, korte toon f2, lange pauze, gemiddelde toon f3. 100 U < INHOUD AMPUL Frequentie: f1 = 2.090 Hz ±5 %, f2 = 2.486 Hz ±5 %, f3 = 2.789 Hz ±5 % Duur: korte toon f1, korte toon f2, lange pauze, lange toon f3. Akoestisch signaal Functie BASALE DOSERING KOPIËREN Frequentie: 2.486 Hz ±5 %, 3.131 Hz ±5 %, 2.
Akoestisch signaal Functie Herinnering (HERHALENDE REEKS) Frequentie: f1 = 1.043 Hz ±5 %, f2 = 1.850 Hz ±5 % Duur: gemiddelde toon f1, korte pauze, gemiddelde toon f2, korte pauze, gemiddelde toon f1, gemiddelde pauze, gemiddelde toon f2. Tijdsinterval herhaling: 3.000,0 ms ±20 % WAARSCHUWING (HERHALENDE REEKS) Frequentie: f1 = 1.043 Hz ±5 %, f2 = 1.
E Akoestisch signaal Functie BEVESTIGINGSTOETS INGEDRUKT Frequentie: 2.789Hz ±5 % Duur: korte toon + + + + + GEWIJZIGD IN BASISSTATUS RUN D.M.V. OK-TOETS (TOETSEN GEDEBLOKKEERD) Reeks: A12, lange pauze, A14 GEWIJZIGD IN BASISSTATUS RUN D.M.V. OK-TOETS (TOETSEN GEBLOKKEERD) Reeks: A12, lange pauze, A15 GEWIJZIGD IN BASISSTATUS STOP D.M.V. OK-TOETS (TOETSEN GEDEBLOKKEERD) Reeks: A12, lange pauze, A16 GEWIJZIGD IN BASISSTATUS STOP D.M.V.
Voelbare signalen Bepaalde functies van de Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp worden aanvullend ondersteund door voelbare signalen. Deze voelbare signalen zijn trillingen, die worden voortgebracht door een trillingsmotor. Signaal Functie KORT TRILSIGNAAL Duur kort trilsignaal = 109,375 ms ±5 % GEMIDDELD TRILSIGNAAL Duur gemiddeld trilsignaal = 203,125 ms ±5 % LANG TRILSIGNAAL) Duur lang trilsignaal = 281,25 ms ±5 % 200 Signaal Functie WAARSCHUWINGEN Herinnering (HERHALENDE REEKS) Duur trilsignaal = 1.
F Appendix F: Symbolen Op de display weergegeven symbolen Symbool Betekenis Symbool Betekenis Blokkering van de basale dosering UIT Bluetooth ® AAN Blokkering van de basale dosering AAN Bluetooth ® instellingen Basale dosering Bluetooth ® in de modus afstandsbediening Totale basale dosering Geluidstest Batterij leeg Ampul leeg Batterij bijna leeg Ampul vol Geluidsniveau van het akoestische signaal Ampul bijna leeg Bluetooth ® UIT OK 201
Symbool 202 Betekenis Symbool Betekenis Klok Toetsblokkering AAN Menu Gegevensoverdracht Resterende looptijd Gegevensoverdracht (displayweergave om deze te starten) Instellingen van het menu Bezig met overdracht van gegevens Multiwave-bolus Datum Multiwave-bolus, aandeel directe toediening Datumweergave EU Mijn gegevens Datumweergave US Koppelen mislukt Displaycontrast Koppeling tot stand gebracht Vertraagde bolus Vullen infusieset Toetsblokkering UIT Voortgang weergevende balk
F Symbool Betekenis Symbool Betekenis Instellingen van de pomp Stop Herinnering Totaal Herinnering elke dag Tijdelijke basale dosering Herinnering UIT Therapie-instellingen Instellingen van herinnering Instellingen van tijd en datum Herinnering eenmalig Eenheden Oriëntatie van de displayweergave Eenheden per uur Akoestisch signaal Trilsignalen Akoestisch- en trilsignaal Fout/foutmelding Standaardbolus Waarschuwing 203
Algemene symbolen Symbool Betekenis Let op! De veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het apparaat raadplegen, a.u.b. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Gesteriliseerd met ethyleenoxide Gesteriliseerd d.m.v.
F Symbool Betekenis Symbool Betekenis Voorzichtig, licht breekbaar Niet gebruiken, als de verpakking beschadigd is Tegen vocht beschermen Ontvlambaar Tegen warmte en zonlicht beschermen Bluetooth ® draadloze technologie Elektronisch apparaat van het type BF conform de norm IEC 60601-1, Bescherming tegen elektrische schokken.
Symbool FCC ID Betekenis Federal Communications Commission (Amerikaanse overheidsinstantie voor communicatieregelgeving), richtlijnen, deel 15 inzake radiofrequentieapparatuur. Markering van conformiteit met de Europese richtlijn 93/42/EEG inzake medische hulpmiddelen, met het identificatienummer van de aangemelde instantie. Dit omvat ook RTTE-richtlijn 1999/5/ EG. Volgens de federale wetgeving van de Verenigde Staten mag dit apparaat uitsluitend door of op voorschrift van een arts worden verkocht.
Verklarende woordenlijst Accu-Chek Aviva Combo Dit is een intelligent instrument voor diabetesbeheer, waarmee u uw bloedglucosespiegel kunt meten, uw bloedglucosegegevens kunt beheren en bolusadvies kunt krijgen. Het biedt u ook de mogelijkheid om uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp door middel van de Bluetooth® draadloze technologie op afstand te bedienen. Adapter De adapter verbindt de ampul en de infusieset met elkaar.
Basaal profiel Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp biedt u de mogelijkheid om maximaal vijf verschillende basale profielen in te stellen om op een eenvoudige wijze aan uw wijzigende insulinebehoeften tegemoet te kunnen komen (bijvoorbeeld een profiel voor door de week en een profiel voor het weekend). Een basaal profiel bestaat uit 24 ingestelde basale doseringen voor tijdsperiodes van één uur. Bladeren (scrollen) Door te bladeren (scrollen) kan een reeks waarden snel en gemakkelijk worden ingesteld.
Fabrieksinstellingen Uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp wordt door Roche Diagnostics met een standaardconfiguratie (fabrieksinstellingen) geleverd. U kunt deze instellingen op de insulinepomp of met de Accu-Chek Insulin Pump Configuration Software aan uw persoonlijke behoeften aanpassen. Humane insuline (kortwerkend) Zie insuline, humaan (kortwerkend). Infusieplaats Dit is de plaats, waar de canule of naald van de infusieset in het onderhuidse weefsel wordt ingebracht om de insuline toe te dienen.
Lueraansluiting Een standaard verbindingstuk aan het uiteinde van de infusieset, dat het mogelijk maakt om de infusieset en de ampul door middel van de adapter goed op elkaar aan te sluiten. Meter Zie Accu-Chek Aviva Combo-bloedglucosemeter. Per dag toegediende hoeveelheid insuline De totale hoeveelheid insuline (basale dosering plus bolussen), die vanaf middernacht gedurende 24 uren wordt toegediend. Deze hoeveelheid is exclusief de hoeveelheid insuline, die nodig is om de infusiesets te vullen.
Totale basale dosering De som (het totaal) van alle 24 basale doseringen in een basaal profiel wordt de totale basale dosering (per dag) genoemd. U100 Dit is de insulineconcentratie. Elke milliliter vloeistof bevat 100 internationale eenheden insuline. Uw insulinepomp is ontwikkeld om uitsluitend kortwerkende humane U100-insuline of snelwerkende U100-insulineanalogen af te geven. Verstopping Een verstopping is een blokkering, waardoor de insuline niet correct van de insulinepomp in het lichaam kan stromen.
212
Trefwoordenregister A Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1, 19 Accu-Chek Aviva Combo-bloedglucosemeter . . . . . . . . . . 7, 133 Adapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1, 20, 150, 193 Afkortingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194 Afstemmen van uw pomp op uw persoon. . . . . . . . . . . . . . 8, 99 Afvalverwijdering: weggooien van uw pomp. . . . . . . . . . . . .
E Elektromagnetische storings(on)gevoeligheid. . . . . . . . . . . . 183 Elektromagnetische straling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Insulinetoediening starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 104 stoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 104 F K Kit voor noodgevallen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 144 Foutmeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
P Persoonlijke instellingen. . . . . . . . . . 23, 35, 53, 58, 98, 121, 149 Pomp, instellingen van de. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 154, 176 Pompgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Pomptherapie Onderbreking van. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Problemen oplossen therapiegerelateerde onderwerpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 R Reiniging van uw pomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
U Veiligheidssysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 Vertraagde bolus. . . . . . . . . 77, 84, 85, 87, 88, 98, 177, 190, 202 Vliegtuig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63, 135, 141 Voelbare signalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200 Vulhoeveelheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Vullen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
217
Beknopte overzichtstabel van foutmeldingen, waarschuwingen en herinneringen Foutmeldingen 218 Nr. Foutmelding Wat u moet doen Nr. Foutmelding Wat u moet doen E1 AMPUL LEEG Vervang de ampul. E6 MECHANISCHE FOUT Zie hoofdstuk 8. E2 BATTERIJ LEEG Vervang de batterij. E7 ELEKTRON. FOUT Zie hoofdstuk 8. E3 AUTOMATISCH UIT Zet uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in RUN, indien noodzakelijk. E8 STROOMUITVAL Zie hoofdstuk 8. E9 EINDE LOOPTIJD Uitsluitend voor leenpomp.
Waarschuwingen Nr. Waarschuwing Wat u moet doen Nr. Waarschuwing Wat u moet doen W1 AMPUL BIJNA LEEG Vervang de ampul, voordat deze geheel leeg is. W6 TBD GEANNULEERD W2 BATT. BIJNA LEEG Vervang de batterij zo spoedig mogelijk. W3 CONTROLEER TIJD Stel de tijd en datum in. W4 ACCU-CHEK BELLEN Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics. Zet uw Accu-Chek Spirit Combo-insulinepomp in RUN, indien noodzakelijk.
Herinnering Nr. Waarschuwing Wat u moet doen W9 WAARSCH LOOPTIJD Uitsluitend voor leenpomp. Controleer in het menu MIJN GEGEVENS in de displayweergave REST. LOOPTIJD de resterende looptijd van de insulinepomp. Zorg voor vervanging van de pomp binnen de aangegeven looptijd. W10 BLUETOOTH DEFECT 220 Herhaal de koppelingsprocedure voor de insulinepomp en de meter. Zie paragraaf 6.4 Oplossen van problemen met de Bluetooth® verbinding in de gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde informatie.
Mijn notities 221
Bluetooth ® registratie Let er a.u.b. op, dat de Bluetooth® draadloze technologie in Italië en Frankrijk uitsluitend binnenshuis mag worden gebruikt. FCC ID RAH3 This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
223
224
Voor hulp met en / of aanvullende informatie over de Accu-Chek Spirit Comboinsulinepomp kunt u contact opnemen met: Gedistribueerd in Nederland door: Roche Diagnostics Postbus 1007 1300 BA Almere, Nederland Telefoon 0800 022 05 85 Fax +31 (0)36 53 94 874 almere.dc@roche.com www.accu-chek.nl Gedistribueerd in België door: Roche Diagnostics Belgium S.A. Schaarbeeklei 198 1800 Vilvoorde, België Gratis nummer 0800 93 626 Telefoon +32 2 247 47 47 Fax +32 2 247 46 80 info@accu-chek.be www.accu-chek.
ACCU-CHEK, ACCU-CHEK SPIRIT COMBO, ACCU-CHEK AVIVA COMBO, PERFORMA COMBO, ACCU-CHEK TENDERLINK, ACCU-CHEK FLEXLINK, ACCU-CHEK RAPID D-LINK en DISETRONIC zijn merken van Roche. Disetronic Medical Systems AG 3401 Burgdorf, Switzerland www.accu-chek.com Swiss made 05358680001/A De merknaam en logo’s Bluetooth ® zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merken met ACCU-CHEK is een licentie verkregen.