Operation Manual
27
Functiecontrolemetingen
4
Wanneer moet er een functiecontrolemeting worden uitgevoerd?
Door het uitvoeren van een functiecontrolemeting kunt u het goede functioneren van de meter en de
teststrips controleren. Een functiecontrolemeting dient te worden uitgevoerd:
• als u een nieuwe verpakking teststrips in gebruik heeft genomen.
• als u de flacon teststrips open heeft laten staan.
• als u vermoedt, dat de teststrips beschadigd zijn.
• als u de werking van de meter en de teststrips wilt controleren.
• als u de teststrips bij extreme temperaturen en/of luchtvochtigheid heeft bewaard.
• als u de meter heeft laten vallen.
• als uw meetresultaat niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand.
• als u wilt controleren of u de meting juist uitvoert.
Opmerkingen m.b.t. de controleoplossing
• Gebruik uitsluitend Accu-Chek Performa-controleoplossing.
• Sluit het flesje controleoplossing na gebruik direct weer goed af met de dop.
• Schrijf na het openen van een flesje controleoplossing de datum op het etiket van het flesje. De
controleoplossing moet 3maanden na de datum dat het flesje controleoplossing werd geopend
(”weggooidatum”), doch uiterlijk op de op het etiket aangegeven vervaldatum, worden weggegooid.
• Gebruik geen controleoplossing, waarvan de vervaldatum of ”weggooidatum” is overschreden.
• Raadpleeg de bijsluiter van de verpakking controleoplossing voor de bewaarcondities van de
controleoplossing.
• De meter herkent automatisch het verschil tussen de controleoplossing en bloed.
• De resultaten van functiecontrolemetingen kunnen niet uit het geheugen worden opgeroepen en op de
display worden weergegeven.
• De controleoplossing bevat een kleurstof, die bij morsen vlekken op weefsels kan veroorzaken. Verwijder de
kleurstof door wassen met zeep en water.
Hoofdstuk 4: Functiecontrolemetingen
52955_07054190001_02_NL.indb 27 12/8/14 2:07 PM