Operation Manual

118
Meet- en bewaarcondities
13
Bij temperaturen beneden +8°C of boven +42°C kunnen geen metingen worden uitgevoerd. In dit geval
verschijnt de melding E-8 Temperatuur te laag: Herhaal de meting bij een hogere temperatuur resp.
Temperatuur te hoog: Herhaal de meting bij een lagere temperatuur (zie Meldingen en storingen,
pagina128).
W
Probeer nooit de meter op kunstmatige wijze versneld op temperatuur te brengen, b.v. door de meter in
de koelkast of op de verwarming te leggen. De meter kan hierdoor beschadigd worden, waardoor er
onjuiste meetresultaten mee kunnen worden verkregen. Onjuiste meetresultaten kunnen tot onjuiste
beslissingen met betrekking tot de behandeling leiden, waardoor er ernstige schade aan de gezondheid
kan worden toegebracht.
Bewaar de prikpen niet langdurig bij zeer lage of hoge temperaturen, zoals b.v. in een hete auto.
Luchtvochtigheid
Bloedglucosemetingen mogen alleen worden uitgevoerd bij een relatieve luchtvochtigheid tussen
15 en 85%.
Bewaar de meter bij een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 93%.
W
Bij plotselinge temperatuurschommelingen kan zich in of op de meter condens afzetten. Zet de meter
in dit geval niet aan. Laat de meter langzaam op de omgevingstemperatuur komen. Bewaar de meter
niet in vochtige ruimten (zoals b.v. de badkamer).
man_07419341001_04_NL.indb 118 05.12.2016 12:05:02