Operation Manual

Meten van de bloedglucosewaarde
58
3 Schuif de nieuwe lancettenhouder – met het witte
uiteinde eerst – in de prikpen.
De lancettenhouder is juist in de prikpen geplaatst, als
bij het plaatsen een KLIK wordt gehoord.
4 Plaats het dopje weer op de prikpen.
Hierbij moeten de uitsparing in de rand van het dopje
en de uitstulping op de prikpen met de weergave van
de prikdiepte (zilveren streepje) precies in elkaar
passen. Het dopje moet hierbij hoor- en voelbaar
worden bevestigd. In het weergavevenster van het
aantal nog beschikbare lancetten wordt 6 weergege-
ven, d.w.z. dat er nu 6 lancetten beschikbaar zijn.