Operation Manual

Kennismaking met de meter en de prikpen
38
Functies in- of uitschakelen
Enkele functies, zoals b.v. het akoestische signaal en
het markeren van meetresultaten, kunnen alleen maar
worden ingeschakeld of uitgeschakeld.
U kunt deze functies herkennen aan het feit, dat er
voor de functie geen vinkje
of controlevakje
staat en dat het commando van de toets
Uit
resp. Aan is (als er een ander commando wordt weer-
gegeven, dan kan de functie ook worden gewijzigd).
Een vinkje betekent, dat de functie is ingeschakeld.
Om de functie uit te schakelen wordt het commando
van de toets
, Uit , weergegeven.
Druk op de toets
(Uit) om een ingeschakelde
functie uit te schakelen.
Een controlevakje betekent, dat de functie is
uitgeschakeld. Om de functie in te schakelen wordt het
commando van de toets
, Aan, weergegeven.
Druk op de toets
(Aan) om een uitgeschakelde
functie in te schakelen.