Operation Manual

Kennismaking met de meter en de prikpen
21
Controle van de opgebrachte hoeveelheid bloed
De meter detecteert of er voldoende bloed (ca. 0,3 μl
= 0,3 duizendste milliliter) is opgebracht en begint
hierna pas met de meting.
Geel oplichtende displayweergaven
Alle displayweergaven lichten op de display geel op
tegen een zwarte achtergrond. U kunt de helderheid
wijzigen en aan de omgevingscondities aanpassen
om het aezen te vergemakkelijken.
Door tekst ondersteunde bediening
De meter geeft u in de door u geselecteerde taal
aanwijzingen voor alle bedieningshandelingen.
Hierbij kunt u uit 15 talen kiezen. De tekst wordt
gedeeltelijk door symbolen en graeken onder-
steund.
Bediening via menu’s
De instellingen en functies van de meter zijn in
verschillende menu’s naar thema gesorteerd. Het
overzicht van de menu’s vindt u achteraan in deze
gebruiksaanwijzing.
Herinnering
U kunt herinneringstijdstippen instellen om u er b.v.
aan te laten herinneren, dat er een meting moet
worden uitgevoerd. Op het ingestelde tijdstip wordt
een akoestisch signaal afgegeven en wordt de
herinneringstijd weergegeven.
Streefwaardenbereik van meetresultaten
U kunt uw persoonlijke streefwaardenbereik voor
bloedglucosewaarden invoeren. Het streefwaarden-
bereik omvat de bloedglucosewaarden, die bij een
optimale therapie zouden moeten worden verkregen.
Ligt een meetresultaat boven of beneden dit bereik,
dan wordt u hier door een symbool op de display op
gewezen.