Roche USA – 52327 Insight V4/1 –07149336001/A – Black – Roche USA – 52327 Insight V4/2 –07149336001/A – Cyan – Roche USA – 52327 Insight V4/3 –07149336001/A – Magenta – Gebruiksaanwijzing Roche USA – 52327 Insight V4/4 –07149336001/A – Yellow – Accu-Chek® Insight-systeem ACCU-CHEK, ACCU-CHEK 360˚, ACCU-CHEK AVIVA, ACCU-CHEK INSIGHT en ACCU-CHEK AVIVA INSIGHT zijn merken van Roche.
Roche Diagnostics Nederland BV Postbus 1007 1300 BA Almere, Nederland Tel. 0800-022 05 85 (Accu-Chek Diabetes Service) almere.dc@roche.com www.accu-chek.nl Gedistribueerd in Nederland door: Roche Diagnostics Nederland BV Postbus 1007 1300 BA Almere, Nederland Tel. 0800-022 05 85 (Accu-Chek Diabetes Service) Fax 036 53 94 874 almere.dc@roche.com www.accu-chek.nl 52327_07149336001_01.
Roche USA – 52327 Insight V4/1 –07149336001/A – Black – Inhoudsopgave 1 Overzicht 1 5 Meten van uw bloedglucose 1.1 1.2 Inzicht in de verschillen bij koppeling met de pomp Startscherm 3 4 2 Eerste ingebruikname 9 5.1 5.2 5.3 Uitvoeren van een bloedglucosemeting 47 Toevoegen van informatie aan een bloedglucoseresultaat 52 Een bolus toedienen zonder Bolusadvies 55 2.1 2.2 2.3 2.
8.1 8.2 8.3 Een basaal profiel instellen Een basaal profiel activeren Een basaal profiel verwijderen 103 107 109 9 Gebruik van modi 111 9.1 9.2 9.3 De signaalmodus van de pomp wijzigen Vliegtuigmodus inschakelen Vliegtuigmodus uitschakelen 111 113 114 10 Instellingen van de pomp 115 10.1 10.2 10.3 10.4 116 127 141 150 Herinneringen van de pomp Therapie-instellingen Apparaat-instellingen Instellen van de datum en tijd op de pomp 11 Mijn gegevens 153 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.
1 1 Overzicht Met de Accu‑Chek Aviva Insight-diabetesmanager (hierna de meter genoemd) kunt u de Accu‑Chek Insight-insulinepomp d.m.v. Bluetooth® draadloze technologie op afstand bedienen. Als u communicatieproblemen tussen de pomp en de meter waarneemt, moet u de pomp handmatig bedienen.
OPMERKING jj Als de meter en de pomp met elkaar zijn verbonden, kunt u echter nog wel een bolus handmatig met de pomp instellen en toedienen zonder gebruik te maken van de commando's van de meter. jj Als de meter en de pomp met elkaar zijn verbonden, draagt de pomp automatisch bolusinformatie over aan de meter.
1 1.1 Inzicht in de verschillen bij koppeling met de pomp Als u de meter of de pomp voor de koppeling onafhankelijk van elkaar heeft gebruikt, moet u zich er bewust van zijn, dat het gekoppelde systeem zich als volgt anders gedraagt: jj Omdat de instellingen van insulinetoename en maximum bolus van de pomp worden overgenomen, zijn deze instellingen niet beschikbaar in de systeeminstellingen van de meter. jj Bolusadvies kan worden gebruikt om de aanbevolen bolus onmiddellijk toe te dienen.
1.2 Startscherm Het startscherm heeft betrekking op het scherm, dat wordt weergegeven als de meter wordt aangezet. Als startscherm kan het scherm Hoofdmenu of het scherm Status worden weergegeven. Om de standaardinstelling van het startscherm te wijzigen, zie de paragraaf Standaardinstelling van het startscherm van het hoofdstuk De instellingen van de meter wijzigen van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager. 4 52327_07149336001_01.
1 1.2.1 Scherm Hoofdmenu Titelbalk Geeft informatie van de meter weer. Beschikbare menu's Ga naar het scherm Status Zie de paragraaf Scherm Status van dit hoofdstuk. Op de Titelbalk worden de tijd van de dag en de datum weergegeven. Voor uitleg over de symbolen die in de Titelbalk worden weergegeven, zie het hoofdstuk Kennismaking met uw diabetesmanager van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager. 52327_07149336001_01.
67 1.2.2 Scherm Status Als de meter met de pomp is gekoppeld, geeft het scherm Status de pompstatus weer, evenals informatie over de meest recente, geldige bloedglucosemeting. Voor een gedetailleerde beschrijving van het gedeelte van het scherm Status met de bG-status, moet u het hoofdstuk Kennismaking met uw diabetesmanager van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insightdiabetesmanager raadplegen.
1 1 Niveau van de ampul Geeft de nog in de ampul aanwezige eenheden insuline weer. 2 Bolusvoortgangsbalk Visuele weergave van de hoeveelheid en de duur van de actieve bolus (niet zichtbaar als er geen bolus wordt toegediend). 3 4 5 6 Symbool voor het type bolus Geeft het type bolus van de actieve bolus aan. TBD-voortgangsbalk Visuele weergave van de hoeveelheid en de duur van de actieve tijdelijke basale dosering. Basaal-symbool Geeft een actief basaal profiel dosering (TBD) aan.
8 52327_07149336001_01.
2 2 Eerste ingebruikname 2.1 Opladen van de batterij Laad de batterij op door de USB-kabel op de netspanningadapter of een computer aan te sluiten. Het gebruik van de netspanningadapter heeft de voorkeur, omdat dit sneller is en het circa 3,5 uren duurt om een volledig ontladen batterij op te laden. Het opladen van de batterij via een computer duurt veel langer. OPMERKING jj Als de batterij volledig wordt ontladen, wordt het vermogen van de batterij om zijn lading te behouden verminderd.
De batterij opladen met een netspanningadapter 1 Afdekking van doorzichtig plastic 2 3 4 Steek de grote stekker van de USB-kabel in de netspanningadapter. Steek de kleine stekker van de USB-kabel in de meter. Steek de stekker met randaarde op de plaats van de plastic afdekking in de netspannigadapter tot deze hoorbaar op zijn plaats vastklikt. Probeer de stekker met randaarde er niet met geweld in te steken. Dit gaat slechts op één manier.
2 5 6 Sluit de netspanningadapter aan op het stopcontact. Op het volgende scherm (het scherm Hoofdmenu of het scherm Status) wordt het batterijsymbool in de oplaadmodus weergegeven. Als het batterijsymbool als volledig geladen wordt weergegeven, kunt u de meter van de stroomvoorziening nemen. Als de aansluiting met succes tot stand is gekomen, geeft de meter gedurende 3 seconden de displayweergave van het opladen van de batterij weer. 11 52327_07149336001_01.
De batterij opladen via een computer 1 2 3 OPMERKING jj Het scherm Verbindingsmogelijkheden wordt niet weergegeven, als eerder Als standaard instellen was gekozen. Steek de kleine stekker van de USB-kabel in de meter. Sluit de grote stekker van de USB-kabel aan op een vrije USB-poort van de pc. Kies Alleen laden. Kies de optie Als standaard instellen om te voorkomen, dat dit scherm telkens als u de USB-kabel op een pc aansluit wordt weergegeven. Selecteer OK.
2 OPMERKING OPMERKING Om de batterij op te laden, moet de pc zijn ingeschakeld en zich niet in de slaap- of standbymodus bevinden. De computer laadt de batterij niet op, als de meter de displayweergave van het opladen van de batterij of het symbool van het opladen van de batterij niet weergeeft of als het informatiescherm Laad de meter binnenkort op wordt weergegeven. Laad de batterij op met een netspanningadapter.
2.2 Instellingen Wizard w De eerste keer, dat u de meter aanzet, wordt voor het instellen van de meter de “Instellingen Wizard” geactiveerd. Het instellen met de Instellingen Wizard moet zijn voltooid, voordat u de eerste bloedglucosemeting uit kunt voeren. Het is belangrijk om uw individuele instellingen van grenswaarden van waarschuwingen, tijdsblokken, bolusadvies en herinneringen aan bloedglucosemetingen met uw medische beroepsbeoefenaar te bespreken.
2 OPMERKING jj De Instellingen Wizard wordt telkens, als u de meter aanzet, geactiveerd, tot u de procedure heeft voltooid. jj Als u de meter tijdens het instellen met de Instellingen Wizard uitzet, moet u alle instellingen opnieuw bevestigen om het instellen met de Instellingen Wizard te kunnen voltooien. jj Selecteer Terug om naar het vorige scherm in de Instellingen Wizard terug te keren.
2.3 Voltooien van het instellen met de Instellingen Wizard Raadpleeg de paragraaf Belangrijke informatie van deze gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde uitleg over de verschillende instellingen in de Instellingen Wizard. 1 2 Aan/Uit-toets Druk bij een uitgeschakelde meter op de Aan/Uit-toets om de meter aan te zetten.
2 3 Kies de gewenste taal in de lijst. Selecteer Volgende. 4 Als u de Accu‑Chek 360°configuratiesoftware gebruikt: Sluit de meter aan op de pc, kies Instellen met pc en selecteer Volgende om m.b.v. de software verder te gaan met het instellen. U hoeft de rest van de stappen in deze paragraaf niet meer op te volgen. 5 Om verder te gaan met het instellen op de meter moet u Handmatig kiezen. Selecteer Volgende. Selecteer, indien nodig, 12 uur of 24 uur om de tijdsweergave in te stellen.
6 7 8 9 Stel de datum en tijd in. Selecteer Volgende. Kies de gewenste koolhydraateenheid. Selecteer Volgende. Stel de bovenste (Hyper) en onderste (Hypo) grenswaarden van waarschuwingen in. Selecteer Volgende. Kies Ja om bolusadvies te ontvangen. Kies Nee als u geen bolusadvies wilt ontvangen. Selecteer Volgende. 18 52327_07149336001_01.
2 10 11 OPMERKING 12 Als u ervoor kiest om geen bolusadvies te ontvangen, slaat de Instellingen Wizard Stap 12 over. Stel de starttijd en eindtijd voor het eerste tijdsblok in. Selecteer Volgende. Stel het streefwaardenbereik in. Selecteer Volgende. Stel de koolhydratenfactor en insulinegevoeligheid in. Selecteer Volgende. 19 52327_07149336001_01.
13 14 OPMERKING jj Als bolusadvies is ingeschakeld, kunt u voor ieder tijdsblok ook de koolhydratenfactor en de insulinegevoeligheid instellen. jj Om alle bewerkte tijdsiblokken terug te zetten naar hun standaardwaarden, moet u Annuleer en vervolgens Ja selecteren. Hierdoor wordt de procedure voor het instellen van de meter opnieuw gestart. Selecteer OK. Selecteer een aanvullend tijdsblok om de Eindtijd, Bovenste grenswaarde en Onderste grenswaarde te bewerken.
2 15 Stel het percentage voor iedere gewenste gezondheidsgebeurtenis in. Blader verder om aanvullende opties te bekijken. Selecteer Volgende. 16 Stel de Toename na maaltijd, Snacklimiet, Werkingsduur en Vertragingstijd in. Selecteer Gereed om de Instellingen Wizard te voltooien. OPMERKING Raadpleeg uw medische beroepsbeoefenaar en lees het hoofdstuk Bolusadvies van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager voor hulp bij ieder van de instellingen in de Instellingen Wizard.
2.4 Belangrijke informatie 2.4.1 Eenheden van koolhydraten U kunt bij deze meter een keuze maken uit verschillende eenheden van koolhydraten en de eenheid kiezen, die het best aan uw behoeften voldoet. De volgende eenheden van koolhydraten zijn beschikbaar: Afkorting Meeteenheid Equivalent in gram g Gram 1 gram KE Kohlenhydrateinheit (Koolhydraateenheden) 10 gram BE Bread Equivalent 12 gram CC Carbohydrate Choice 15 gram 22 52327_07149336001_01.
2 OPMERKING De gramequivalenten kunnen voor KE, BE en CC m.b.v. de Accu‑Chek 360°-configuratiesoftware worden gewijzigd. De standaardgramequivalenten zijn in de voorgaande tabel weergegeven. 2.4.2 Grenswaarden van waarschuwingen U kunt grenswaarden van waarschuwingen voor hoge en lage bloedglucosewaarden (hyper- en hypoglykemie) selecteren, die het meest tegemoet komen aan uw behoeften.
2.4.3 Tijdsblokken Het instellen van tijdsblokken, die aangepast zijn aan uw tijdsschema, geeft u en uw medische beroepsbeoefenaar inzicht in de invloed van uw dagelijkse activiteiten en manier van leven op bepaalde patronen in uw bloedglucosespiegel. U kunt voor ieder tijdsblok een verschillend bloedglucosestreefwaardenbereik instellen. Het streefwaardenbereik van ieder tijdsblok moet binnen de grenswaarden van de hypo- en de hyperwaarschuwing liggen.
2 2.4.4 Bolusadvies De functie Bolusadvies berekent voor u een bolus, die is aangepast aan het tijdstip van de dag en aan uw wisselende omstandigheden. Deze functie is alleen geactiveerd, als u bolusadvies op uw meter heeft ingesteld. Het door de meter geleverde Bolusadvies is uitsluitend bedoeld als advies. Voor meer gedetailleerde informatie over bolusadvies, zie het hoofdstuk Bolusadvies van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager. 25 52327_07149336001_01.
Koolhydratenfactor Insulinegevoeligheid De koolhydratenfactor is de hoeveelheid insuline, die nodig is ter compensatie van een bepaalde hoeveelheid koolhydraten. De insulinegevoeligheid is de hoeveelheid insuline, die benodigd is om uw bloedglucosespiegel met een bepaalde waarde te verlagen. Raadpleeg uw medische beroepsbeoefenaar om de juiste koolhydratenfactor voor u vast te stellen. Raadpleeg uw medische beroepsbeoefenaar om de juiste instellingen voor de insulinegevoeligheid voor u vast te stellen.
2 Gezondheidsgebeurtenissen Gezondheidsgebeurtenissen worden gebruikt om de invloed van bepaalde (lichamelijke) gebeurtenissen of bepaalde activiteiten op uw bloedglucosespiegel op te sporen. Deze instellingen zijn actief van invloed op de berekeningen van bolusadvies. Als u bolusadvies instelt, kunt u voor iedere gezondheidsgebeurtenis een percentage instellen. Een positief percentage (+) verhoogt de bolushoeveelheid, terwijl een negatief percentage (-) de bolushoeveelheid verlaagt.
Adviesopties Snacklimiet Toename na maaltijd, Snacklimiet, Werkingsduur en Vertragingstijd zijn opties van Bolusadvies. Hieronder zijn de gedetailleerde beschrijvingen van elk van deze instellingen weergegeven. De snacklimiet is gedefinieerd als de drempelwaarde voor koolhydraten waarboven een Toename na maaltijd wordt geactiveerd. Toename na maaltijd Werkingsduur Tijdens of na een maaltijd is, ondanks toediening van een bolus, een verhoging van de bloedglucosespiegel binnen bepaalde grenzen normaal.
2 Vertragingstijd De vertragingstijd is de verwachte tijdsduur voordat de insuline begint de bloedglucosespiegel in het lichaam te verlagen. 29 52327_07149336001_01.
30 52327_07149336001_01.
3 3 Communicatie tussen meter en pomp 3.1 Koppelen van de meter en de pomp Voordat u de pomp met de meter kunt bedienen, moeten de meter en de pomp worden gekoppeld. Als u de meter en de pomp als een kit heeft ontvangen, worden zij van fabriekswege gekoppeld geleverd. Zodra de meter en de pomp zijn gekoppeld, worden de koppelingsinstellingen in beide apparaten opgeslagen, zodat u de koppeling niet hoeft te herhalen.
Hoofdmenu > Communicatie > Nieuwe koppeling instellen > Apparaten 1 2 3 Selecteer op de pomp Instellingen. Selecteer in het Hoofdmenu van de meter Communicatie. Selecteer Nieuwe koppeling instellen. De meter geeft het scherm Apparaat voorbereiden weer. 32 52327_07149336001_01.
3 4 5 Selecteer Communicatie. Selecteer Apparaat toevoegen. 6 De pomp geeeft de displayweergave Apparaat toevoegen weer met het serienummer van de pomp. Selecteer op de meter Volgende. 33 52327_07149336001_01.
OPMERKING jj De meter kan met slechts 1 pomp tegelijk zijn gekoppeld. Als een van de apparaten eerder met een ander apparaat gekoppeld is geweest (als dit bijvoorbeeld een vervangende meter of pomp is), moet u eest de vorige koppeling verwijderen. Zie de paragraaf Ontkoppelen van de meter en de pomp van dit hoofdstuk voor aanwijzingen over het ontkoppelen van uw apparaten.
3 7 8 De pomp geeft de displayweergave Apparaat toevoegen weer. Selecteer het serienummer, dat overeenkomt met het op de display van de pomp weergegeven serienummer, in de lijst. De meter probeert een koppeling tot stand te brengen met de pomp en geeft het scherm Koppeling weer. Controleer of de PIN-code op de meter overeenkomt met die op de display van de pomp. Selecteer Ja op de meter. 35 52327_07149336001_01.
OPMERKING Bevestig dit op de pomp. 9 jj Als de PIN-code en het serienummer niet overeenkomen met de weergave op de display van het apparaat dat u met de meter wilt koppelen, moet u Nee selecteren. jj Als de meter geen koppeling met het geselecteerde apparaat tot stand kan brengen, wordt het scherm Apparaat niet gekoppeld weergegeven. Selecteer OK om naar het menu Communicatie terug te keren. Selecteer OK. 36 52327_07149336001_01.
3 OPMERKING jj Bluetooth draadloze technologie moet zijn ingeschakeld en de meter moet met de pomp zijn verbonden om met de meter pompfuncties uit te kunnen voeren. jj Als uw meter met de pomp is gekoppeld, wisselt het standaardstartscherm van de meter van het scherm Hoofdmenu naar het scherm Status. Voor informatie over het scherm Status moet u de paragraaf Startscherm van het hoofdstuk Overzicht van deze gebruiksaanwijzing raadplegen.
3.2 Ontkoppelen van de meter en de pomp Hoofdmenu > Communicatie > Koppelingen beheren 1 2 3 4 Selecteer in het Hoofdmenu Communicatie. Selecteer Koppelingen beheren. Selecteer naast de naam van de pomp. Selecteer Ja. 38 52327_07149336001_01.
3 OPMERKING Deze procedure verwijdert de koppeling op de meter en beëindigt de communicatie tussen de meter en de pomp. Voor aanwijzingen over het verwijderen van koppelingsgegevens van de pomp, moet u de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Insight-insulinepomp raadplegen. 39 52327_07149336001_01.
40 52327_07149336001_01.
4 w 4 Bediening van de pomp met de meter WAARSCHUWING Controleer uw bloedglucosespiegel en vul de ontbrekende insuline onmiddellijk aan, als uw insulinetoediening om de een of andere reden is onderbroken. Bijvoorbeeld: w WAARSCHUWING Als de communicatie tussen de pomp en de meter is onderbroken of om enige reden niet langer mogelijk is, geeft de meter de onderhoudsmelding M-68 Verbinding verbroken weer. Gebruik de pomp in dit geval als een zelfstandig werkend apparaat. jj U stopt de pomp.
4.1 Oproepen van het pompmenu Als de meter met de pomp is gekoppeld, is er een aantal afstandsbedieningsfuncties op de meter ingeschakeld, die voorheen niet beschikbaar waren. U kunt deze functies vanuit het Menu pomp oproepen. Hoofdmenu > Pomp 1 Selecteer in het Hoofdmenu Pomp. 42 52327_07149336001_01.
4 4.2 Inzicht in de schermen van het Menu pomp op de meter Menuoptie Beschrijving Bolus Instellen en toedienen van bolussen, evenals het aanmaken en wijzigen van persoonlijke bolussen Basaal Instellen, aanmaken en wijzigen van tijdelijke basale doseringen (TBD), evenals het instellen en activeren van basale profielen Stop pomp Stoppen van de insulinetoediening Start pomp Starten van de insulinetoediening Het Menu pomp bevat de volgende opties: 43 52327_07149336001_01.
Menuoptie Beschrijving Pompgegevens Bekijken van rapporten over Gebeurtenis-, Bolus- en TBD-gegevens evenals informatie over Dagtotalen, Resterende looptijd en Softwareversie Symbool S ymbool Pomp gestopt Beschrijving Geeft aan, dat de pomp is gestopt. De symbolen Pomp loopt en Pomp gepauzeerd kunnen hier ook worden weergegeven.
4 4.3 De pomp stoppen Hoofdmenu > Pomp > Stop pomp 1 2 3 Selecteer in het Menu pomp Stop pomp. Hierdoor wordt de insulinetoediening door de pomp gestopt. Selecteer Ja. De meter geeft het scherm Status weer, dat laat zien dat de pomp is gestopt. 45 52327_07149336001_01.
4.4 De pomp starten Hoofdmenu > Pomp > Start pomp 1 2 3 Selecteer in het Menu pomp Start pomp. Hierdoor wordt de insulinetoediening door de pomp gestart. Selecteer Ja. De meter geeft het scherm Status weer, dat laat zien dat de pomp is gestart. 46 52327_07149336001_01.
5 5 Meten van uw bloedglucose 5.1 Uitvoeren van een bloedglucosemeting 1 2 Was uw handen en droog ze goed af. Maak de prikpen gereed. Controleer de vervaldatum op de flacon teststrips. Gebruik geen teststrips waarvan de vervaldatum is overschreden. OPMERKING jj Voor het uitvoeren van een meting zijn de meter, een teststrip, een prikpen en een lancet nodig. jj De meter moet worden ingesteld, voordat u uw eerste bloedglucosemeting uitvoert.
3 OPMERKING jj Let erop, dat er geen vloeistoffen in de uitsparing voor de teststrip komen. jj Als er een fout met de teststrip optreedt, moet u de teststrip verwijderen en weggooien. Herhaal de meting met een nieuwe teststrip. jj Zuig een bloeddruppel pas met de teststrip op, als de teststrip zich in de meter bevindt. Voer de teststrip in de richting van de pijlen in de meter in. De meter start automatisch.
5 4 5 6 7 Het scherm Druppel opzuigen verschijnt. De teststrip is gereed voor het uitvoeren van een meting. Voer een vingerprik uit met de prikpen. Druk zachtjes op uw vinger om de bloeddoorstroming te stimuleren. Dit helpt bij de vorming van een bloeddruppel. Houd de bloeddruppel tegen de uitsparing aan de voorkant van het gele testveld van de teststrip. Breng geen bloed op aan de bovenkant van de teststrip. 49 52327_07149336001_01.
OPMERKING jj Voor meer informatie over bloedglucoseresultaten, zie de paragrafen Beoordeling van bloedglucoseresultaten en Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insightdiabetesmanager. jj Het bloedglucoseresultaat moet binnen 10 minuten worden gebruikt voor bolusadvies. Het scherm Bezig met analyse... wordt weergegeven, als er voldoende bloed in de teststrip is opgezogen. Het meetresultaat wordt op de display weergegeven. 50 52327_07149336001_01.
5 8 Na ongeveer 3 seconden wordt het scherm Gedetaill. bG-result. weergegeven. Verwijder de gebruikte teststrip en gooi deze weg. Voer een van de volgende handelingen uit: jj Voltooi de bloedglucosemeting zonder informatie toe te voegen of een bolus toe te dienen: Selecteer Gereed. jj Als bolusadvies is ingeschakeld: Ga naar de paragraaf Een bolus toedienen m.b.v. Bolusadvies van het hoofdstuk Toediening van bolussen van deze gebruiksaanwijzing.
5.2 Toevoegen van informatie aan een bloedglucoseresultaat Door het toevoegen van informatie aan invoervelden verkrijgt u een bestand met de omstandigheden rond uw bloedglucoseresultaat. Deze informatie is later nuttig bij het bepalen van patronen in uw bloedglucosespiegel. De stappen in deze paragraaf zijn alleen van toepassing als de bolusadviesfunctie niet wordt gebruikt. Ga, als bolusadvies is ingeschakeld, naar de paragraaf Een bolus toedienen m.b.v.
5 Schermen voor het toevoegen van ingevoerde gegevens aan gedetailleerde gegevens m.b.t. het bG-resultaat Etenstijd Koolhydraten Gezondheidsgebeurtenissen Opmerking Typ een opmerking (maximaal 60 tekens) om bij dit bestand op te slaan. Selecteer . Kies de etenstijd. Selecteer Opslaan. Stel de hoeveelheid geconsumeerde koolhydraten in. Selecteer Opslaan. Kies 1 tot maximaal 4 gezondheidsgebeurtenissen. Selecteer Opslaan. 53 52327_07149336001_01.
2 Voer een van de volgende handelingen uit: jj Sla de ingevoerde gegevens op en ga verder met bolustoediening: Selecteer Bolus en ga verder. jj Sla de ingevoerde gegevens op en ga niet verder met bolustoediening: Selecteer Gereed. 54 52327_07149336001_01.
5 5.3 Een bolus toedienen zonder Bolusadvies bG-resultaat Geen bGtest wordt weergegeven als er geen actueel bG-resultaat is. Correctiebolus Insuline om een buiten het streefwaardenbereik liggende bloedglucosespiegel terug te brengen naar het streefwaardenbereik. Koolhydratenwaarde Geen invoer wordt weergegeven als er geen hoeveelheid koolhydraten is ingevoerd. Type bolus Zie de volgende tabel. OPMERKING Totale bolus Som van de hoeveelheid Correctiebolus en de hoeveelheid Koolhydratenbolus.
Type bolus Als een bolus zonder gebruik te maken van Bolusadvies wordt ingesteld, kan het op de meter weergegeven standaardbolustype afhankelijk van de communicatiestatus met de pomp variëren. Conditie Type bolus De meter communiceert met de pomp en de standaardbolus is beschikbaar van de pomp. Het bolustype is aanvankelijk ingesteld op Standaard. U kunt het bolustype echter wijzigen. De meter communiceert met de pomp en de standaardbolus is niet beschikbaar van de pomp.
5 5.3.1 Een standaardbolus toedienen zonder Bolusadvies 1 2 3 Indien nodig kunt u het bolustype wijzigen in Standaardbolus door Bolustype te selecteren. Ga anders verder met stap 3. Kies Standaard. Selecteer Opslaan. Voer de bolushoeveelheden, indien nodig, in. Om een bolushoeveelheid in te voeren, moet u het invoerveld voor de Correctiebolus, Koolhydratenbolus of Totale bolus selecteren en de hoeveelheid instellen. 57 52327_07149336001_01.
OPMERKING 4 5 Selecteer Volgende. Selecteer Volgende. jj Als u eerst of de Correctiebolus of de Koolhydratenbolus instelt: de mogelijkheid om de Totale bolus te bewerken is uitgeschakeld, de Totale bolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet. jj Als u eerst de Totale bolus instelt: de mogelijkheid om de Correctiebolus en de Koolhydratenbolus te bewerken is uitgeschakeld, de Correctiebolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet. 58 52327_07149336001_01.
5 6 Selecteer Terug om de bolus aan te passen of selecteer OK om de bolus toe te dienen. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 59 52327_07149336001_01.
5.3.2 Een vertraagde bolus toedienen zonder Bolusadvies 1 2 OPMERKING 3 De Vertraagde bolus is alleen beschikbaar als er een Koolhydratenbolus is ingesteld. Selecteer Bolustype. Kies Vertraagd. Selecteer Opslaan. Voer de bolushoeveelheden, indien nodig, in. Om de bolushoeveelheid in te voeren, moet u het invoerveld voor de Correctiebolus, Koolhydratenbolus of Totale bolus selecteren en de hoeveelheid instellen. 60 52327_07149336001_01.
5 4 5 6 Selecteer Volgende. Stel duur vertraagd in. Selecteer Volgende. Selecteer Terug om een instelling aan te passen of selecteer OK om de bolus toe te dienen. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 61 52327_07149336001_01.
5.3.3 Een multiwave-bolus toedienen zonder Bolusadvies 1 2 OPMERKING 3 De Multiwave-bolus is alleen beschikbaar als er een Koolhydratenbolus is ingesteld. Voer de bolushoeveelheden, indien nodig, in. Om een bolushoeveelheid in te voeren, moet u het invoerveld voor de Correctiebolus, Koolhydratenbolus of Totale bolus selecteren en de hoeveelheid instellen. Selecteer Bolustype. Kies Multiwave. Selecteer Opslaan. 62 52327_07149336001_01.
5 OPMERKING 4 5 Selecteer Volgende. Stel de directe hoeveelheid, vertraagde hoeveelheid en duur vertraagd in. Selecteer Volgende. jj Als u eerst of de Correctiebolus of de Koolhydratenbolus instelt: de mogelijkheid om de Totale bolus te bewerken is uitgeschakeld, de Totale bolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet.
6 Selecteer Terug om een instelling aan te passen of selecteer OK om de bolus toe te dienen. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 64 52327_07149336001_01.
5 5.3.4 Een bolus met pen/spuit toedienen zonder Bolusadvies 1 2 3 Indien nodig kunt u het bolustype wijzigen in Pen/ Spuit door Bolustype te selecteren. Ga anders verder met stap 3. Kies Pen/Spuit. Selecteer Opslaan. Voer de bolushoeveelheden, indien nodig, in. Om een bolushoeveelheid in te voeren, moet u het invoerveld voor de Correctiebolus, Koolhydratenbolus of Totale bolus selecteren en de hoeveelheid instellen. 65 52327_07149336001_01.
OPMERKING 4 5 Selecteer Volgende. Selecteer Terug om de bolushoeveelheid aan te passen of selecteer OK. Dien de bolus d.m.v. uw pen of spuit toe. jj Als u eerst of de Correctiebolus of de Koolhydratenbolus instelt: de mogelijkheid om de Totale bolus te bewerken is uitgeschakeld, de Totale bolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet.
5 5.3.5 Een bolus handmatig op de pomp toedienen zonder Bolusadvies 1 2 3 Indien nodig kunt u het bolustype wijzigen in Handmatig op pomp door Bolustype te selecteren. Ga anders verder met stap 3. Kies Handmatig op pomp. Selecteer Opslaan. Voer de bolushoeveelheden, indien nodig, in. Om een bolushoeveelheid in te voeren, moet u het invoerveld voor de Correctiebolus, Koolhydratenbolus of Totale bolus selecteren en de hoeveelheid instellen. 67 52327_07149336001_01.
OPMERKING 4 5 Selecteer Volgende. Selecteer Terug om de bolushoeveelheid aan te passen of selecteer OK om de bolus te registreren. Stel de pomp in om de bolus toe te dienen. jj Als u eerst of de Correctiebolus of de Koolhydratenbolus instelt: de mogelijkheid om de Totale bolus te bewerken is uitgeschakeld, de Totale bolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet.
6 6 Toediening van bolussen OPMERKING jj Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Insight-insulinepomp voor een gedetailleerde uitleg van standaard-, vertraagde- en multiwave-bolussen. jj Uitsteltijd-gerelateerde functies worden alleen op de meter weergegeven, als u de uitsteltijd op de pomp heeft ingeschakeld. 69 52327_07149336001_01.
6.1 Instellen en toedienen van een standaardbolus Hoofdmenu > Pomp > Bolus > Standaardbolus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer Standaardbolus. 70 52327_07149336001_01.
6 3 4 OPMERKING 5 Door Terug te selecteren, gaat u terug naar het vorige scherm zonder een bolus toe te dienen. Stel de directe hoeveelheid in. Selecteer Volgende. Selecteer OK. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 71 52327_07149336001_01.
6.2 Instellen en toedienen van een vertraagde bolus Hoofdmenu > Pomp > Bolus > Vertraagde bolus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer Vertraagde bolus. 72 52327_07149336001_01.
6 3 4 OPMERKING 5 Door Terug te selecteren, gaat u terug naar het vorige scherm zonder een bolus toe te dienen. Stel de vertraagde hoeveelheid en de duur vertraagd in. Selecteer Volgende. Selecteer OK. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 73 52327_07149336001_01.
6.3 Instellen en toedienen van een multiwave-bolus Hoofdmenu > Pomp > Bolus > Multiwave-bolus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer Multiwave-bolus. 74 52327_07149336001_01.
6 3 4 OPMERKING 5 Door Terug te selecteren, gaat u terug naar het vorige scherm zonder een bolus toe te dienen. Stel de directe hoeveelheid, vertraagde hoeveelheid en duur vertraagd in. Selecteer Volgende. Selecteer OK. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 75 52327_07149336001_01.
6.4 Instellen en toedienen van een persoonlijke bolus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer Hoofdmenu > Pomp > Bolus > Persoonlijke bolus OPMERKING Als u de functie uitsteltijd op de pomp heeft ingeschakeld, kunt u de uitsteltijd voor ieder bolustype aanpassen bij het aanmaken van een persoonlijke bolus. Als de uitsteltijd is ingesteld, wordt deze alleen toegepast op de actuele bolustoediening en wordt niet opgeslagen met de andere instellingen van een persoonlijke bolus. Nieuwe bolus.
6 3 4 Type bolus Instellingen Persoonlijke Stel directe hoeveelheid in. standaardbolus Selecteer het bolustype voor de persoonlijke bolus (Standaard, Vertraagd of Multiwave). Persoonlijke vertraagde bolus Stel vertraagde hoeveelheid in en Stel duur vertraagd in. Persoonlijke multiwavebolus Stel directe hoeveelheid in, Stel vertraagde hoeveelheid in en Stel duur vertraagd in. Wijzig de instellingen voor het geselecteerde bolustype. 77 52327_07149336001_01.
5 6 7 OPMERKING jj Door Terug te selecteren, gaat u terug naar het vorige scherm zonder een bolus toe te dienen. Selecteer Naam wijzigen. Typ de naam, die u voor de persoonlijke bolus wilt gebruiken. Selecteer . Selecteer Volgende om de bolus toe te dienen of Opslaan om de bolus voor toekomstig gebruik op te slaan, zonder deze onmiddellijk toe te dienen. jj Opgeslagen persoonlijke bolussen worden in de lijst van beschikbare bolussen in het menu Bolus en op de pomp weergegeven.
6 8 9 Selecteer OK om de bolus toe te dienen. De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 79 52327_07149336001_01.
6.5 Verwijderen van een persoonlijke bolus Hoofdmenu > Pomp > Bolus 2 1 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer naast de persoonlijke bolus, die u wilt verwijderen. 80 52327_07149336001_01.
6 3 Selecteer OK. 81 52327_07149336001_01.
6.6 Een bolus annuleren 6.6.1 Een bolus annuleren vanuit het scherm Status Hoofdmenu > Status 1 2 Selecteer in het Hoofdmenu Status. Selecteer Bolus annuleren. 82 52327_07149336001_01.
6 3 OPMERKING 4 Als er slecht één bolus wordt toegediend, slaat de meter stap 3 over. Ga verder met stap 4. Selecteer de bolus, die u wilt annuleren. OPMERKING Door Terug te selecteren, keert u terug naar het vorige scherm zonder de bolus te annuleren. Selecteer OK. De bolustoediening wordt geannuleerd. 83 52327_07149336001_01.
6.6.2 Een bolus annuleren vanuit het Menu pomp Hoofdmenu > Pomp > Bolus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Bolus. Selecteer Bolus annuleren. 84 52327_07149336001_01.
6 3 OPMERKING 4 Door Terug te selecteren, keert u terug naar het vorige scherm zonder de bolus te annuleren. Als er slecht één bolus wordt toegediend, slaat de meter stap 3 over. Ga verder met stap 4. Selecteer de bolus, die u wilt annuleren. OPMERKING Selecteer OK. De bolustoediening wordt geannuleerd. 85 52327_07149336001_01.
6.7 Een bolus toedienen m.b.v. Bolusadvies Als de meter en de pomp zijn gekoppeld en bolusadvies is ingeschakeld, heeft u de mogelijkheid om bolussen met de pomp direct vanuit het menu Bolusadvies op de meter in te stellen en toe te dienen. Voordat een bolus m.b.v. bolusadvies wordt toegediend, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: jj De meter moet met de pomp zijn gekoppeld. jj De pomp moet zich in de RUN-modus bevinden. jj Bolusadvies moet op de meter zijn ingeschakeld.
6 OPMERKING jj Als de meter is gekoppeld met de pomp, wordt bolusadvies berekend op basis van de in de pompinstellingen gedefinieerde insulinegevoeligheid. jj Als u een bolus direct met de pomp zonder gebruik te maken van de meter toedient, wordt de totale bolusinformatie in toekomstig bolusadvies meegenomen, maar wordt de gehele bolus als een correctiebolus beschouwd en wordt er geen Toename na maaltijd ingesteld.
1 Plaats een teststrip en voer een bloedglucosemeting uit. OPMERKING Voor informatie over het uitvoeren van een bG- test en het invoeren van bolusinformatie met het menu Invoer bolusinfo kunt u het hoofdstuk Bolusadvies van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager raadplegen. 2 3 Voer uw informatie in als gebruikelijk. Selecteer Bolus.
6 4 OPMERKING 5 jj Als u eerst of de Correctiebolus of de Koolhydratenbolus aanpast: de mogelijkheid om de Totale bolus te bewerken is uitgeschakeld, de Totale bolus wordt echter wel dienovereenkomstig geüpdatet. jj Als u eerst de Totale bolus aanpast: de mogelijkheid om de Correctiebolus en de Koolhydratenbolus te bewerken is uitgeschakeld. Voer alle gewenste aanpassingen van de correctiebolus, van de aandelen van koolhydraten in de bolus of van de totale bolus in.
6 Selecteer het gewenste bolustype (Standaard, Vertraagd of Multiwave). Selecteer Opslaan. OPMERKING Voor met de pen/spuit toegediende bolussen is geen koppeling met de pomp noodzakelijk en deze bolussen moeten handmatig worden toegediend. Raadpleeg voor meer informatie over het toedienen van bolussen met de pen/spuit de gebruiksaanwijzing van uw insulinepen/spuit. 7 8 Selecteer Volgende. Selecteer Volgende. 90 52327_07149336001_01.
6 OPMERKING 9 Als u een multiwave-bolus instelt, kunt u het evenwicht tussen de directe hoeveelheid en de vertraagde hoeveelheid aanpassen, zolang de totale hoeveelheid toegediende insuline gelijk is aan de in de voorgaande stappen ingevoerde eenheden. De directe hoeveelheid mag ook niet beneden de in het bolusadvies aanbevolen correctiebolus ligge. OPMERKING Door Terug te selecteren, gaat u terug naar het vorige scherm zonder een bolus toe te dienen. Selecteer OK om de bolus toe te dienen.
10 De pomp dient de bolus toe en de meter geeft het scherm Status met de actuele bolusinformatie weer. 92 52327_07149336001_01.
7 7 Tijdelijke basale doseringen 7.1 Instellen van een basis-tijdelijke basale dosering (TBD) Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Tijdelijke basale dosering > Basis-TBD 1 2 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Tijdelijke basale dosering. 93 52327_07149336001_01.
3 4 5 6 Selecteer Basis-TBD. Stel het percentage en de duur van de basis-TBD in. Selecteer Volgende. Selecteer OK. De meter geeft het scherm Status met de actuele TBD-informatie weer. 94 52327_07149336001_01.
7 7.2 Instellen of bewerken van een persoonlijke TBD Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Tijdelijke basale dosering > Persoonlijke TBD 1 2 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Tijdelijke basale dosering. 95 52327_07149336001_01.
3 OPMERKING 4 5 Stel het percentage en de duur van de persoonlijke TBD in. Selecteer Naam wijzigen. Persoonlijke TBD's die u eerder heeft ingesteld worden op dit scherm weergegeven. Selecteer Nieuwe TBD of selecteer de bestaande persoonlijke TBD, die u wilt bewerken. 96 52327_07149336001_01.
7 6 7 8 9 Om uw instellingen voor de persoonlijke TBD op te slaan zonder deze te starten, moet u Opslaan selecteren. Anders moet u Volgende selecteren. Selecteer OK. De meter geeft het scherm Status met de actuele TBD-informatie weer. Typ de naam, die u voor de persoonlijke TBD wilt gebruiken. Selecteer . 97 52327_07149336001_01.
7.3 Een actieve TBD annuleren Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Tijdelijke basale dosering 1 2 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Tijdelijke basale dosering. 98 52327_07149336001_01.
7 3 4 Selecteer TBD annuleren. Selecteer OK. De actieve TBD is geannuleerd. 99 52327_07149336001_01.
7.4 Verwijderen van een persoonlijke TBD Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Tijdelijke basale dosering 1 2 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Tijdelijke basale dosering. 100 52327_07149336001_01.
7 3 4 Selecteer naast de naam van de TBD, die u wilt verwijderen. Selecteer OK. De TBD wordt verwijderd. 101 52327_07149336001_01.
7.5 Aanvullende informatie over de TBD-functie De pomp geeft u een kennisgeving, wanneer een TBD is voltooid. Als u dit wilt, kunt u deze kennisgeving uitschakelen. Als een TBD op dit moment niet actief is, wordt het TBDpercentage op 100 % ingesteld. Als een TBD wordt uitgevoerd, blijft deze actief, zelfs als het basale profiel is gewijzigd. Een TBD kan alleen worden ingesteld, als de pomp zich in de RUN-modus bevindt. Als een TBD actief is, geeft de pomp ieder uur een akoestischen trilsignaal af.
8 8 Basale profielen 8.1 Een basaal profiel instellen Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Basaal profiel instellen 1 2 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Basaal profiel instellen. 103 52327_07149336001_01.
3 4 5 6 Selecteer het basale profiel, dat u in wilt stellen. Selecteer Naam wijzigen. Typ de naam, die u voor het basale profiel wilt gebruiken. Selecteer . Selecteer een tijdsblok, dat u wilt bewerken. 104 52327_07149336001_01.
8 7 OPMERKING 8 jj U kunt alleen de eindtijd van de tijdsblokken van basale doseringen bewerken. De starttijd van een tijdsblok is hetzelfde als de eindtijd van het eraan voorafgaande tijdsblok. jj De tijdsblokken van basale doseringen zijn niet identiek aan of worden gedeeld met de tijdsblokken van bolusadvies. Stel de Eindtijd en de Hoeveelheid van de basale dosering in. Selecteer Opslaan. Herhaal deze stap voor ieder tijdsblok, dat u wilt bewerken.
9 OPMERKING jj Door het selecteren van OK om de wijzigingen op te slaan wordt het basale profiel niet geactiveerd. jj Het selecteren van Terug brengt u op ieder willekeurig moment terug naar het scherm met tijdsblokken van het basale profiel, waar u verder kunt gaan met het aanpassen van de instellingen van het geselecteerde basale profiel. Selecteer OK. De meter slaat de wijzigingen op bij het basale profiel.
8 8.2 Een basaal profiel activeren Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Basaal profiel activeren 2 1 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Basaal profiel activeren. 107 52327_07149336001_01.
3 4 5 OPMERKING Selecteren van Terug annuleert de activatie van het geselecteerde basale profiel en brengt u naar het vorige scherm. Het eerder actieve basale profiel blijft actief. Selecteer het basale profiel, dat u wilt activeren. Blader, indien nodig, door het scherm om alle tijdsblokken van het basale profiel te bekijken. Selecteer Activeer. Selecteer OK. Het geselecteerde basale profiel is onmiddellijk actief. 108 52327_07149336001_01.
8 8.3 Een basaal profiel verwijderen Hoofdmenu> Pomp > Basaal > Basaal profiel instellen 2 1 Selecteer in het Menu pomp Basaal. Selecteer Basaal profiel instellen. 109 52327_07149336001_01.
3 4 OPMERKING Het selecteren van Terug brengt u op ieder willekeurig moment terug naar het scherm Basaal profiel instellen zonder het geselecteerde basale profiel te verwijderen. Selecteer naast het basale profiel, dat u wilt verwijderen. Selecteer OK. De meter verwijdert alle opgeslagen instellingen van het geselecteerde basale profiel en brengt u terug naar het scherm Basaal profiel instellen. 110 52327_07149336001_01.
9 9 Gebruik van modi 9.1 De signaalmodus van de pomp wijzigen Hoofdmenu > Pomp > Modi > Signaalmodus 1 2 Selecteer in het Menu pomp Modi. Selecteer Signaalmodus. 111 52327_07149336001_01.
3 OPMERKING Voor meer informatie over de verschillende signaalmodi op de pomp, moet u de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Insightinsulinepomp raadplegen. Selecteer de gewenste signaalmodus. Selecteer Opslaan. 112 52327_07149336001_01.
9 9.2 Vliegtuigmodus inschakelen Hoofdmenu > Vliegtuigmodus 1 Selecteer in het Hoofdmenu Vliegtuigmodus. 2 Selecteer Vliegtuigmodus aan. 3 Selecteer OK. Communicatie op zowel de meter als de pomp wordt uitgeschakeld. Bevestig dat het symbool op de pomp wordt weergegeven. OPMERKING U kunt de meter niet gebruiken om de vliegtuigmodus op de pomp weer uit te zetten.
9.3 Vliegtuigmodus uitschakelen Hoofdmenu > Vliegtuigmodus 1 2 3 OPMERKING Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Insightinsulinepomp voor aanwijzingen over het uitschakelen van de vliegtuigmodus op de pomp. Selecteer in het Hoofdmenu Vliegtuigmodus. Selecteer Vliegtuigmodus uit. Selecteer OK. 114 52327_07149336001_01.
10 10 Instellingen van de pomp U kunt veel van de instellingen op de pomp met de meter wijzigen. Dit zijn dezelfde instellingen, die op de pomp kunnen worden bekeken in het menu Instellingen. Deze instellingen zijn: jj Herinneringen jj Apparaat-instellingen jj Therapie-instellingen jj Datum en tijd Deze instellingen zijn opgeslagen op de pomp en blijven werkzaam, zelfs als de meter en de pomp niet zijn verbonden of als de meter is uitgezet.
10.1 Herinneringen van de pomp U kunt de herinneringen van de pomp met behulp van de meter instellen. Er zijn 4 typen herinneringen van de pomp: jj Bolus toedienen jj Gemiste bolus jj Wekkerfunctie jj Infusieset vervangen Er kunnen maximaal 5 herinneringen van het type Bolus toedienen, Gemiste Bolus en Wekkerfunctie worden ingesteld. Van het type Infusieset vervangen kan slechts 1 herinnering om de infusieset van de pomp op de ingestelde tijd te vervangen worden ingesteld.
10 10.1.1 Instellen van herinneringen van de pomp Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Herinneringen 1 Blader in het scherm van het Menu pomp en selecteer Instellingen. 2 Selecteer Herinneringen. 117 52327_07149336001_01.
3 4 5 6 Selecteer het type herinnering, dat u in wilt stellen. Selecteer een herinnering. Selecteer Aan om de herinnering in te schakelen. Selecteer Tijd. 118 52327_07149336001_01.
10 7 8 9 OPMERKING U kunt naar een akoestisch signaal van een herinnering luisteren door ernaast te selecteren. Stel de tijd in. Selecteer Opslaan. Selecteer Akoestisch signaal. Kies het akoestische signaal, dat u voor de herinnering wilt gebruiken. Selecteer Opslaan. 119 52327_07149336001_01.
10 Selecteer Status. 11 Kies de gewenste status. Selecteer Opslaan. Optie Beschrijving Eenmalig De pomp speelt het akoestische signaal van de herinnering op de gekozen tijd af tot de herinnering wordt uitgezet en speelt dit niet weer af, tenzij u de herinnering vanuit het menu weer inschakelt.
10 12 13 14 Selecteer Naam wijzigen. Typ de naam, die u voor de herinnering wilt gebruiken. Selecteer . Selecteer Opslaan. 121 52327_07149336001_01.
10.1.2 Instellen van de herinnering Infusieset vervangen Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Herinneringen > Infusieset vervangen 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 2 Selecteer Herinneringen. 122 52327_07149336001_01.
10 3 4 5 6 Selecteer Infusieset vervangen. Selecteer Aan om de herinnering Infusieset vervangen in te schakelen. Selecteer Herinnering over. Stel het aantal dagen in, waarna de herinnering moet worden afgegeven. Selecteer Opslaan. 123 52327_07149336001_01.
OPMERKING 7 8 9 Selecteer Stel tijd in. Stel het tijstip van de dag in, dat de herinnering moet worden afgegeven. Selecteer Opslaan. Selecteer Stel akoestisch signaal in. De afgifte van de herinnering kan worden ingesteld op 1 dag, 2 dagen of 3 dagen. 124 52327_07149336001_01.
10 10 OPMERKING 11 12 Selecteer Status. Kies de gewenste status. Selecteer Opslaan. U kunt naar een akoestisch signaal van een herinnering luisteren door ernaast te selecteren. Kies het akoestische signaal, dat u voor de herinnering wilt gebruiken. Selecteer Opslaan. 125 52327_07149336001_01.
13 Selecteer Opslaan. 126 52327_07149336001_01.
10 10.2 Therapie-instellingen U kunt de pomptherapie-instellingen vanaf de meter wijzigen. Deze instellingen zijn: jj Automatisch uit jj Bolus jj Infusieset jj Niveau ampulwaarschuwing w WAARSCHUWING Het is essentieel, dat u de juiste therapie-instellingen gebruikt. Anders kunt u een verkeerde hoeveelheid insuline toegediend krijgen met het risico van een hypo- of hyperglykemie.
10.2.1 Instellen van de Automatisch uit-timer 1 2 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. Selecteer Therapieinstellingen. Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Automatisch uit Automatisch uit is een veiligheidsfunctie, die de insulinetoediening stopt en een onderhoudsmelding weergeeft, als er binnen een ingestelde tijdsperiode niet op een pomptoetse is gedrukt en er vanaf de meter geen commando's naar de pomp zijn gestuurd.
10 3 4 5 Selecteer Automatisch uit. Selecteer Aan om de Automatisch uit-timer in te schakelen. Stel de tijd in. Selecteer Opslaan. 129 52327_07149336001_01.
10.2.2 Bolusinstellingen U kunt de bolusinstellingen op de pomp met de meter wijzigen. Deze instellingen zijn: jj Bolusstappen snelle bolus jj Toedieningssnelheid jj Maximale bolushoeveelheid jj Instelling uitsteltijd Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Bolus 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen.
10 2 3 Selecteer Therapieinstellingen. Selecteer Bolus. 131 52327_07149336001_01.
Instellen van de bolusstappen van de snelle bolus Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Bolus > Bolusstappen snelle bolus OPMERKING 1 De instelling van Bolusstappen snelle bolus geeft de hoeveelheid insuline aan, die telkens als op de toets op de pomp wordt gedrukt aan de totale hoeveelheid van een Snelle bolus wordt toegevoegd. w WAARSCHUWING 2 Zorg ervoor, dat u de juiste bolusstappen kent en gebruikt.
10 Instellen van de toedieningssnelheid Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Bolus > Toedieningssnelheid 1 Selecteer in het menu Bolusinstellingen Toedieningssnelheid. 2 Kies de gewenste toedienningssnelheid. Selecteer Opslaan. 133 52327_07149336001_01.
Instellen van de maximale bolushoeveelheid Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Bolus > Max. bolushoeveelheid 1 Selecteer in het menu Bolusinstellingen Max. bolushoeveelheid. 2 Stel de maximale hoeveelheid in. Selecteer Opslaan. 134 52327_07149336001_01.
10 Wijzigen van de Instelling uitsteltijd Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Bolus > Instelling uitsteltijd 1 Selecteer in het menu Bolusinstellingen Instelling uitsteltijd. 2 Selecteer Aan of Uit naar wens. Selecteer Opslaan. 135 52327_07149336001_01.
Pas de standaard uitsteltijd met Stel uitsteltijd in aan. Selecteer Volgende. OPMERKING Als de uitsteltijd is ingeschakeld, kunt u telkens als u een nieuwe bolus instelt de uitsteltijd instellen. Als u de bolushoeveelheid (voor een standaardbolus) of de bolushoeveelheid en de vertraagde duur (Vertraagdeof Multiwave-bolus) instelt, wordt Stel uitsteltijd in eveneens weergegeven. 136 52327_07149336001_01.
10 10.2.3 Instellingen voor het vervangen van de infusieset Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Infusieset 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 2 Selecteer Therapie-instellingen. 137 52327_07149336001_01.
3 4 Selecteer Infusieset. Stel de vulhoeveelheid van de slang en de vulhoeveelheid van de canule in. Selecteer Opslaan. 138 52327_07149336001_01.
10 10.2.4 Instellen van het niveau van de ampulwaarschuwing Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Therapie-instellingen > Niveau ampulwaarschuwing 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 2 Selecteer Therapie-instellingen. 139 52327_07149336001_01.
3 4 Selecteer Niveau ampulwaarschuwing. Stel de hoeveelheid van de waarschuwing in. Selecteer Opslaan. 140 52327_07149336001_01.
10 10.3 Apparaat-instellingen U kunt de pompinstellingen vanaf de meter wijzigen. Deze instellingen zijn: jj Instellingen modus jj Toetsblokkering jj Taal Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Apparaat-instellingen > Instellingen modus 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 10.3.1 Signaalmodi van de pomp: Geluid en Trilling U kunt de meter gebruiken om te kiezen of u wilt, dat de meter een geluid, trilsignaal of beide tegelijkertijd afgeeft als er een gebeurtenis (zoals een herinnering) plaatsvindt.
2 3 4 5 Selecteer Apparaatinstellingen. Selecteer Instellingen modus. Kies een modus. Kies de gewenste instelling van de modus. Stel het geluidsniveau in. Selecteer Opslaan. 142 52327_07149336001_01.
10 6 Herhaal de stappen 4 en 5 om, indien gewenst, de instellingen van aanvullende modi te wijzigen. Selecteer Terug als u hiermee gereed bent. 143 52327_07149336001_01.
10.3.2 Signaalmodi van de pomp: Signaal uitstellen U kunt de signalen voor waarschuwingen een gespecificeerde tijdsperiode uitstellen. Omdat fout- en onderhoudsmeldingen echter uw onmiddellijke aandacht vereisen, kunt u de signalen van deze gebeurtenissen niet uitstellen. De herinneringen, die u heeft ingesteld, worden eveneens niet uitgesteld. Het uitstellen van een signaal kan zo worden ingesteld, dat dit slechts eenmaal plaatsvindt of dat dit iedere dag op hetzelfde tijdstip plaatsvindt.
10 3 4 5 6 Selecteer Instellingen modus. Selecteer Signaal uitstellen. Selecteer Aan of Uit. Stel de Starttijd en de Eindtijd in. Blader door het scherm en kies hetzij Eenmalig of Herhalen. Selecteer Opslaan. Selecteer Terug. 145 52327_07149336001_01.
10.3.3 Instellen van de toetsblokkeringstijd Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Apparaat-instellingen > Toetsblokkering 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 2 Selecteer Apparaat-instellingen. 146 52327_07149336001_01.
10 3 Selecteer Toetsblokkering. 4 Stel de toetsblokkeringstijd in. Selecteer Opslaan. OPMERKING jj De pomptoetsen worden automatisch geblokkeerd, als ze niet binnen de bij de instelling van de toetsblokkering ingestelde tijd worden gebruikt. jj De toetsblokkering is alleen van invloed op de handmatige bediening van de pomp, zelfs als de toetsblokkeringstijd is ingesteld met de meter. 147 52327_07149336001_01.
10.3.4 Instellen van de taal op de pomp Hoofdmenu > Pomp > Instellingen > Apparaat-instellingen > Taal 1 Selecteer in het Menu pomp Instellingen. 2 Selecteer Apparaat-instellingen. 148 52327_07149336001_01.
10 3 4 Selecteer Taal. Kies de gewenste taal. Selecteer Opslaan. 149 52327_07149336001_01.
10.4 Instellen van de datum en tijd op de pomp U kunt de datum en de tijd op de pomp met de meter instellen. OPMERKING Het is uitermate belangrijk om de correcte datum en tijd in te stellen. Anders wordt mogelijk niet de juiste hoeveelheid insuline op het juiste tijdstip toegediend. Als de meter met de pomp is gekoppeld, wordt bij wijziging van de datum en de tijd op de meter automatisch de datum en de tijd op de pomp gewijzigd.
10 2 3 4 Selecteer Datum en tijd. Selecteer de gewenste tijdweergave (12 uur of 24 uur). Stel de datum en tijd in. Selecteer Opslaan. 151 52327_07149336001_01.
152 52327_07149336001_01.
11 11 Mijn gegevens 11.1 Overzicht Het analyseren van uw in de meter opgeslagen informatie is voor u en uw medische beroepsbeoefenaar een effectieve manier om vast te stellen, hoe goed u uw diabetes onder controle heeft. Deze analyse is een waardevol hulpmiddel voor het aanbrengen van verbeteringen in uw diabetesbeheer. De rapporten, die de meter weergeeft, helpen u optimaal gebruik te maken van uw Accu‑Chek Aviva Insight-diabetesmanager.
11.2 Het logboek Van de in de meter opgeslagen lgboekbestanden kunt u een specifiek bloedglucoseresultaat met de verschillende onderdelen ervan (b.v. Etenstijd, Koolhydraten, Gezondheidsgebeurtenis en Bolus) bekijken. Daarnaast kunt u voor een specifiek logboekbestand wijzigingen aanbrengen in deze onderdelen of hieraan gegevens toevoegen. De meter kan automatisch maximaal 2.000 logboekbestanden met tijd en datum opslaan.
11 OPMERKING jj Breng geen wijzigingen aan in uw behandeling op basis van één enkel bestand of meetresultaat in het logboek. jj Dit hoofdstuk bevat voorbeelden van schermen. De schermen kunnen er iets anders uitzien dan de schermen op de meter. Als u vragen heeft over de schermen van uw meter, kunt u contact opnemen met Roche. jj De informatie in het logboek wordt opgeslagen bij het vervangen van de batterij. U dient de tijd en de datum na het vervangen van de batterij echter wel te controleren.
11.2.1 Inzicht in het logboek 6 1 Etenstijd-symbool 2 Symbool voor Opmerkingen 3 Gezondheidsgebeurtenis-symbool 9 4 Tijd van het bestand A 5 Datum van het bestand 6 Symbool voor Korte opmerkingen 7 Geeft de bG-kolom aan 8 Geeft de bolus-kolom aan 9 Geeft de koolhydraten-kolom aan 10 Resultaat bG-test 7 8 5 4 3 B C D 2 1 E F G H K J I 156 52327_07149336001_01.
11 11 Symbool voor het type bolus OPMERKING 12 Koolhydratensymbool 13 Hoeveelheid koolhydraten Het scherm Logboek geeft de bestanden weer in de volgorde waarin deze voorkomen, waarbij het meest recente bestand bovenaan staat. 14 Symbool voor geaccepteerd advies m.b.t.
Beschrijving van de symbolen Symbool Naam symbool Beschrijving Indicator voor het bereik van bG-waarden De achtergrondkleur van het symbool geeft aan, waar het bloedglucoseresultaat ligt t.o.v. het streefwaardenbereik. De achtergrondkleuren van dit symbool geven het volgende weer: jj Groen: binnen het streefwaardenbereik jj Geel: beneden het streefwaardenbereik jj Rood: hypo jj Blauw: boven het streefwaardenbereik of hyper Etenstijd Symbool wordt weergegeven, als er voor dit bestand informatie m.b.t.
11 Symbool Naam symbool Beschrijving Koolhydraten Symbool wordt weergegeven, als er voor dit bestand informatie m.b.t. de koolhydraten bestaat. Koolhydraten geaccepteerd Symbool wordt weergegeven, als de in het scherm van de hypowaarschuwing door Bolusadvies aanbevolen hoeveelheid koolhydraten is gebruikt. Koolhydraten niet geaccepteerd Symbool wordt weergegeven, als de in het scherm van de hypowaarschuwing door Bolusadvies aanbevolen hoeveelheid koolhydraten is gewijzigd.
Symbool Naam symbool Beschrijving Standaardbolus bevestigd Toediening is bevestigd door de pomp. Vertraagde bolus niet bevestigd Toediening is niet bevestigd door de pomp. Vertraagde bolus bevestigd Toediening is bevestigd door de pomp. Multiwave-bolus niet bevestigd Toediening is niet bevestigd door de pomp. Multiwave-bolus bevestigd Toediening is bevestigd door de pomp. 160 52327_07149336001_01.
11 Symbool Naam symbool Beschrijving Bolusadvies geaccepteerd Bolusadvies van de meter is geaccepteerd. Bolusadvies niet geaccepteerd Bolusadvies van de meter is voor de toediening gewijzigd. Handmatig op pomp Toediening is niet bevestigd door de pomp. Bolus handmatig toegediend d.m.v. pen/ spuit. Bolus toegediend d.m.v. pen/spuit. Bolus is niet toegediend door de pomp.
11.2.2 Logboekgegevens bekijken en aanpassen Hoofdmenu > Mijn gegevens > Logboek OPMERKING 1 2 Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Logboek. jj Logboekgegevens die zijn gebruikt voor bolusadvies kunnen (met uitzondering van opmerkingen) niet worden aangepast. jj Bloedglucoseresultaten kunnen niet worden aangepast. 162 52327_07149336001_01.
11 3 OPMERKING 4 jj Blader naar beneden om de andere bestanden te bekijken, als deze aanwezig zijn. jj Logboekbestanden die voor bolusadvies zijn gebruikt, worden of met het symbool voor een geaccepteerd Bolusadvies: of met het symbool voor een nietgeaccepteerd Bolusadvies: weergegeven. Deze bestanden zijn geblokkeerd en kunnen worden bekeken, doch niet worden aangepast. Selecteer het gewenste logboekbestand.
Schermen voor het bekijken en aanpassen van in het logboek ingevoerde gegevens Etenstijd Koolhydraten Gezondheidsgebeurtenissen Bolus Kies de van toepassing zijnde etenstijd. Selecteer Opslaan. Stel de hoeveelheid geconsumeerde koolhydraten in. Selecteer Opslaan. Kies maximaal 4 gezondheidsgebeurtenissen. Selecteer Opslaan. Stel de bolushoeveelheid in. Selecteer Opslaan. 164 52327_07149336001_01.
11 Opmerking Typ een opmerking om bij dit bestand op te slaan. Selecteer . 165 52327_07149336001_01.
11.2.3 Nieuwe gegevens aan het logboek toevoegen Hoofdmenu > Mijn gegevens > Logboek 1 2 3 Als u gereed bent, moet u Opslaan selecteren om de door u ingevoerde gegevens op te slaan en terug te keren naar het menu Mijn gegevens. Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Gegevens toevoegen. Selecteer een van de opties op het scherm Gegevens toevoegen en raadpleeg de aanwijzingen op de volgende pagina's. 166 52327_07149336001_01.
11 OPMERKING Selecteer Annuleer om terug te gaan naar het vorige scherm zonder iets op te slaan. Schermen voor het toevoegen van nieuwe gegegevens Datum en tijd Etenstijd Koolhydraten Stel de datum en tijd in. Selecteer Opslaan. Kies een van toepassing zijnde etenstijd. Selecteer Opslaan. Stel de hoeveelheid geconsumeerde koolhydraten in. Selecteer Opslaan. 167 52327_07149336001_01.
Gezondheidsgebeurtenissen Bolus Opmerking Typ een opmerking om bij dit bestand op te slaan. Selecteer . Kies maximaal 4 gezondheidsgebeurtenissen. Selecteer Opslaan. Stel de bolushoeveelheid in. Selecteer Opslaan. 168 52327_07149336001_01.
11 11.3 De Trendgrafiek In de trendgrafiek geeft de meter de trends van de bloedglucosewaarden en andere informatie weer op basis van de logboekgegevens van de door u gekozen tijdschaal en etenstijd. 169 52327_07149336001_01.
11.3.1 Inzicht in de Trendgrafiek 6 7 8 9 A B C D E 5 4 3 2 1 1 Tijd van de dag of dagen van de maand 2 Bloedglucoseresultaat Weergegeven door een X en door lijnen met andere bloedglucoseresultaten verbonden. 3 Koolhydratenwaarde Bruin balkje: weergegeven hoogte is gerelateerd aan de hoeveelheid koolhydraten 4 Meeteenheid van basale insuline 5 Tijdschaal F G 170 52327_07149336001_01.
11 8 Meeteenheid van bolusinsuline 9 Symbool Pomp gestopt 14 Grenswaarde van de hypowaarschuwing Geeft aan dat de pomp is gestopt 15 Meeteenheid van koolhydraten 16 Meeteenheid van bloedglucose Gezondheidsgebeurtenis Geeft aan, dat er voor het bestand een gezondheidsgebeurtenis bestaat.
11.3.2 De Trendgrafiek bekijken Hoofdmenu > Mijn gegevens > Trend 1 2 3 OPMERKING Selecteer om een lijst met symbolen van Trend en hun verklaringen te bekijken. Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Trend. Selecteer Configureren om de manier waarop de trendgrafiek uw trendgegevens weergeeft te wijzigen. 172 52327_07149336001_01.
11 Schermen voor het configureren van de trendgrafiek 4 Selecteer een van de opties op het scherm Grafiek configureren en raadpleeg de aanwijzingen in de rest van deze paragraaf. Als u gereed bent, moet u Terug selecteren om terug te keren naar de trendgrafiek, die uw gegevens nu weergeeft op de door u geselecteerde wijze. Tijdschaal Gegevensopties Etenstijd Selecteer de tijdschaal (laatste 6 uren, 12 uren, 1 dag, 3 dagen of 7 dagen). Selecteer Opslaan.
OPMERKING jj Als er geen gegevens beschikbaar zijn voor de grafische weergave van Trend (trendgrafiek), wordt het scherm Geen geg. beschikb. weergegeven. jj De Trendgrafiek bevat geen onjuiste resultaten of resultaten van functiecontrolemetingen. jj Aan de rechterkant van de grafiek wordt de indicator van de maximale bolushoeveelheid door het onderste markeringsvinkje weergegeven met de bijbehorende waarde ernaast.
11 OPMERKING jj Aan de linkerkant van de grafiek wordt de indicator van de hoeveelheid basale insuline door het onderste markeringsvinkje weergegeven met de bijbehorende waarde ernaast. Deze indicator is bedoeld als schaalverdeling voor de blauwe balkjes van de basale insuline in het bovenste gedeelte van de grafiek. De op de meter voor de indicator van de maximale hoeveelheid basale insuline beschikbare waarden zijn 1, 2, 5, 10, 20 en 40 U.
11.4 De Standaardweek In de grafische weergave van Standaardweek geeft de meter voor elke dag van een gemiddelde week uw gemiddelde bloedglucosewaarden, het aantal metingen en standaardafwijkingen weer, berekend op basis van de logboekgegevens van de door u gekozen tijdsperiode en etenstijd. OPMERKING De standaardafwijking geeft aan hoeveel de resultaten van bloedglucosemetingen rond de gemiddelde bloedglucosewaarde verspreid zijn.
11 11.4.1 Inzicht in de grafische- en tabelweergave van Standaardweek Grafische weergave van Standaardweek 4 3 2 1 52327_07149336001_01.indb 177 1 Dagen van de week 5 6 7 8 2 Rechthoek voor iedere dag De bovenkant van de rechthoek geeft de standaardafwijking boven het gemiddelde aan en de onderkant van de rechthoek geeft de standaardafwijking beneden het gemiddelde aan. De rechthoek wordt niet weergegeven, als er niet genoeg gegevens zijn om de standaardafwijking te bepalen.
3 Tijdschaal 4 Selectie Etenstijd 5 6 Knoppen om naar links / rechts te bladeren Meeteenheid van bloedglucose Vooruit of terug in de tijd verplaatsen met de tijdsperiode van de gekozen tijdschaal. Voorbeeld: Voor een tijdschaal van 7 dagen geeft het selecteren van het linker bladersymbool de gegevens van de 7 dagen voorafgaand aan de actueel getoonde datums weer. 7 X Geeft ieder bloedglucoseresultaat aan.
11 Tabelweergave van Standaardweek Selecteeer Tabel om naar de tabelweergave van Standaardweek te wisselen. De tabelweergave van Standaardweek geeft in tabelvorm dezelfde gegevens weer als de grafische weergave van Standaardweek. Om van de tabelweergave terug te gaan naar de grafische weergave van Standaardweek, moet u Grafiek selecteren.
11.4.2 Gegevens van Standaardweek bekijken Hoofdmenu > Mijn gegevens > Standaardweek 1 2 OPMERKING jj Als er geen gegevens beschikbaar zijn om de grafische- en tabelweergave van Standaardweek voor de geselecteerde tijdschaal of etenstijd weer te geven, wordt het scherm Geen gegevens beschikbaar weergegeven. jj De grafische- en tabelweergaven van Standaardweek bevatten geen onjuiste resultaten, resultaten van functiecontrolemetingen, HI-resultaten of LO-resultaten.
11 3 Om de voor Standaardweek weergegeven tijdschaal en etenstijd te wijzigen, moet u Configureren selecteren. 4 Selecteer een van de opties op het scherm Gegevens configureren en raadpleeg de aanwijzingen in de rest van deze paragraaf. Selecteer als u gereed bent Terug om terug te keren naar grafische- of tabelweergave van Standaardweek. Schermen voor configuratie van gegevens van Standaardweek Tijdschaal Etenstijd Selecteer een tijdschaal. Selecteer Opslaan. Selecteer een etenstijd.
OPMERKING Selecteer Annuleer om terug te gaan naar het vorige scherm zonder iets op te slaan. 182 52327_07149336001_01.
11 11.5 De Standaarddag In de grafische weergave van Standaarddag geeft de meter voor ieder tijdsblok uw gemiddelde bloedglucosewaarden, het aantal metingen en standaardafwijkingen weer, berekend op basis van de logboekgegevens van de door u gekozen tijdschaal en etenstijd. OPMERKING OPMERKING Raadpleeg het hoofdstuk De instellingen van de meter wijzigen van de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Aviva Insight-diabetesmanager voor aanwijzingen over het instellen van tijdsblokken.
11.5.1 Inzicht in de grafische- en tabelweergave van Standaarddag 1 Tijdstip van de dag Grafische weergave van Standaarddag 5 4 3 2 1 184 52327_07149336001_01.indb 184 6 7 8 9 2 Rechthoek voor ieder tijdsblok jj De bovenkant van de rechthoek geeft 1 standaardafwijking boven het gemiddelde aan en de onderkant van de rechthoek geeft 1 standaardafwijking beneden het gemiddelde aan. De rechthoek wordt niet weergegeven, als er niet genoeg gegevens zijn om de standaardafwijking te bepalen.
11 3 4 5 Tijdsblokken Tijdschaal Vooruit of terug in de tijd verplaatsen met de tijdsperiode van de gekozen tijdschaal. Voorbeeld: Voor een Knoppen om naar links / tijdschaal van 7 dagen geeft het selecteren van het linker rechts te bladeren bladersymbool de gegevens van de 7 dagen voorafgaand aan de actueel getoonde datums weer. 6 Selectie Etenstijd 7 Meeteenheid van bloedglucose jj Geeft ieder bloedglucoseresultaat aan.
Tabelweergave van Standaarddag Selecteeer Tabel om naar de tabelweergave van Standaarddag te wisselen. De tabelweergave van Standaarddag geeft in tabelvorm dezelfde gegevens weer als de grafische weergave van Standaarddag. Om van de tabelweergave terug te gaan naar de grafische weergave van Standaarddag, moet u Grafiek selecteren.
11 11.5.2 Gegevens van Standaarddag bekijken Hoofdmenu > Mijn gegevens > Standaarddag 1 2 OPMERKING 3 jj Als er geen gegevens beschikbaar zijn voor de grafische- en tabelweergave van Standaarddag, wordt het scherm Geen gegevens beschikbaar weergegeven. Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Standaarddag. jj De grafische- en tabelweergaven van Standaarddag bevatten geen onjuiste resultaten, resultaten van functiecontrolemetingen, HI-resultaten of LO-resultaten.
4 OPMERKING Selecteer Annuleer om terug te gaan naar het vorige scherm zonder iets op te slaan. Selecteer een van de opties op het scherm Gegevens configureren en raadpleeg de aanwijzingen in de rest van deze paragraaf. Selecteer als u gereed bent Terug om terug te keren naar grafische- of tabelweergave van Standaarddag. Schermen voor configuratie van gegevens van Standaarddag Tijdschaal Etenstijd Selecteer een tijdschaal. Selecteer Opslaan. Selecteer een etenstijd. Selecteer Opslaan.
11 11.6 Gegevens van streefwaarden De meter geeft een cirkeldiagram en tabel weer, waarmee uw bloedglucoseresultaten voor de door u gekozen tijdschaal en etenstijd als ”Boven”, ”Binnen”, ”Onder”" en ”Hypo” worden geïllustreerd. 189 52327_07149336001_01.
11.6.1 Inzicht in het streefwaardendiagram en de streefwaardentabel Streefwaardendiagram 3 Legenda Categorieën van bloedglucoseresultaten 2 Streefwaardendiagram Geeft de percentages van de categorieën van bloedglucoseresultaten weer. 3 Tijdschaal 1 4 5 2 6 4 Knoppen om naar links / rechts te bladeren 5 Selectie Etenstijd 1 6 190 52327_07149336001_01.indb 190 Percentuele verdeling Vooruit of terug in de tijd verplaatsen met de tijdsperiode van de gekozen tijdschaal.
11 Streefwaardentabel Selecteeer Tabel om naar de streefwaardentabel te wisselen. De streefwaardentabel geeft in tabelvorm dezelfde gegevens weer als het streefwaardendiagram. Om van de streefwaardentabel terug te gaan naar het streefwaardendiagram moet u Grafiek selecteren. 4 3 2 1 52327_07149336001_01.
11.6.2 Gegevens van streefwaarden bekijken Hoofdmenu > Mijn gegevens > Streefwaarde 1 2 OPMERKING 3 jj Als er geen gegevens beschikbaar zijn voor het streefwaardendiagram of de streefwaardentabel, wordt het scherm Geen gegevens beschikbaar weergegeven. Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Streefwaarde. jj Het streefwaardendiagram en de streefwaardentabel bevatten geen onjuiste resultaten, resultaten van functiecontrolemetingen of HI- en LO-resultaten.
11 Schermen voor configuratie van streefwaardengegevens: 4 Selecteer een van de opties op het scherm Gegevens configureren en raadpleeg de aanwijzingen in de rest van deze paragraaf. Selecteer als u gereed bent Terug om terug te keren naar het streefwaardendiagram of de streefwaardentabel. Tijdschaal Etenstijd Selecteer een tijdschaal. Selecteer Opslaan. Selecteer een etenstijd. Selecteer Opslaan.
11.7 De tabel Gemiddelde bG-waarden De tabel Gemiddelde bG-waarden geeft uw gemiddelde bloedglucosewaarden en standaardafwijkingen weer voor de door u gekozen tijdschaal en etenstijd. OPMERKING De standaardafwijking geeft aan hoeveel de resultaten van bloedglucosemetingen rond de gemiddelde bloedglucosewaarde verspreid zijn. Een hoge standaardafwijking betekent, dat de bloedglucoseresultaten wijd verspreid rond de gemiddelde bloedglucosewaarde liggen. 194 52327_07149336001_01.
11 11.7.
8 Knoppen om naar links / rechts te bladeren Vooruit of terug in de tijd verplaatsen met de tijdsperiode van de gekozen tijdschaal. Voorbeeld: Voor een tijdschaal van 7 dagen zal het selecteren van het linker bladersymbool de gegevens van de 7 dagen voorafgaand aan de actueel getoonde datums weergeven.
11 11.7.2 De tabel Gemiddelde bG-waarden bekijken Hoofdmenu > Mijn gegevens > Gemiddelde bG-waarden 1 2 OPMERKING 3 jj Als er geen gegevens beschikbaar zijn om de tabel Gemiddelde bGwaarden voor de geselecteerde tijdschaal of etenstijd weer te geven, wordt het scherm Geen gegevens beschikbaar weergegeven. Selecteer in het Hoofdmenu Mijn gegevens. Selecteer Gemiddelde bG-waarden.
OPMERKING 4 5 Selecteer een tijdschaal. Selecteer Opslaan. Selecteer als u gereed bent Terug om terug te keren naar het menu Mijn gegevens. Selecteer om een lijst met etenstijd-symbolen en hun verklaringen te bekijken. 198 52327_07149336001_01.
12 12 Technische gegevens Het RF-kanaal, dat voor de communicatie wordt gebruikt, is geen open kanaal. De meter kan alleen met het apparaat communiceren, waarmee hij gekoppeld is. Daarom kunnen andere apparaten, die gebruik maken van Bluetooth draadloze technologie (mobiele telefoons, printers, etc.), niet worden gekoppeld met, communiceren met of toegang hebben tot uw persoonlijke informatie op uw meter.
12.1 Verklaring van de symbolen Deze symbolen kunnen voorkomen op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje van de meter en in de gebruiksaanwijzing van de meter. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Waarschuwing, raadpleeg de veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het product. Temperatuurbeperking (bewaren bij) Fabrikant Artikelnummer Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek Dit product voldoet aan de Europese richtlijn 98/79/EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek.
12 12.2 Lijst van symbolen De volgende tabel bevat de symbolen en namen van symbolen, die op de display van de meter kunnen verschijnen als de meter met een pomp is gekoppeld. Alle andere symbolen kunnen worden gevonden in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insightdiabetesmanager. Naam symbool Symbool Activeren Alarmgegevens Ampul (pomp) Basaal profiel (activeren) Basaal profiel (instellen) Batterij (pomp) Bolus annuleren 201 52327_07149336001_01.
Naam symbool Symbool Naam symbool Bolusgegevens Multiwave-bolus gepauzeerd Dagtotalen Multiwave-bolus niet-bevestigd Directe hoeveelheid van multiwave-bolus Pomp gepauzeerd Duur vertraagde toediening Pomp gestopt of Stop pomp Gegevens van tijdelijke basale doseringen Pomp loopt of Start pomp Instellingen van de pomp Pompbolus of Handmatig op pomp-bolus Multiwave-bolus Pompgegevens Symbool 202 52327_07149336001_01.
12 Naam symbool Symbool Naam symbool Pompmodus Uitsteltijd Resterende looptijd Versie Standaardbolus gepauzeerd Vertraagde bolus Standaardbolus niet-bevestigd Vertraagde bolus gepauzeerd Standaardbolus of Bolus Vertraagde bolus niet-bevestigd Therapie-instellingen Vertraagde hoeveelheid van multiwave-bolus Tijdelijke basale dosering Video Symbool 203 52327_07149336001_01.
204 52327_07149336001_01.
13 13 Problemen oplossen Dit hoofdstuk behandelt in het bijzonder de problemen, die kunnen optreden bij het koppelen van de meter en de pomp. Voor algemene informatie over het oplossen van problemen kunt u het hoofdstuk Problemen oplossen van de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Aviva Insight-diabetesmanager raadplegen. Voor pompmeldingen, die een oplossing voor de problemen geven en op de meter worden weergegeven, moet u de gebruiksaanwijzing van de Accu‑Chek Insightinsulinepomp raadplegen.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Informatiemelding Geen apparaten gevonden Er bevindt zich geen door Bluetooth geactiveerd apparaat binnen het bereik van de meter. jj Zorg ervoor, dat de pomp en de meter niet verder dan 2 meter van elkaar verwijderd zijn. jj Selecteer OK om naar het menu Nieuwe koppeling instellen terug te keren. Plaats de pomp in de modus Apparaat toevoegen en probeer het koppelen opnieuw. Informatiemelding Gekoppelde pomp De meter is reeds gekoppeld met een pomp.
13 Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het scherm Apparaat niet gekoppeld wordt weergegeven met de melding Dit apparaat is al met een meter gekoppeld. Ontkoppel de pomp eerst van de meter. jj De pomp is reeds gekoppeld met een andere meter. jj De pomp en de meter zijn al met elkaar gekoppeld. jj Verwijder de actuele koppeling van de pomp. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Accu-Chek Insight-insulinepomp voor aanwijzingen voor het ontkoppelen van de meter en de pomp.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing M-27 onderhoudsmelding Communicatie verbroken De meter en de pomp zijn onderbroken tijdens het wachten op de bevestiging van de koppeling. Herhaal de stappen in de paragraaf Koppelen van de meter en de pomp van deze gebruiksaanwijzing en volg de aanwijzingen op het scherm van beide apparaten. 208 52327_07149336001_01.
14 14 Verklarende woordenlijst Begrip Definitie Actieve insuline Een berekende waarde, die de actueel in het lichaam aanwezige hoeveelheid effectieve insuline weergeeft, die werkzaam is om de bloedglucose te verlagen. Bij deze hoeveelheid is echter geen insuline, die werkzaam is om te compenseren voor de opname van koolhydraten, inbegrepen. Basale insuline is hierbij eveneens niet inbegrepen.
Begrip Definitie BE Bread Equivalent bG-drempel Een instelling van een herinnering aan een bloedglucosemeting: de bovenste grenswaarde van het streefwaardenbereik van uw bloedglucose is voor een herinnering na een hoog bG-resultaat en de onderste grenswaarde van het streefwaardenbereik van uw bloedglucose is voor een herinnering na een laag bG-resultaat. Bloedglucose (bG) De glucoseconcentratie in bloed.
14 Begrip Definitie Bolusadvies Indien ingeschakeld, geeft bolusadvies aanbevelingen over de hoeveelheid insuline, die voor compensatie van een maaltijd en/of om hoge bloedglucosewaarden te corrigeren, moet worden toegediend. CC Carbohydrate Choice Directe hoeveelheid De hoeveelheid insuline, die wordt toegediend met een standaardbolus of aan het begin van een multiwave-bolus. Draagriem Draagriem of koord, dat om de pols of de nek wordt gedragen om een voorwerp aan mee te nemen.
Begrip Definitie Etenstijd Informatieover het tijdstip van een bloedglucoseresultaat (Voor maal, Na maaltijd, Bedtijd, Nuchter of Overige). De etenstijd kan worden geelecteerd in een pop-upmenu en wordt tezamen met een bloedglucoseresultaat opgeslagen. Fabrieksinstelling De oorspronkelijke instellingen op de meter, voordat u deze wijzigt of aan uw persoonlijke wensen aanpast.
14 Begrip Definitie Gezondheidsgebeurtenis Informatie over uw actuele gezondheidsstatus of activiteiten (Sport 1, Sport 2, Stress, Ziekte, Premenstrueel of Persoonlijk). Er kunnen maximaal 4 gezondheidsgebeurtenisen worden geselecteerd en opgeslagen met een bloedglucoseresultaat. Iedere status of activiteit (gezondheidsgebeurtenis) telt voor een bepaald, door u ingesteld, percentage mee en wordt gebruikt om de aanbeveling voor bolusadvies aan te passen.
Begrip Definitie Grenswaarde van waarschuwing Zie Grenswaarde van hyperwaarschuwing of Grenswaarde van hypowaarschuwing. Handmatig op de pomp toegediende bolus Een bolus, die wordt toegediend door in plaats de meter gebruik te maken van de bediening op de pomp. Herinner na Een instelling van een herinnering aan een bG-test. De tijdsduur na een hoog bloedglucoseresultaat, na een laag bloedglucoseresultaat of na een maaltijd, waarna u wilt, dat er een herinnering wordt weergegeven.
14 Begrip Definitie Herinnering Na maaltijd Een herinnering om uw bloedglucose opnieuw te meten. Indien ingeschakeld, wordt deze herinnering weergegeven na een maaltijd. Om deze herinnering weer te laten geven, moet u de etenstijd van een bG-test invoeren als Voor maaltijd. Herinneringen aan bloedglucosemetingen Herinneringen om uw bloedglucose opnieuw te meten na een hoog bloedglucoseresultaat, na een laag bloedglucoseresultaat of na een maaltijd.
Begrip Definitie Insulinegevoeligheid De hoeveelheid insuline, die nodig is om uw bloedglucose met een bepaalde hoeveelheid te verlagen. Insulinepomp Een apparaat, dat een continue toelevering van insuline aan het lichaam verzorgt. Insulinetoename Het aantal eenheden (U), waarmee uw insulinedosis wordt aangepast, als er een bolus wordt ingesteld of als er handmatig een gegeven in het logboek wordt ingevoerd.
14 Begrip Definitie LCD Liquid Crystal Display LO Wordt op het scherm van de meter weergegeven, als het meetresultaat beneden het meetbereik van de meter ligt. Maximum bolus Maximum bolus dient als veiligheidsmaatregel tegen onbedoeld grote bolussen. Het is een instelling op zowel de meter als op de pomp, die een maximum bolushoeveelheid specificeert. Voor met een pen/spuit toegediende bolussen is voor een bolus, die groter is dan de maximale bolushoeveelheid, een extra bevestiging vereist.
Begrip Definitie N.v.t. Niet van toepassing ºC Graden Celsius ºF Graden Fahrenheit Onjuist resultaat Een ouder resultaat, dat door een fout niet door de meter kan worden weergegeven. Opmerking Aanvullende informatie. PIN Persoonlijk identificatienummer pm Post meridiem (12-uursweergave voor ”na 12 uur middags”) Pomp Zie insulinepomp. 218 52327_07149336001_01.
14 Begrip Definitie Resultaat (functie) controlemeting Waarde weergeven op de display van de meter als resultaat van een functiecontrolemeting. Als het resultaat van de functiecontrolemeting binnen het op het etiket van de flacon teststrips vermelde bereik ligt, functioneren de teststrips en de meter goed. RF Radiofrequentie SD Standaardafwijking Signaal uitstellen Stelt signalen van de meter uit tot de uitstelperiode is verstreken of de meter is aangezet.
Begrip Definitie Standaardafwijking In deze gebruiksaanwijzing is de standaardafwijking een maat voor de spreiding van de bG-resultaten (b.v. als de bG-resultaten dicht bij de gemiddelde waarde liggen, dan is de standaardafwijking klein). Standaardbolus Een bolus die onmiddelijk wordt toegediend. Starttijd De starttijd van een tijdsblok. Stil Stelt een nieuwe tijd voor een herinnering van de pomp in, om deze na een vooraf ingestelde tijd (bijvoorbeeld 5 minuten) opnieuw weer te laten geven.
14 Begrip Definitie Tijdsperiode De gebruiker stelt de tijdsduur in. Er is een starttijd en een eindtijd. Toedieningssnelheid De snelheid waarmee de directe hoeveelheid van een standaardbolus of multiwave-bolus wirdt toegediend. Toename na maaltijd De verhoging van de bloedglucosespiegel die, zelfs bij toediening van een bolus, tijdens of na maaltijden optreedt en binnen bepaalde grenzen als normaal wordt beschouwd.
Begrip Definitie USB Universal Serial Bus Vertraagde bolus Een bolus, die over een bepaalde tijdsperiode wordt afgegeven. Dit kan nuttig zijn tijdens langdurige maaltijden of bij maaltijden, die langzaam worden verteerd. De toediening van een vertraagde bolus is ook geschikt voor mensen, die aan gastroparese (vertraagde spijsvertering) lijden.
Trefwoordenregister A apparaat niet gekoppeld 205 automatisch uit-timer 128 B basaal profiel activeren 107 instellen 103 verwijderen 109 basale dosering annuleren 98 basis-tijdelijke basale dosering 93 persoonlijke tijdelijke basale dosering 95 verwijderen 100 batterij 205 bloedglucose informatie toevoegen 52 meting 47 resultaat 50, 52 bloedglucoseresultaat gedetailleerd resultaat 51 bolus een bolus annuleren 82, 84 instellingen 130, 132, 133, 134, 135 toediening 55 type 56 verwijderen van persoonlijke bol
C G codechip 48 communicatie 31 communicatie verbroken 205 geen apparaten gevonden 205 gezondheidsgebeurtenissen beschrijving 27 gezondheidsgebeurtenis kiezen 53, 164, 168 instelling percentages 21 grenswaarden van waarschuwingen beschrijving 23 instelling 18 grenswaarde van de hyperwaarschuwing 18 grenswaarde van de hypowaarschuwing 18 D datum en tijd 18, 115, 150 E etenstijd 53, 164, 167 F H herinneringen van de pomp 115, 116, 117 flacon teststrips 47 I 224 52327_07149336001_01.
M insulinegevoeligheid beschrijving 26 instelling 19 K koolhydraat beschrijving eenheid 22 hoeveelheid instellen 53, 164, 167 instelling eenheid 18 koolhydratenfactor beschrijving 26 instelling 19 koppelen 31 L lijst met symbolen 156, 201 logboek beschrijving 154 beschrijving bestand 154 gegevens aanpassen 162 gegevens bekijken 162 nieuwe gegevens toevoegen 166 symbolen 156 52327_07149336001_01.
U startscherm 16 startscherm beschrijving 4 streefwaardenbereik 19 symbolen 200 symbool voor koolhydraten geaccepteerd 159 symbool voor koolhydraten niet geaccepteerd 159 uitsparing voor een teststrip 47 uitsteltijd 135 USB kabel 9, 12 pc-poort 12 T vertragingstijd beschrijving 29 instelling 21 vervaldatum 47, 48 vliegtuigmodus 113, 114 taal 17 taal op de pomp 148 therapie-instellingen 115, 127 tijd 18 tijdsblokken 24 tijdweergave 17 toedieningssnelheid 133 toename na maaltijd beschrijving 28 instelling