Operation Manual

2
15
Gebruik geen oplaadbare of zinkkoolbatterijen. Deze batterijen kunnen net als
oude batterijen lekken en de contacten van de batterij in uw insulinepomp
corroderen. Dit kan een elektronische kortsluiting veroorzaken, waardoor een
warmteontwikkeling tot wel 43°C kan ontstaan.
Controleer voordat u een batterij plaatst of deze niet beschadigd is (b.v. een
beschadiging aan de plastic isolatiecoating) of lekt, aangezien een beschadigde of
lekkende batterij uw insulinepomp kan beschadigen.
De batterij plaatsen
Zorg ervoor, dat er tijdens het vervangen of het plaatsen van de batterij geen vuil of
vocht in het batterijcompartiment kan komen. Als u uw insulinepomp voor het eerst in
gebruik neemt, moet u met stap 6 beginnen.
1
Om een onbedoelde insulinetoediening te
voorkomen, moet u ervoor zorgen, dat de
infusieset niet met uw lichaam is
verbonden.
Draai de adapter linksom naar een 120°
positie.
Duw de vergrendeling van de deksel van
het batterijcompartiment in de richting
van de pijl (naar het ampulcompartiment).
3
Opmerking
U kunt de batterij vervangen zonder
de adapter te verwijderen door de
adapter slechts 90° te draaien.
120°
2
man_06455298001_D_nl.indb 15 04.05.2016 11:38:42