Operation Manual
2
13
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe u uw nieuwe insulinepomp
moet voorbereiden en met de insulinepomptherapie moet
beginnen.
Voordat u uw insulinepomp in gebruik kunt nemen, moet u:
j de batterij plaatsen
j de tijd en datum instellen
j ten minste één basaal profiel instellen
j de ampul plaatsen
j de slang van de infusieset met de adapter met de
insulinepomp verbinden en dit met insuline vullen
j de slang met het naaldgedeelte van de infusieset verbinden en
het naaldgedeelte met insuline vullen (de infusieset vullen)
Denk eraan, dat u uw bloedglucosespiegel voor een succesvolle
insulinepomptherapie regelmatig moet controleren. Daarom
adviseren wij u om uw bloedglucose zo vaak met een
bloedglucosemeter te meten als door uw arts of behandelteam is
voorgeschreven (ten minste 4 maal per dag).
w WAARSCHUWING
Dit product bevat kleine onderdelen. Er bestaat
verstikkingsgevaar, als kleine onderdelen (b.v. dopjes en
dergelijke) ingeslikt worden.
2 Ingebruikname van uw insulinepomp
man_06455298001_D_nl.indb 13 04.05.2016 11:38:41