Operation Manual

9
135
9.4 Onderhoud van uw insulinepomp
9.4.1 Reiniging van uw insulinepomp
U kunt uw insulinepomp het beste schoonmaken, als u de
ampul vervangt. Gebruik een zachte doek om de buitenkant van
de insulinepomp schoon te maken. Gebruik, indien nodig, een
schone katoenen doek die bevochtigd is met alcohol
(70 % isopropanol of 50 % propanol) en zorg ervoor dat er geen
vloeistof in de insulinepomp binnendringt. Als dit niet tot het
gewenste resultaat leiden, kunt u contact opnemen met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) voor meer informatie.
w WAARSCHUWING
Verwijder altijd de ampul en de adapter. Zorg ervoor, dat uw
insulinepomp zich tijdens het schoonmaken in de PAUZE- of
de STOP-modus bevindt. Druk tijdens het schoonmaken niet
op de toetsen van uw insulinepomp, omdat uw instellingen
hierdoor per ongeluk gewijzigd kunnen worden. Gebruik voor
het schoonmaken geen oplosmiddelen, sterke detergentia,
bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen,
aangezien deze de insulinepomp kunnen beschadigen.
9.4.2 Batterijen
Het is belangrijk, dat u de batterij regelmatig vervangt en dat u
voldoende reservebatterijen beschikbaar heeft. De gebruiksduur
van de batterij is afhankelijk van het gebruik van uw
insulinepomp, uw persoonlijke instellingen, de toegediende
doseringen, de temperatuur en andere factoren. Zie Appendix A:
Technische gegevens, page152 voor de aanbevolen batterijen
en hun respectieve gebruiksduur. Zie hoofdstuk2.1, pagina14
voor aanwijzingen over het vervangen van de batterij.
9.4.3 Deksel van het batterijcompartiment
Om te waarborgen dat uw insulinepomp waterdicht blijft, moet u
de deksel van het batterijcompartiment vervangen als deze
opgebruikt of vuil lijkt, doch ten minste elke 6 maanden.
man_06455298001_D_nl.indb 135 04.05.2016 11:39:34