Operation Manual
96
8.2 Communicatie met andere
apparaten
Door middel van Bluetooth draadloze technologie kan uw
insulinepomp gegevens en zelfs commando’s uitwisselen met
andere Accu-Chek-apparaten, zoals een bloedglucosemeter of
een personal computer, waarop gebruik wordt gemaakt van
Accu-Chek-software. Neem voor een lijst van Accu-Chek-
apparaten die kunnen communiceren met uw insulinepomp
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) of
kijk op www.accu-chek.com.
Voordat uw insulinepomp met een ander apparaat kan
communiceren, moeten deze worden gekoppeld. Dit betekent,
dat de apparaten in staat moeten worden gesteld elkaar d.m.v.
een individuele code te herkennen. Als de insulinepomp met een
ander apparaat is gekoppeld, kunnen ze d.m.v. een stabiele en
veilige Bluetooth verbinding gegevens uitwisselen.
Uw insulinepomp kan in totaal met maximaal 5 andere apparaten
worden gekoppeld. Als u een ander apparaat met uw
insulinepomp wilt koppelen, terwijl er al 5 apparaten met uw
insulinepomp zijn gekoppeld, moet u eerst de koppeling met een
van de gekoppelde apparaten verbreken.
In dit hoofdstuk leert u hoe u:
j Bluetooth draadloze technologie in- en uit kunt schakelen
j uw insulinepomp beschikbaar kunt maken voor andere
apparaten
j de lijst van gekoppelde apparaten (Apparatenlijst) kunt
bekijken
j uw insulinepomp kunt koppelen met een ander apparaat
j een apparaat van de lijst met gekoppelde apparaten kunt
verwijderen (de koppeling verbreken)
Opmerking
Communicatie met een ander apparaat is alleen mogelijk,
als de display van de insulinepomp is uitgeschakeld, de
apparaten zijn gekoppeld en beide apparaten de
Bluetooth draadloze technologie
hebben ingeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 96 04.05.2016 11:39:20