Operation Manual

41
Gebruikershandleiding van EversenseXL CGM
6
6. Het systeem kalibreren
In dit gedeelte worden de kalibratieprocedure en het kalibratieschema van uw EversenseXL CGM-
systeem beschreven.
Voor de beste prestaties is regelmatige kalibratie met vingerprikmetingen door middel van een bloedglucosemeter
vereist GEEN overige testlocaties, zoals uw onderarm, gebruiken bij het invoeren van bloedglucosewaarden voor
kalibratie. Elke commercieel beschikbare meter kan worden gebruikt voor kalibratie. Zodra uw sensor is ingebracht en
gekoppeld aan uw Smart-zender, start het systeem een opwarmfase van 24 uur. Kalibratie is tijdens deze fase niet nodig.
Er zijn twee kalibratiefases:
Initialisatiefase – Na de opwarmfase van 24 uur moet u 4 kalibratietests met behulp van een vingerprik uitvoeren,
met tussenpozen van 2 tot 12 uur.
Dagelijkse-kalibratiefase – Na de initialisatiefase moet u 2 kalibratietests met behulp van een vingerprik per dag
uitvoeren, met tussenpozen van 10 tot 14 uur.