Operation Manual
150
Bloedglucosemetingen bij verschillende patiënten
151
Bloedglucosemetingen bij verschillende patiënten
10
10 Bloedglucosemetingen bij verschillende patiënten –
Informatie voor medische beroepsbeoefenaren
Alleen medische beroepsbeoefenaren in artsenpraktijken, ziekenhuizen
en instellingen, die opleidingen op het gebied van diabetes verzorgen en
verpleegkundig personeel mogen met dezelfde Accu-Chek Compact
Plus-meter bloedglucosemetingen uitvoeren bij verschillende personen.
Bij alle werkzaamheden met de bloedglucosemeter dienen de geldende
richtlijnen en voorschriften voor het omgaan met voorwerpen, die met
humaan materiaal besmet kunnen zijn, te worden opgevolgd. Volg alle
binnen uw laboratorium of instelling geldende voorschriften m.b.t. hygi-
ëne en veiligheid zorgvuldig op.
Volg daarnaast ook de aanwijzingen op de volgende pagina’s op om ver-
vuiling van de meter te voorkomen.
Opmerkingen
Er bestaat een potentieel infectiegevaar voor patiënten en
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, als dezelfde
Accu-Chek Compact Plus-meter wordt gebruikt om bij verschil-
lende patiënten bloedglucosemetingen uit te voeren. Alle voor-
werpen, die met humaan bloed in contact kunnen komen, dienen
te worden beschouwd als potentieel infectieuze materialen (zie:
Clinical and Laboratory Standards Institute: Protection of Labora-
tory Workers from Occupationally Acquired Infections; Approved
Guideline – Third Edition; CLSI document M29-A3, 2005).
Bloedglucosemetingen van iedere patiënt met een infectie of
infectieuze aandoening en van iedere patiënt, die besmet is
met multiresistente micro-organismen, dienen met een apart
gehouden bloedglucosemeter te worden uitgevoerd. Dit is
ook van toepassing, als er sprake is van verdenking hiervan.
Zolang deze meter voor deze patiënt wordt gebruikt, mag
deze niet worden gebruikt om bloedglucosemetingen bij
andere patiënten uit te voeren.
De Accu-Chek Softclix Plus-prikpen is uitsluitend bedoeld voor
gebruik bij zelfcontrole door één persoon.
De prikpen mag niet worden gebruikt voor het afnemen van
bloed bij verschillende personen, omdat hiervoor geen speciale
voorzieningen ter voorkoming van infectiegevaar getroffen zijn.
Medische beroepsbeoefenaren, die bloedglucosemetingen bij
verschillende patiënten uitvoeren, mogen de Accu-Chek Softclix
Plus-prikpen niet gebruiken voor het verkrijgen van bloed en
moeten de prikpen hierom van de meter verwijderen. De prikpen
kan hierbij worden vervangen door een kapje (zie hoofdstuk
10.1).
i
Iedere persoon kan een andere grenswaarde voor hypoglykemie
hebben. Daarom adviseren wij om de alarmfunctie voor hypogly-
kemie bij gebruik van deze bloedglucosemeter door medische
beroepsbeoefenaren niet in te schakelen.