Operation Manual

138
Functiecontrole van de bloedglucosemeter
139
Functiecontrole van de bloedglucosemeter
7
Heeft u de controleoplossing pas met de teststrook opgezo-
gen, nadat het teststrooksymbool en het druppelsymbool op
de display knipperden?
ja
Heeft u de teststrook verbogen, voordat of terwijl er contro-
leoplossing mee werd opgezogen?
nee
Heeft u de teststrook tijdens de meting verbogen of bewogen? ja
Heeft u de meetwaarde vergeleken met de tabel met contro-
lewaardenbereiken, die bij de door u gebruikte controleoplos-
sing hoort?
ja
Heeft u de meting binnen het juiste temperatuurbereik
(+10 °C tot +40 °C) uitgevoerd?
ja
Is de vervaldatum van de controleoplossing of van de teststro-
ken overschreden (zie het etiket op het flesje resp. op het eti-
ket van de flacon van de teststrokencassette naast het
symbool)?
nee
Is de gebruiksduur van de teststrokencassette van 90 dagen
overschreden (zie hoofdstuk 2.3.1 en eventueel het kloksym-
bool
op de display van de meter)?
nee
Zijn de teststrokengeleider en het meetvenster schoon? ja
Heeft u de bewaarcondities van de meter, de teststroken en
de controleoplossingen in acht genomen (zie hoofdstuk 11 en
de bijsluiter van de verpakking van de teststrokencassette en
de bijsluiter van de controleoplossingen)?
ja
Is de controleoplossing minder dan drie maanden geleden
voor het eerst geopend? Controleoplossingen zijn, nadat deze
voor het eerst zijn geopend, drie maanden houdbaar. Na deze
periode mogen ze niet meer worden gebruikt.
ja
Als u alle vragen zoals aangegeven heeft kunnen beantwoorden en de
meetwaarden liggen desondanks toch nog buiten het controlewaarden-
bereik, moet u contact opnemen met de afdeling Customer Service van
de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Als de meter is gevallen, kan dit eveneens tot foutmeldingen of twijfel-
achtige meetwaarden leiden. Neem in dit geval eveneens contact op met
de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van
Roche Diagnostics.
Opmerking
Als met een functiecontrolemeting meetwaarden buiten het aan-
gegeven controlewaardenbereik worden verkregen, kan niet
meer worden gewaarborgd, dat de meter en de teststroken pro-
bleemloos functioneren. Bij de uitvoering van bloedglucosemetin-
gen kunnen dan onjuiste meetwaarden worden verkregen.
Onjuiste meetwaarden kunnen tot onjuiste beslissingen met
betrekking tot de behandeling leiden, waardoor er ernstige
schade aan de gezondheid kan worden toegebracht.