Operation Manual
112
De bloedglucosemeter als elektronisch dagboek gebruiken
113
De bloedglucosemeter als elektronisch dagboek gebruiken
5
i
Als er in één tijdsperiode een groot aantal meetwaarden is opge-
slagen, kan de berekening van de gemiddelde waarde enige tijd
in beslag nemen. Terwijl de berekening wordt uitgevoerd knippert
op de display.
i
Als er in de betreffende tijdsperiode geen meetwaarden in het
geheugen van de meter zijn opgeslagen, verschijnen er in plaats
van een getal drie horizontale streepjes
op de display.
Als de meetwaarden b.v. ouder zijn dan 7 dagen, kunnen de
gemiddelde waarde, de laagste meetwaarde en de hoogste
meetwaarde voor de periode van (de laatste) 7 dagen niet wor-
den berekend.
i
De meter kan de benodigde berekeningen alleen uitvoeren, als de
meetwaarden tezamen met tijd en datum waren opgeslagen. Als
u de tijd en de datum niet heeft ingevoerd, verschijnen er in
plaats van een getal drie horizontale streepjes
op de dis-
play.
i
Als u de tijd of de datum heeft gewijzigd, hierna een meting heeft
uitgevoerd en vervolgens de datum/tijd weer heeft teruggezet,
dan worden alleen de meetwaarden in de berekeningen meege-
nomen, die de meter in een ononderbroken chronologische volg-
orde heeft opgeslagen. Als de chronologische volgorde is onder-
broken, worden de hieraan voorafgaande meetwaarden niet in de
berekening meegenomen. Als u sinds de wijziging geen meting
meer heeft uitgevoerd, dan verschijnen er in plaats van een getal
drie horizontale streepjes
op de display.
i
Als er in het geheugen van de meter zowel meetwaarden met
datum en tijd als meetwaarden zonder datum en tijd zijn opge-
slagen, dan worden de gemiddelde waarden en de bijbehorende
laagste- en hoogste meetwaarde alleen berekend met de meet-
waarden, die met tijd en datum zijn opgeslagen en voor de eerste
meetwaarde zonder tijd en datum zijn gemeten. Bijvoorbeeld: In
het geheugen van de meter worden over een periode van 50
dagen 150 meetwaarden opgeslagen. De meetwaarde op geheu-
genplaats 51 werd opgeslagen zonder tijd en datum. De meet-
waarden op geheugenplaatsen 1 t/m 50, die met tijd en datum
waren opgeslagen, beslaan een periode van 20 dagen. Van deze
meetwaarden worden voor de berekening van de gemiddelde
waarde van de periodes van 7 dagen en 14 dagen alleen die
meetwaarden gebruikt, die in de betreffende periode liggen. De
gemiddelde waarde van 30 dagen wordt berekend met de 50
meetwaarden, ofschoon deze slechts een periode van 20 dagen
beslaan. De meetwaarden na de meetwaarde zonder tijd en
datum (geheugenplaats 52 en hoger) worden niet meer in de
berekening van de gemiddelde waarden meegenomen, zelfs als
deze met tijd en datum waren opgeslagen.
i
Als de meter met de Test-toets wordt uitgezet, geeft deze aan
hoeveel teststroken er nog in de cassette beschikbaar zijn (zie
hoofdstuk 2.3.2).
i
De meter schakelt zichzelf automatisch uit, als u gedurende
60 seconden geen toets heeft ingedrukt.