Operation Manual
88
Meten van de bloedglucosewaarde
89
Meten van de bloedglucosewaarde
4
i
Als de meting niet wordt gestart, ofschoon u de bloeddruppel
tegen de teststrook heeft gehouden, heeft de teststrook te weinig
bloed opgezogen. U mag in dit geval binnen een bepaalde tijds-
periode extra bloed met de teststrook opzuigen (zie de bijsluiter
van de verpakking van de teststrokencassette).
i
Als er tijdens het weergeven van de meetwaarde op de display
niet één doch meerdere akoestische signalen klinken, is of de
alarmfunctie voor hypoglykemie ingeschakeld en ligt de meet-
waarde beneden de grenswaarde (zie hoofdstuk 3.10) of de
akoestische modus is ingeschakeld (zie hoofdstukken 3.3 en 6).
Houd de meter altijd met de teststrook naar beneden, als u bloed
met de teststrook opzuigt. Als u de teststrook omhoog of horizon-
taal houdt of de meter met teststrook neerlegt, kan er bloed in de
meter lopen en deze vervuilen.
i
Zodra het teststrooksymbool en het druppelsymbool knipperend
op de display worden weergegeven, heeft u ca. 5 minuten de tijd
om het bloed met de teststrook op te zuigen. Als er binnen deze
tijd geen bloed is opgezogen, d.w.z. dat de meting niet is gestart,
schakelt de meter zichzelf automatisch uit. Druk in dit geval op
de Test-toets om de teststrook uit te werpen (zie hoofdstuk 4.4)
en gooi de teststrook weg. Start de bloedglucosemeting opnieuw
met een nieuwe teststrook.