Operation Manual

82
Meten van de bloedglucosewaarde
83
Meten van de bloedglucosewaarde
4
Opmerkingen
Gebruik voor iedere bloedafname een nieuw lancet. Hiermee ver-
kleint u niet alleen het risico van infecties, maar is het verkrijgen
van bloed ook vrijwel pijnloos.
Span de prikpen pas vlak voor het prikken. Als de prikpen in
gespannen toestand wordt bewaard, kunnen er onderdelen wor-
den verbogen, waardoor het goede functioneren van de prikpen
wordt belemmerd.
i
De verkregen hoeveelheid bloed is afhankelijk van de prikdiepte
en de druk, waarmee de prikpen op de huid wordt geplaatst. Als
de verkregen hoeveelheid bloed niet voldoende is, moet u het
opnieuw proberen en de prikpen ditmaal harder op de huid druk-
ken. Heeft dit onvoldoende effect, dan moet u vervolgens staps-
gewijze de prikdiepte vergroten. Komt er teveel bloed vrij, dan
moet u de prikdiepte verkleinen.
Druk de prikpen stevig op de gewenste prikplaats.
U voelt de opening voor het lancet met de kleine uitstulping op het dopje
tegen uw huid drukken. Door deze opening zal het lancet uw huid bin-
nendringen.
Druk de bedieningsknop geheel in.
Het lancet wordt ontspannen en dringt de huid binnen.
Stimuleer de vorming van een bloeddruppel door de vinger met
lichte druk in de richting van de vingertop te masseren.