Operation Manual

76
Meten van de bloedglucosewaarde
77
Meten van de bloedglucosewaarde
4
Draai het beschermingskapje van het lancet af.
Plaats het dopje weer op de prikpen.
Hierbij moet het gleufje in het dopje (1) op één lijn met de lijn voor
weergave van de ingestelde prikdiepte op de prikpen (2) liggen. Het
dopje moet met een duidelijk hoorbare KLIK worden bevestigd.
Opmerkingen
Als u de prikpen met een hierin geplaatst lancet heeft laten val-
len, is het mogelijk, dat het lancet los in de lancethouder is
komen te zitten. Het lancet is dan niet langer goed bevestigd en
mag niet meer worden gebruikt voor het verkrijgen van bloed.
In sommige gevallen kan het lancet zelfs door de opening voor
het lancet uit het dopje steken. In een dergelijk geval kunt u zich
aan het lancet verwonden. Pak de prikpen daarom nooit vast aan
de voorzijde van het dopje.
Als u de prikpen heeft laten vallen, moet u voorzichtig zijn bij het
oprapen. Trek het dopje van de prikpen. Let er hierbij op, dat u
zich niet aan het lancet verwondt. Werp het lancet altijd uit en
gooi dit weg, als de prikpen is gevallen (zie hoofdstuk 4.5). Plaats
hierna het dopje weer op de prikpen, zonder een lancet te plaat-
sen. Druk de bedieningsknop tweemaal geheel in. Plaats hierna
pas weer een lancet in de prikpen.
i
Het dopje moet voor het verkrijgen van bloed op de prikpen wor-
den geplaatst. Zonder dopje kan de prikpen niet worden gespan-
nen en het lancet niet worden ontspannen. In plaats hiervan
wordt het lancet uitgeworpen, als u op de bedieningsknop drukt.
/
0