Operation Manual

70
Meten van de bloedglucosewaarde
71
Meten van de bloedglucosewaarde
4
4 Meten van de bloedglucosewaarde
4.1 Bloedglucosemeting voorbereiden
Voor het uitvoeren van een bloedglucosemeting heeft u het volgende
nodig:
" de meter met een in de meter geplaatste teststrokencassette
" de prikpen voor het verkrijgen van bloed
" een lancet voor de prikpen
Was uw handen met warm water en zeep en droog ze goed af. Hier-
door wordt de doorbloeding gestimuleerd en vervuiling van de prik-
plaats vermeden.
4.2 Prikpen voorbereiden
Met de prikpen kan bloed uit een vingertop, een oorlelletje of andere
(alternatieve) prikplaatsen worden verkregen. Als u bloed van alterna-
tieve prikplaatsen (zoals de bal van de duim, onderarm, bovenarm, kuit
of dijbeen) wilt afnemen, moet u het normale, zwarte dopje van de prik-
pen vervangen door een speciaal, transparant AST-dopje (dit is ingeslo-
ten bij de verpakking of op aanvraag verkrijgbaar bij de afdeling Custo-
mer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics).
Lees daarnaast de gebruiksaanwijzing van het AST-dopje goed door,
voordat u bloed afneemt van alternatieve prikplaatsen.
De prikpen kan op 11 prikdiepten worden ingesteld en hierdoor aan uw
individuele huidtype worden aangepast. De prikpen kan zowel afzonder-
lijk als bevestigd aan de meter worden gebruikt.
De prikpen heeft aan de bovenkant een bedieningsknop (zie de afbeel-
ding in hoofdstuk 1.2). Deze bedieningsknop heeft drie functies
" Spannen van de prikpen
" Ontspannen van het lancet voor het verkrijgen van bloed
" Uitwerpen van het gebruikte lancet
Al deze functies kunt u met één hand uitvoeren. Voor iedere functie
hoeft u de bedieningsknop alleen maar in te drukken.
Om met de prikpen bloed te kunnen verkrijgen, moet u eerst een lancet
in de prikpen plaatsen en vervolgens de prikdiepte instellen.