Operation Manual

68
Instellen van de meter
69
Instellen van de meter
3
U kunt voor de alarmfunctie voor hypoglykemie tussen de volgende
grenswaarden kiezen:
" 3,3 mmol/L (60 mg/dL)
" 3,9 mmol/L (70 mg/dL)
" 4,4 mmol/L (80 mg/dL)
De alarmfunctie voor hypoglykemie
is in de fabriek uitgescha-
keld.
knippert op de display (off = Engels voor uit).
Druk op de M-toets om telkens de volgende keuzemogelijkheid te
selecteren.
Zet de meter uit met de Test-toets, als de gewenste grenswaarde
wordt weergegeven. Tegelijkertijd wordt de alarmfunctie voor hypo-
glykemie op deze grenswaarde ingesteld.
Opmerkingen
De waarschuwing voor een mogelijk te lage bloedglucosewaarde
(hypoglykemie) is alleen betrouwbaar, als de grenswaarde juist is
gekozen. Wij bevelen u daarom nadrukkelijk aan om de grens-
waarde in overleg met uw behandelende arts in te stellen. Deze
functie is absoluut geen vervanging van de instructie over hypo-
glykemie door uw arts of diabetesteam.
i
Iedere persoon kan een andere grenswaarde voor hypoglykemie
hebben. Daarom adviseren wij om de alarmfunctie voor hypogly-
kemie bij gebruik van deze bloedglucosemeter door medische
beroepsbeoefenaren niet in te schakelen.