Operation Manual
200
Afvalverwijdering: weggooien van de bloedglucosemeter
14
201
Onderdelen van het systeem
15
14 Afvalverwijdering: weggooien van de
bloedglucosemeter
Tijdens bloedglucosemetingen kan de bloedglucosemeter met bloed in
aanraking komen. Hierdoor vormen gebruikte meters een potentieel
infectiegevaar. Hierom dient uw gebruikte bloedglucosemeter, nadat de
batterijen zijn verwijderd, te worden weggegooid conform de lokaal gel-
dende voorschriften. Informatie over de juiste manier van afvalverwijde-
ring kan worden ingewonnen bij de lokale overheid (gemeente).
De Europese Richtlijn 2002/96/EG (richtlijn met betrekking tot afge-
dankte elektrische en elektronische apparatuur) is niet van toepassing
op deze bloedglucosemeter.
15 Onderdelen van het systeem
Gebruik voor metingen met de Accu-Chek Compact Plus-bloedglucose-
meter uitsluitend Accu-Chek Compact-teststroken. Deze zijn bij uw apo-
theek verkrijgbaar.
Gebruik uitsluitend Accu-Chek Compact Autocontrol-oplossingen voor
het uitvoeren van functiecontrolemetingen op uw Accu-Chek Compact
Plus-meter.
Gebruik de Accu-Chek Softclix Plus-prikpen uitsluitend met Accu-Chek
Softclix-lancetten. De lancetten zijn in verschillende verpakkingsgroot-
ten verkrijgbaar.
Als u bloed van alternatieve prikplaatsen (zoals de bal van de duim,
onderarm, bovenarm, kuit of dijbeen) wilt afnemen, heeft u een speciaal,
transparant AST-dopje nodig om bloed te verkrijgen met de Accu-Chek
Softclix Plus-prikpen. Het dopje kunt u bestellen bij de afdeling Custo-
mer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Voor gebruik door medische beroepsbeoefenaren bevelen wij de
Accu-Chek Softclix Pro-prikpen (met de speciale Accu-Chek Softclix
Pro-lancetten) of de Accu-Chek Safe-T-Pro Plus-prikpen of Accu-Chek
Safe-T-Pro Uno-prikpen voor éénmalig gebruik aan.