Operation Manual
2
41
2.5.2 Grenswaarden van waarschuwingen
U kunt grenswaarden van waarschuwingen voor hoge en lage
bloedglucosewaarden (hyper- en hypoglykemie) selecteren, die
het meest tegemoet komen aan uw behoeften.
De meter geeft een waarschuwing op de display weer, als het
bloedglucoseresultaat boven de grenswaarde van de
hyperwaarschuwing ligt of beneden de grenswaarde van de
hypowaarschuwing.
j Stel de grenswaarde van de hyperwaarschuwing in op een
waarde, die hoger is dan de streefwaardenbereiken van alle
tijdsblokken.
j Stel de grenswaarde van de hypowaarschuwing in op een
waarde, die lager is dan de streefwaardenbereiken van alle
tijdsblokken.
2.5.3 Insulinetoename
j Insulinetoename is het aantal eenheden (U), waarmee uw
insulinedosis wordt aangepast, als er een bolus wordt
ingesteld of als er handmatig een gegeven in het logboek
wordt ingevoerd.
j De meter rondt de toe te dienen hoeveelheid insuline, die de
meter berekent als bolusadvies is ingesteld of wanneer u de
gegevens van bolusinsuline en basale insuline handmatig in
het dagboek invoert, af.
j De stappen, waarmee de insuline wordt gewijzigd, kunnen
worden ingesteld op 0,5 of 1 U.
2.5.4 Maximumbolus
j Maximumbolus dient als veiligheidsmaatregel tegen onbedoeld
grote bolussen. Het is een instelling van de meter, die de
maximale hoeveelheid bolusinsuline specificeerd. Voor een
bolus, die groter is dan de maximale bolushoeveelheid, is een
extra bevestiging vereist.
j Maximumbolus kan in stappen van 1 U of 0,5 U (de waarde
van de ingestelde insulinetoename) worden ingesteld tot een
maximum van 25 U.
52328_07149328001_A.indb 41 7/29/14 10:07 AM