Operation Manual

46
w WAARSCHUWINGEN:
Breng geen wijzigingen aan in uw behandeling op basis van slechts één enkel resultaat van een
bloedglucosemeting.
Negeer NOOIT symptomen, die veroorzaakt kunnen worden door een hoge of een lage
bloedglucosespiegel.
Als het meetresultaat niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand, dient u het resultaat te
controleren door een meting met bloed uit een vingertop/handpalm uit te voeren. Als ook het resultaat
van de meting met bloed uit de vingertop/handpalm niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand,
dient u uw behandelaar te raadplegen.
Het afnemen van bloed op alternatieve prikplaatsen wordt uitsluitend onder de volgende condities
aanbevolen:
• Direct voor een maaltijd
• In nuchtere toestand
Voer GEEN bloedglucosemeting uit met bloed afgenomen op een alternatieve prikplaats:
• Twee uren of minder na een maaltijd
• Na lichamelijke inspanning
• Bij ziekte
• Als u vermoedt, dat uw bloedglucosespiegel zeer laag is
• Als u weet, dat u een hypoglykemie soms niet herkent
• Gedurende de piekperiode van kortwerkende insuline of snelwerkende insulineanalogen
• Tot twee uren na het injecteren van kortwerkende insuline of snelwerkende insulineanalogen