Operation Manual

26
Tijdsintervallen
Tijdsintervallen maken het u mogelijk een dag te verdelen in verschillende tijdsperiodes.
Het instellen van tijdsintervallen, die aangepast zijn aan uw tijdsschema, geeft u en uw behandelteam
inzicht in de invloed van uw dagelijkse activiteiten en manier van leven op bepaalde patronen in uw
bloedglucosespiegel.
Tijdsintervallen kunnen worden ingesteld met of zonder bolusadvies.
Overleg met uw behandelaar hoe u uw tijdsintervallen het best in kunt stellen om u te ondersteunen bij het
beheer van uw diabetes.
• Op de meter zijn standaard vijf tijdsintervallen ingesteld.
• U kunt maximaal acht tijdsintervallen instellen.
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 5, ”De instellingen van de meter wijzigen”.
Zonder bolusadvies moet u bij het instellen van de tijdsintervallen met het volgende rekening houden:
• De betreffende tijdsperiode wordt bepaald door het invoeren van de eindtijd van ieder tijdsinterval.
Voor ieder tijdsinterval moet het toegestane streefwaardenbereik (onderste en bovenste grenswaarde) van
de bloedglucosewaarden worden vastgesteld.
Met bolusadvies moet u bij het instellen van de tijdsintervallen met het volgende rekening houden:
• De betreffende tijdsperiode wordt bepaald door het invoeren van de eindtijd van ieder tijdsinterval.
Voor ieder tijdsinterval moet het toegestane streefwaardenbereik (onderste en bovenste grenswaarde) van
de bloedglucosewaarden worden vastgesteld.
Voor ieder tijdsinterval moet uw koolhydratenfactor (de hoeveelheid insuline, die nodig is ter compensatie
van een bepaalde hoeveelheid ingenomen koolhydraten) worden vastgesteld.
Voor ieder tijdsinterval moet uw insulinegevoeligheid (de hoeveelheid insuline, die nodig is om uw
bloedglucosespiegel met een bepaalde waarde te verlagen) worden vastgesteld.