User manual

– 106 –
Ingebruikname
INGEBRUIKNAME EN KOPPELING
Ingebruikname
Instructies voor het koppelen van de
draadloze rookmelders (hierna kort-
weg DRM of melder genoemd):
Activeer de melder zoals in deze
handleiding staat beschreven:
Activeren en instellen van de draad-
loze groepen:
Melders uitsluitend
• afzonderlijk
• achter elkaar
in de directe omgeving van de ge-
plande montagepositie (in de kamer
van het toekomstig gebruik) in
gebruik nemen
Melders niet binnen een straal van
1 m koppelen – signaaloverlappingen
– storing van de koppeling
- Trapportalen/galerijen <16 m
2
en minimaal 2 meter
lang en breed: 1 melder
• bij een oppervlak van meer dan 16 m
2
: meer melders
monteren
- Bij schuine plafonds (plafonds met een schuinte van
minder dan 20° gelden als rechte plafonds):
In geval van brand signaleert deze rookmelder al in een
vroeg stadium opstijgende rook en de daarmee gepaard
gaande temperatuurstijging in de kamer. Vervolgens
klinkt een luid alarmsignaal om u op tijd te
waarschuwen. Indien u constateert dat er geen reden is
om te vluchten, kunt u het alarmsignaal tijdelijk
uitschakelen (ca. 10 min.) of voor het afgaan
RQGHUGUXNNHQGRRUGHWHVWHQVWRSNQRSDכъ,9YDQ
het apparaat zacht in te drukken. Het is raadzaam de
kamers vervolgens goed te ventileren om te voorkomen
dat het alarm opnieuw afgaat.
> 0,50
< 1,00
> 20°
> 20°
> 1,00
1/21/2
> 20°
< 1,00
> 0,50
< 1,00