User manual

– 55 –



schoon en onbeschadigd is en

levensreddende functie uitoefenen.

Deze rookmelder controleert zelfstan-

dienst. Het apparaat past bovendien
de gevoeligheid van het detectieme-
chanismeautomatisch aan de omge-
ving aan.

wanneer de sensoren zodanig ver-

de omstandigheden niet meer

een vroeg stadium te kennen geven,

apparaat te vervangen.
Let er op, dat de luchtinlaten aan de
buitenrand van de rookmelder niet
door stof, vuil, verf of plakband enz.


rookmelder juist functioneert, dient u
de werking van het apparaat regel-
matig, minstens een keer per maand,
te controleren door de test-/stopknop
(IV) in te drukken waarnaa het

op, dat de rookmelder onbeschadigd
is en goed vast zit aan het plafond.

laten klinken
Stop: Het alarm
tijdelijk uitschakelen
of onderdrukken.