Operation Manual
9
Het besturingssysteem
Besturing en navigatie met behulp van het toetsenbord
U kan zowel het toetsenbord als de muis gebruiken voor de Operator PC. Office 1550 kan opgedeeld
worden in vier belangrijke activiteitsvelden. U kan snel van het ene veld naar het andere overschake-
len. De navigatie binnen een zelfde veld verloopt eveneens vlot. Het veld waarin u werkt wordt
aangeduid als "actief". Een druk op de toets Enter voert de opdracht uit die overeenkomt met de ge-
activeerde knop.
Navigeren tussen de activiteitsvelden
De navigatie tussen de verschillende velden gebeurt via de sneltoetsen.
De toets [Esc] brengt u naar een hoger niveau (bv. van de pagina van een module naar
het niveau van de module zelf). Op het hoogste niveau bereikt u activiteitsveld 1.
Tip: "[Ctrl] + [getal]" zijn basiswaarden. U kan ze veranderen.
Navigeren binnen een activiteitsveld
Om naar
activiteitsveld 1 te gaan:
[Ctrl] + 1 of [Esc]
(druk meerdere keren,
indien nodig)
Om naar
activiteitsveld 3 te gaan:
[Ctrl] + 3
Om naar
activiteitsveld 2 te gaan:
[Ctrl] + 2
Om naar
activiteitsveld 4 te gaan:
[Ctrl] + 4
Dankzij de cursortoetsen kan u
bladeren in de lijsten en de tabs.
Met dezelfde toetsen verplaatst u
zich in veldkolommen en –lijnen.
Met [Tab] kan u
alle velden in een
rij selecteren.
Met de toetsen [Home],
[End], [Page Up] en [Page
Dn] plaatst u zich aan het
begin of het einde van
een lijn.