Operation Manual

Persoonlijke instellingen van uw telefoon
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011 89
Uw aanwezigheid configureren
U kunt uw huidige aanwezigheidsstatus instellen (zie het hoofdstuk "Afwezigheid
instellen met de aanwezigheidstoets", pagina 43).
U kunt kiezen uit 5 aanwezigheidsprofielen voor het instellen van uw aanwezigheids-
status. Voor elk van deze aanwezigheidsprofielen kunt u de volgende instellingen
gebruiken:
Beschrijving: Typ de tekst die u voor andere personen wilt weergeven als gedetail-
leerde informatie over uw aanwezigheidsstatus (bijvoorbeeld de naam van uw ver-
vanger).
Persoonlijke gespreksroutering: Geef de telefoons op waarop een oproep moet bin-
nenkomen (zie het hoofdstuk "Persoonlijke gespreksroutering activeren", pagina
62). Selecteer Instellingen behouden als voorheen om de bestaande gespreksroute-
ring toe te passen.
Oproepdoorschakeling: Geef op naar welke telefoon een oproep moet worden
omgeleid (zie het hoofdstuk "Omleiden van oproepen (Oproepdoorschakeling)",
pagina 45). Selecteer Instellingen behouden als voorheen om de bestaande oproep-
omleiding toe te passen.
Het aanwezigheidsmenu openen:
Druk op de aanwezigheidstoets.
Of:
Druk op de functietoets voor <Aanwezigheidsmenu> (zie het hoofdstuk "Het
opslaan van een functie onder een toets – functietoets", pagina 92 voor infor-
matie over het opslaan van functies onder een toets).
Of:
Het aanwezigheidsmenu kan ook worden geselecteerd via het menu: Menu >
Instellingen > Algemeen > Aanwezigheid.
Het aanwezigheidsmenu wordt weergegeven.
Bewerk
De functietoets instellen voor het aanwezigheidsprofiel:
1. Open het aanwezigheidsmenu, blader naar het gewenste profiel en druk op
de foxtoets Bewerk.
2. Selecteer de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de foxtoets Ok.
Het profiel is gewijzigd.
Bewerk
Het aanwezigheidsprofiel wijzigen:
1. Open het aanwezigheidsmenu, blader naar het gewenste profiel en druk op
de foxtoets Bewerk.
2. Selecteer de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de foxtoets Ok.
Het profiel is gewijzigd.