Operation Manual
Bijkomende functies
eud-1383/1.0 – R1.0 – 10.2011 49
Toestel blokkeren
U gaat van uw plaats en u wilt niet dat iemand de instellingen van uw toestel kan wij-
zigen, in uw privé telefoongids kan kijken of gesprekken voert via uw toestel.
U kunt het toestel blokkeren met een PIN bestaande uit twee tot tien cijfers. U kunt
deze code wijzigen via het menu (zie het hoofdstuk "Het wijzigen van uw persoonlijke
code (PIN)", pagina 81) of met de functiecode *47 (zie de "User’s Guide Function
Codes" op de Aastra 400 DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
Menu
Druk de Menu Foxtoets.
Instellingen
Blader naar Instellingen en kies de Select Foxtoets.
Algemeen
Blader naar Algemeen en kies de Select Foxtoets.
Blokkeren
Blader naar Blokkeren en druk de Bewerk Foxtoets.
➔U wordt nu verzocht de PIN in te toetsen.
<PIN>
Voer de PIN in en bevestig met de Ok Foxtoets.
<Niveau instellen>
Kies het gewenste blokkeringsniveau en bevestig met de Ok Foxtoets.
➔Het toestel is nu geblokkeerd; wordt weergegeven.
➔Als u al uw telefoons wilt vergrendelen, gebruikt u de functiecode
*33* <PIN> # (zie de "User’s Guide Function Codes" op de Aastra 400
DocFinder: www.aastra.com/docfinder).
Notitie:
U kunt kiezen of u alleen de configuratie (Configuratie vergrendeld) of het
gehele toestel blokkeert (Telefoon vergrendeld). Met de status Telefoon vergren-
deld kunnen de privégegevens niet geopend worden en externe gesprekken
kunnen alleen plaatsvinden conform de systeeminstellingen.
☛