Operating Instructions and Installation Instructions

12
Afbeelding 6 - Bediening gasregelblok
2.1.3 Gasaansluiting
De gaszijdige installatie mag alleen 
geschieden door een erkend installateur 
en overeenkomstig de algemeen 
geldende voorschriften van gas-, 
elektriciteit- en waterleidingbedrijven 
(GAVO).
2.1.4 Rookgasafvoer
Er mogen aan de rookgasafvoer géén 
veranderingen en/of omhullingen 
aangebracht worden. De tegen corrosie 
beschermde afvoerpijp moet minimaal 
dezelfde diameter hebben als de 
diameter van de trekonderbreker. Direkt 
op de trekonderbreker moet verticaal 
een afvoerpijp geplaatst worden. Deze 
moet minimaal 50 cm lang zijn. Als 
men daarna een gedeelte horizontale 
afvoerpijp wil plaatsen moet deze met 
een opschot van minimaal 6 cm per meter 
naar de schoorsteen geleid worden. 
Verder moet de afvoerverbindingsbuis 
tussen trekonderbreker en het 
schoorsteenkanaal zo kort mogelijk 
gehouden worden.
2.1.5 Trekonderbreker
De trekonderbreker is voorzien van een 
temperatuurvoeler voor signalering van 
terugslag van rookgassen. 
Belangrijk!
De T.T.B. mag nooit buiten werking 
gesteld worden. Terugslag 
van rookgassen kan leiden tot 
vergiftiging.
2.2    In bedrijf stellen
2.2.1  Vullen van het toestel
1.  Monteer de aftapkraan en controleer 
of deze gesloten is;
2.  Koudwaterkraan naar de boiler 
openen en alle kranen op warm water 
aftappunten ter ontluchting openen. 
Het toestel is gevuld zodra op alle 
aftappunten koud water stroomt;
3.  Alle kranen op warm water 
aftappunten weer sluiten.
2.2.2  In bedrijf stellen
1.  Controleer of het toestel met water 
gevuld is en of de gasleiding naar de 
boiler open is;
2. Temperatuurregelknop volledig 
rechtsom draaien en bedieningsknop 
in de stand WAAKVLAM draaien (
);
3.  Verwijder het buitendeurtje van de 
verbrandingskamer;
4.  Bedieningsknop ingedrukt houden 
en de piëzo-ontsteker enkele keren 
indrukken totdat de waakvlam brandt 
(zie afbeelding 6);
5. Bedieningsknop (
) circa 20 
seconden ingedrukt houden. Na 
loslaten moet de waakvlam blijven 
branden. Wanneer de waakvlam 
uitgaat 5 minuten wachten 
alvorens de ontstekingsprocedure 
ter herhalen. De grootte van de 
waakvlam kan bijgesteld worden 
(zie ook “Het instellen van de 
waakvlam”);
6.  Monteer het buitendeurtje.
7.  Bedieningsknop in de stand AAN 
 () draaien;
8.  Controleer de branderdrukinstelling 
(zie afb. 8) en stel indien nodig deze 
bij volgens de technische gegevens 
(zie pag. 10);
9.  Temperatuurregelknop in de 
gewenste stand draaien, bij voorkeur 
op stand 3 (circa 60°C). Het toestel 
werkt nu volautomatisch. 
AOS 0484










