Operation Manual

5.4 Bedrijfscyclus
De temperatuursensor T
1
(7) meet de watertemperatuur boven in het toestel (T
top
). Deze
temperatuur wordt doorgegeven aan de besturing. Zodra T
1
lager is dan de ingestelde
watertemperatuur (T
set
) constateert de besturing een "warmtevraag". De ventilator (18)
begint met draaien en het gasblok (16) wordt geopend. De ventilator draait op vollast en
het gas mengt zich met de lucht in de venturi (30). Dit mengsel wordt ontstoken met de
gloeiontsteker (20) en het water wordt verwarmd. Zodra de watertemperatuur in de buurt
van T
set
komt, zakt het ventilatortoerental naar het deellast-toerental (dit wordt ook wel
moduleren genoemd). Zodra T
1
boven T
set
komt, eindigt de warmtevraag en stopt de
besturing de opwarmcyclus. Zowel bij het constateren als bij het beƫindigen van de
warmtevraag neemt de besturing een bepaalde marge in acht. De marge noemen we de
hysterese (zie sectie 9.2.1).
0311703_BFC_28-120_III_NLNL_V2.0 , 2017-07-19 43