Operation Manual

10
4.4 Op- en afgaan van trappen
Trappen vormen voor rolstoelgebruikers een van de grootste obstakels. Echter met de
hulp van twee begeleiders is het mogelijk om trappen op en af te gaan. U en uw
begeleiders dienen zich er echter wel van bewust te zijn dat er een behoorlijk gewicht
verplaatst moet worden.
De trap opgaan
U dient achterwaarts de trap op te gaan. Één begeleider dient zich aan de voorzijde en
één begeleider dient zich aan de achterzijde van uw rolstoel te bevinden. De
begeleider die zich aan de achterzijde bevindt pakt de duwhandvatten van de rolstoel
vast. Vervolgens dient de begeleider de rolstoel te kantelen tot deze in balans is en het
zwaartepunt zich op het laagste punt bevindt. Wanneer de rolstoel gekanteld is en de
stoel alleen op de achterwielen rust, dient de begeleider aan de voorzijde de zijframes
van de rolstoel vast te pakken. U bent nu in de positie om de trap op te gaan. De
begeleider aan de voorzijde duwt nu de zijframes omhoog tot deze zich boven de
eerste trede bevinden en de begeleider aan de achterzijde zet de eerste stap op de
trap. Herhaal deze techniek tot de laatste trede van de trap, figuur 16. Ga met één
trede tegelijk rustig en veilig de trap op. Laat de zwenkwielen pas weer zakken nadat
de begeleider aan de voorzijde de trap volledig heeft genomen.
De trap afgaan
Om de trap af te gaan, dient de rolstoel naar voren gericht te staan. De begeleider aan
de achterkant dient de rolstoel te kantelen tot deze in balans is. De begeleider aan de
voorkant dient de rolstoel te ondersteunen door deze aan de zijframes vast te houden.
De rolstoel dient voorzichtig tree voor tree begeleid te worden.
Waarschuwing:
Til de rolstoel nooit aan de afneembare onderdelen zoals duwhandvatten,
armleuningen of voetsteunen. Pak altijd een deel van het hoofdframe.