Operation Manual
16
7 ONDERHOUD
Zelf kunt u veel klein onderhoud aan uw rolstoel verrichten om uw rolstoel in optimale
staat te houden. Indien u regelmatig zelf de rolstoel controleert en (klein) onderhoud
uitvoert, verlengd dit de levensduur van uw rolstoel en verhoogt dat het
gebruikersgemak.
7.1 Banden
Controleer de banden van de rolstoel regelmatig op slijtage en vervang deze indien
nodig.
PU banden: Deze banden hoeven niet opgepompt te worden en kunnen niet lek
raken. Dit type band kan echter wel slijtage vertonen. Controleer
regelmatig of het loopvlak nog voldoende is.
7.2 Remmen
Controleer beide remmen op scherpe randen. Wanneer er scherpe randen aanwezig
zijn dient u de rem te laten vervangen. Verzeker uzelf ervan dat alle onderdelen van
uw remmen goed en stevig vast zitten;
Controleer of het remmechanisme soepel functioneert. Indien dit niet is breng dan
één of twee druppels W40 olie of Teflon aan op de draaipunten van de rem;
Controleer of de remmen niet in contact komen met de banden van de rolstoel als
u rijdt.
7.3 Kruisframe
Het kruisframe van de rolstoel dient in een goede staat te zijn. Het kruisframe is
immers de basis van uw rolstoel.
Controleer of de rolstoel zich makkelijk in- en uitvouwt;
Controleer of de rolstoel zich in een rechte lijn voortbeweegt;
Controleer of het kruisframe niet verbogen is of slijtage vertoont.
7.4 Achterwiel
Een goede afstelling van het achterwiel verhoogt de stabiliteit van de rolstoel. Tevens
zorgt het ervoor dat u minder inspanning hoeft te leveren wanneer u de rolstoel wilt
verplaatsen.
Controleer of het wiel niet aanloopt;
Controleer of er speling op het achterwiel staat. Als dit het geval is, dan zit
waarschijnlijk de behuizingen van het achterwiel los.